Other
Begrippenlijst Ontwikkeling van Talent en Motivatie
- Course
- Institution
Dit document bevat een begrippenlijst van alle belangrijk genoemde begrippen en uitleg, van de cursus Ontwikkeling van Talent en Motivatie.
[Show more]
Seller
Follow
shimaravdelzen
Reviews received
Content preview
TiU: Ontwikkeling van Talent en Motivatie: Begrippenlijst (2021/2022)Shimara van den Elzen
ONTWIKKELING VAN TALENT EN MOTIVATIE
BEGRIPPEN
HOORCOLLEGE 1
Positieve psychologie: “Positive psychology is the scientific study of what enables
individuals and communities to thrive”. Vertaling: “Positieve psychologie is de
wetenschappelijke studie van wat individuen en gemeenschappen in staat stelt te floreren”.
The Good Life: bestaat uit:
1) positieve connecties met anderen
2) positieve individuele karaktertrekken
3) life regulation qualities.
Floreren (flourishing / ontplooien): dit gaat over beter functioneren dan de normale
standaard. Je bent tevreden met je leven en ervaart welbevinden, maar je bent ook in staat
om je nóg beter te voelen door je te ontplooien.
Emotioneel welbevinden: dit gaat over de positieve emoties die je voelt en in hoeverre je
emotioneel stabiel bent.
Psychologisch welbevinden: dit gaat over hoe competent je je voelt, hoe autonoom je bent
en of je een doel in je leven hebt, etc.
Sociaal welbevinden: dit gaat erover of je een bijdrage kunt leveren aan de maatschappij
en of je een deel uitmaakt van een sociale gemeenschap.
Negatieve emotieregulatie: leren omgaan met negatieve emoties.
Hedonisme: dit is de oudste benadering van welbevinden, afkomstig van de Oude Grieken.
Het belangrijkste component hiervan is plezier, met name zintuiglijke ervaringen die plezierig
zijn zoals drinken, eten en seks. Hedonisme draait er ook om de negatieve ervaringen zo
veel mogelijk te minimaliseren.
Gouden Midden (Golden Mean): het vermijden van emotionele extremen. Dit concept is
bedacht door Aristoteles.
Eudaimonia: het streven naar een betekenisvol leven. Volgens Aristoteles leidden een
waardevol leven leiden tot een gelukkig leven.
Empirisme: ervaringen die je kunt opdoen door middel van je zintuigen en die gebruiken om
je kennis op te bouwen.
Utilitarianisme / ultilisme: het betekent dat de morele juistheid van het menselijk handelen
wordt gemeten aan de hand van: wat / hoe groot is het algemene nut? Dus hoeveel mensen
hebben hier profijt van?
Hedonic calculus: het idee hierbij is dat geluk te kwantificeren is. Je kunt het uitrekenen
door de verhouding tussen de positieve en de negatieve ervaringen te onderzoeken.
, TiU: Ontwikkeling van Talent en Motivatie: Begrippenlijst (2021/2022)
Shimara van den Elzen
HOORCOLLEGE 2
De emotionele ervaring bestaat uit meerdere componenten:
- Emotie label: het woord dat gegeven wordt aan de brede ervaring van de emotie.
- Beoordeling / ervaring (appraisal): de evaluaties die we maken van bepaalde
gebeurtenissen en situaties. Als een gebeurtenis als voordelig beoordeeld wordt,
komen daar positieve emoties uit voort. Als een gebeurtenis als nadeling beoordeeld
wordt, komen daar negatieve emoties uit voort.
- Lichamelijke reacties: bij het ervaren van emoties ervaren we ook bepaalde
lichamelijke reacties. Emoties en lichamelijke reacties gaan altijd hand in hand.
- Actieneigingen (action tendencies): een drang om bepaald expressief of
instrumenteel gedrag uit te voeren dat verband houdt met een specifieke emotie. Dit
zijn simpelweg de gedragingen die we uitvoeren doordat we een bepaalde emotie
ervaren.
- Gezichtsuitdrukkingen: bijv. glimlachen of tranen van verdriet. Dit is, los van
taalgebruik, hoe we onze emoties communiceren.
- Gevoelscomponent: vaak worden de termen gevoel en emotie door elkaar gebruikt.
Gevoel is meer de basisvorm van emotie, het is een lager niveau van emotie.
Stemming: diffuse, langdurige emotionele toestanden. Stemming wordt gezien als ‘het
emotionele klimaat’. Dit zijn meer aanhoudende en meer doordringende emotionele
ervaringen.
Emoties: onmiddellijke reacties op een specifiek object of een specifieke situatie. Emoties
kunnen gezien worden als ‘het emotionele weer’. Deze zijn van kortere duur dan stemming
en kunnen veranderen als reactie op een specifieke situatie.
