4.1 Interbellum en Tweede Wereldoorlog (1918-1945)
De wankele democratie
Na WOI werd Duitsland een parlementaire democratie. De legertop was eerst aan
de macht, maar de geallieerden eisten dat Duitsland een democratie werd, dus
stelde ze een regering van sociaaldemocraten, liberalen en confessionelen op. Zo
kregen ook de democraten de schuld van de nederlaag. Op 9 november 1918
riepen de sociaaldemocraten de republiek uit en vluchtte de keizer.
De eerste naoorlogse verkiezingen leverden de SDP (sociaaldemocraten) een
grote meerderheid op. Ze namen een democratische grondwet aan en de
parlementaire democratie werd de Republiek van Weimar genoemd. Ondanks de
democratische meerderheid was de democratie wankel doordat de conservatieve
elite er nog zaten en de democratie bestreden werd door extremistische groepen
van links en rechts. Al op 4 jan 1919 brak er in Berlijn een communistische
opstand uit. Hiervoor werden vrijkorpsen opgericht. De extreemrechtse vrijwillige
ex-militairen vielen de opstandelingen met grof geweld aan. Het geweld
verspreidde zich naar andere steden.
Door het geweld verloor een groot deel van Duitsland zijn vertrouwen in de
democratie. Dit vertrouwen kreeg juni 1919 een nieuwe klap door het Verdrag
van Versailles. Conservatieven en rechtsextremisten waren woedend en
verspreidde de dolkstootlegende (niet verloren, maar een dolkstoot in de rug van
demo leiders die wapenstilstand vraagden en arbeiders die in opstand kwamen).
Dit was niet waar, maar wel geloofwaardig.
Mede hierdoor verloren de democratische partijen hun meerderheid. Daardoor
waren ze afhankelijk van conservatieven. Door de vele verdeeldheid werd er
zwak geregeerd. De economie leed onder de herstelbetalingen en het verlies van
gebieden met steenkool en andere grondstoffen. Dat ondergroef het vertrouwen
in de democratie nog meer. Vooral toen 1923 de economie stilviel met als
oorzaak ruzie met de geallieerden. Frankrijk bezette het roergebied omdat
Duitsland niet snel genoeg betaalde, Duitsland riep een staking op om hiertegen
te protesteren en om de staking te financieren werd meer geld gedrukt en dus
hyperinflatie.
Uiteindelijk gaf Duitsland zijn verzet op en zagen de geallieerden in dat ze alleen
hun geld kregen als de economie zich versterkte en dus werd het Dawesplan
opgesteld in 1924. Hierdoor bloeide de economie weer op en verdwenen de
internationale spanningen.
Nazi’s aan de macht
Na de beurskrach van NY in 1929 ging het toch weer mis. Duitsland werd hard
getroffen en de regering deed door onenigheid niks. Veel mensen stemde dus op
totalitaire partijen, omdat die beweerden een oplossing te hebben. Bij de
verkiezingen behaalden de communistische KPD en nationaalsocialistische
NSDAP van Hitler veel winst en hadden in 1932 samen een meerderheid.
Hitler gaf in zijn boek (1925) de schuld van de Duitse nederlaag aan de Joden. Hij
wilde de oorlog overdoen, om Duitsland te laten heersen over Europa. Hij wilde
geen kolonies, maar lebensraum voor de Duitsers in het oosten. Daarvoor
moesten ze de “minderwaardige” Slavische volken verwijderen.
Hitler profiteerde van de instabiliteit en met propaganda overtuigde hij veel
Duitsers dat alleen hij het land kon redden. Hij beloofde het Verdrag van
, Versailles ongedaan te maken en van Duitsland een volksgemeinschaft
(volksgemeenschap) te maken. De nazipropaganda werd ondersteund door
paramilitair (op militair lijkend) vertoon van het partijleger, de SA.
Hoewel de NSDAP in 1932 veel stemmen kreeg werd Hitler niet gelijk
rijkskanselier. President Von Hindenburg wilde hem niet benoemen, omdat hij
neerkijk op Hitler die in de oorlog alleen een korporaaltje was geweest. In januari
1933 werd hij alsnog overtuigd om hem te benoemen, omdat ze dachten met
Hitler van de democratie af te kunnen komen.
Op 5 maart 1933 waren er nieuwe verkiezingen, kort daarna stak Marinus van
der Lubbe het rijksdaggebouw in de brand. Dit was volgens Hitler het sein voor
een communistische revolutie. Om het gevaar te bestrijden voerde hij
noodmaatregelen in. Bij de verkiezingen haalde de NSDAP net geen meerderheid
en om dus de macht helemaal in handen te krijgen liet hitler met de
machtigingswet de Weimar grondwet afschaffen. Op 23 maart 1933 keurde de
rijksdag deze wet goed en zette dus zichzelf af. Toen Hindenburg overleed in
1934 werd Hitler Führer des Deutschen Volkes.
De nazi’s begonnen met terreur en propaganda aan de nazificatie. De SS was de
elite-organisatie van de nazi’s. Goebbels beheerde alle media. Dit alles droeg bij
aan de gehoorzaamheid aan het nazi-regime. Ook was er minder werkloosheid en
meer welvaart, deze indruk werd ook gewekt.
Tweede wereldoorlog
In 1933 bereidde Hitler zich voor op nog een oorlog met herbewapening en
aansluiting van Duitstalige gebieden (Oostenrijk en Sudetenland). Duitsland en
Frankrijk werkten samen, maar vonden zichzelf niet sterk genoeg voor een oorlog
dus wilde ze de vrede behouden d.m.v. appeasementpolitiek. Dit boeide Hitler
niks. Hij kreeg op de conferentie van München (1938) toestemming van
Chamberlain en de Franse premier om het Sudetenland binnen te vallen. Hitler
beloofde dat hij nu niks meer zou doen en geen oorlog met GB zou starten.
Chamberlain ging blij naar huis, maar Hitler verbrak zijn belofte. Hij sloot een
niet-aanvalsverdrag met de SU op 23 augustus 1939 en maakte afspraken over
de verdeling van Polen. Op 1 september 1939 vielen de Duitsers polen binnen en
2 dagen later verklaarde GB en Frankrijk Duitsland de oorlog.
De eerste 2 oorlogsjaren was Duitsland oppermachtig en bezette grote delen van
Europa.
Hitlers grote doel was de verovering van de SU die hij in juni 1941 aanviel. Vanaf
1943 drongen de rode troepen Duitsland terug. Deze aanval leidde tot andere
veranderingen in Europa. Het startte de holocaust en had gevolgen voor niet-
joden. Met dwangarbeid werd de Duitse economie op gang gehouden. Er kwam
arbeidsdienst (ongewapende dienstplicht om mensen in bijv. de landbouw in te
zetten). Vanaf 1942 was er ook arbeidsinzet (de verplichting van mannen 17-40
om in Duitsland te werken). Vanaf juni 1944 werd Duitsland aan 2 kanten
teruggedrongen. Er kwam geen wapenstilstand, maar alleen onvoorwaardelijke
overgave. Hitler wilde doorvechten en toen dat de SU Berlijn overnamen op 30
april pleegde hij zelfmoord.
4.2 Duitsland valt uiteen (1945-1961)
Twee Duitse staten
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller merelvandersluijs04. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.33. You're not tied to anything after your purchase.