Samenvatting Globalisering
2 De wereld: een systeem van landen en
relaties
De hoofdvraag in dit hoofdstuk is:
Welke processen hebben geleid tot het huidige patroon van samenhang
tussen en verscheidenheid in relaties van de landen in het
wereldsysteem?
2.1 De eerste contouren van het wereldsysteem
Deelvragen
1 Hoe is het wereldsysteem in economisch opzicht opgebouwd?
2 Hoe is het patroon in het economische wereldsysteem ontstaan
en welke rol speelden hegemoniale staten daarbij?
3 Hoe verschoof het economische zwaartepunt in de wereld
voorafgaand aan de dekolonisatie?
De wereld als systeem
► Een systeembenadering kan inzicht geven in de samenhang van
verschijnselen en gebieden.
wereldsysteem ● In het wereldsysteem zijn landen elementen die, samen met de
economische, politieke en culturele relaties, het wereldsysteem vormen.
Drie groepen landen
► Met twee criteria deel je de landen in drie groepjes in:
- de soort economische activiteiten en de omvang ervan.
- de soort (economische en politieke) relaties.
centrumlanden ● Centrumlanden: hoogontwikkeld, grote rol wetenschappelijke kennis,
geavanceerde technologie, grote arbeidsproductiviteit, gediversifieerde
economie, veel hoofdkantoren van internationale ondernemingen,
intensieve handels- en kapitaalstromen, veel politieke macht.
semiperiferie ● Semiperiferie: lager bbp/hoofd dan centrumlanden, meer
arbeidsintensieve exportindustrie, hoge industrialisatiegraad, sterk
georiënteerd op centrum.
periferie ● Periferie: sterk afhankelijk van het centrum en de semiperiferie door
fragmentarische leveren land- en/of mijnbouwproducten en laagwaardige industriële
modernisering goederen, fragmentarische modernisering.
Start van de globalisering
► Na de Europese middeleeuwen kalfde de geopolitieke macht van de
islamitische wereld af.
staat ● Europese staten als Portugal, Spanje, Engeland en Nederland stichtten
kolonialisme koloniën.
● West-Europa was de kernregio in de fase van het handelskapitalisme.
, Globalisering Samenvatting H2
Europese machtsuitbreiding
► De industrialisatie van de kernregio vergrootte de macht in het
wereldsysteem. De exploitatiekoloniën, waar spoorwegen aangelegd
werden, leverden grond- en hulpstoffen en energiebronnen.
● De koloniën importeerden industrieproducten en ambachten
verdwenen er.
Succes
► Vooral twee factoren zorgden voor succes van Europa:
● de kapitalistische markteconomie.
● de stimulerende rol van de overheid in West-Europa. Bijvoorbeeld de
uitbouw van de infrastructuur door afromen van de winsten uit de
periferie.
Vestigingsgebieden voor Europeanen
► Uit de dertien vestigingskolonies aan de oostkust van Noord-Amerika
ontwikkelde zich de Verenigde Staten van Noord-Amerika.
● De V.S. werd een tweede geïndustrialiseerde kernregio in de wereld.
● De V.S. en enkele andere vestigingskolonies speelden een belangrijke
rol in de Europese voedselvoorziening, zoals Argentinië, Zuid-Brazilië,
Zuid-Afrika, Australië en Nieuw Zeeland.
Hegemoniale staten
imperialisme ► In de tweede helft van de 19e eeuw ontstond het imperialisme.
● Nog niet door Europa onderworpen gebieden werden om strategische
of economische redenen aan het eind van de 19 e en begin 20e eeuw
volledig en (willekeurig) opgedeeld.
hegemoniale staat ● Groot-Brittannië werd toen de hegemoniale staat, met als
concurrenten Duitsland, Frankrijk, Nederland en de V.S.
Dekolonisatie
dekolonisatie ► De dekolonisatie in Latijns-Amerika vond vooral plaats in de 19e
eeuw.
multinationale Pas na de Tweede Wereldoorlog volgden Aziatische en Afrikaanse
ondernemingen staten.
● De multinationale ondernemingen hielden de internationale
arbeidsverdeling in stand. Men spreekt over neokolonialisme.
● De V.S. nam de hegemoniale positie van Groot-Brittannië over.
Europeanisering
europeanisering ► Tot aan de dekolonisatie was er vooral sprake van europeanisering.
● Europese talen en de Europese religie verspreidden zich over
vestigingskoloniën. Elders waren handelscontacten van belang bij
europeanisering.
Economische stempel
► Rond 1970 kende de wereld vooral een tweedeling: tegenover de
hoogst ontwikkelde landen (in West-Europa, Noord-Amerika en Japan)
stond de vaak straatarme rest van de wereld (met uitzondering van
Japan, Zuid- Korea, Singapore en Taiwan).
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller manoudevries. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.34. You're not tied to anything after your purchase.