Stemming (mood) Emoties
Duur Relatief lange-termijn (uren Relatief korte-termijn
of dagen) (seconden of minuten)
Intensiteit Relatief zwak Relatief sterk
Causatie Niet noodzakelijk Veroorzaakt door specifiek
veroorzaakt door specifiek event
event
Functie Geeft informatie over Geeft informatie over
huidige staat van zelf huidige staat van situatie
Gericht op (directedness) Niet gefocust op iets Gefocust op specifieke
specifieks, meer algemeen gebeurtenissen of
omstandigheden
Affect: dit kan gezien worden als de parapluterm (umbrella term) voor zowel stemming als
emoties. De betekenis van affect is: een interne staat zonder de inhoud ervan of het tijdframe
te specificeren. Dus affect is een parapluterm voor alles wat met emoties te maken heeft.
Neurotransmitters: chemische boodschappers die informatie overdragen. Verschillende
neurotransmitters zijn betrokken bij de ervaring van geluk / bij het ervaren van positieve
emoties: dopamine, endorfine, oxytocine en seratonine.
Dopamine: ‘plezier neurotransmitter’. Het is betrokken bij het ervaren van plezier, beweging
en motivatie. En het speelt een rol bij verslavingen.
- Voorheen werd gedacht dat dopamine betrokken was bij de ervaring van beloningen
(the liking fase). Meer recent onderzoek laat zien dat het meer betrokken is bij de
fase van anticipatie op beloning oftewel de fase die leidt tot de beloning (the wanting
fase).
, TiU: Ontwikkeling van Talent en Motivatie: Begrippenlijst (2021/2022)
Shimara van den Elzen
Endorfine: ‘euforie neurotransmitter’. Deze neurotransmitter verhoogt plezier en vermindert
pijn. We ervaren het wanneer we sporten, wanneer we opgewonden zijn en tijdens seks.
Neuroplasticiteit: het brein wordt niet geheel gevormd in de kindertijd. Het brein kan later in
het leven alsnog veranderen.
Cognities: onze manier van denken en manier van evalueren van dingen.
Aangeleerd optimisme (learned optimism): mensen kunnen negatieve denkstijlen afleren
en ze kunnen leren hoe ze gebeurtenissen op een meer positieve / realistische manier
kunnen interpreteren.
Karakter: hoe we ons gedragen in een samenleving (lijkt op de deugden van Arisoteles).
Karaktersterkten / deugden:
- Ze zijn anders dan talenten, die vast en automatisch zijn. Talenten zijn dingen die we
simpelweg bezitten. Karaktersterkten zijn juist dingen die we kunnen veranderen.
- Ze hebben betrekking op ‘de wil’ en kunnen worden ontwikkeld.
- Ze worden gewaardeerd over tijd en culturen heen.
o Bijv. punctualiteit (= op tijd komen) wordt gewaardeerd in sommige culturen,
maar niet in alle culturen, dus punctualiteit is geen karaktersterkte.
- Karaktersterkten zijn moreel gewaardeerd. Het zijn doelen op zichzelf en zijn niet
slechts een middel voor andere dingen.
- Zijn niet alleen het tegenovergestelde of het ontbreken van een negatieve
eigenschap.
- Kunnen worden gemeten.
Signature strengths: de karaktersterkten die individuen in de meest sterke mate bezitten.
Het zijn positieve eigenschappen die een persoon bezig en vaak uitoefent.
Motivatie: “Psychological processes that cause the arousal, direction and persistence of
voluntary actions that are goal directed”. Vertaling: “Psychologische processen die de
opwinding, richting en volharding veroorzaken van vrijwillige acties die doelgericht zijn”.
Intrinsieke (autonome) motivatie: dit is de motivatie die van binnenuit komt. Bijv. als we
een activiteit doen, als we intrinsiek gemotiveerd zijn dan doen we deze activiteit voor het
belang van die activiteit, ongeacht de externe beloning (zoals bijv. een betaling).
Extrinsieke (gecontroleerde) motivatie: Dit is de motivatie die van buitenaf komt. We
handelen om een externe beloning te verkrijgen. Dit kan gaan om geld of beloningen. Maar
we kunnen ook handelen vanuit een angst om te falen of angst om gestraft te worden.
Verschillende typen extrinsieke motivatie:
- External regulation: de motivatie is niet zelfbepaald en wordt gecontroleerd door
externe krachten, zoals beloningen.
o Bijv.: je kamer opruimen, omdat je anders gestraft wordt door je ouders. Dus
hier is de angst op gestraft worden de motivator om je kamer op te ruimen.
- Introjected regulation: iemand is gemotiveerd om iets te doen gebaseerd op hoe hij
zich zou voelen als hij het niet zou doen.
o Bijv.: je kamer opruimen om schuldgevoel te voorkomen. Dus hier wordt de
kamer opgeruimd om de negatieve emotie te vermijden die zou voorkomen
als ze dit gedrag niet zouden vertonen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller shimaravdelzen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.75. You're not tied to anything after your purchase.
Can Stuvia be trusted?
4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)
83637 documents were sold in the last 30 days
Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now