SAMENVATTING 2.7:
UITDAGINGEN IN EDUCATIE EN
ONTWIKKELING
PROBLEEM 1: PESTEN
JUVONEN & GRAHAM (2014) PESTEN OP SCHOOL: DE MACHT VAN
PESTERS EN DE ZWAKTE VAN SLACHTOFFERS
Pesten bevat gerichte intimidatie of vernedering. Vaak is er een fysiek of sociaal
sterker persoon die zijn macht misbruikt om iemand anders te
bedreigen/kleineren. De macht onbalans onderscheidt pesten van conflict.
Klein percentage zijn chronische pesters (minder dan 10%). Meestal hoe ouder ze
worden hoe minder het voorkomt. Ook zie je een daling in slachtofferschap.
Conclusie van een longitudinaal onderzoek over pesters en slachteroffers laat
eerder instabiliteit dan stabiliteit zien. Dit komt ook door veranderende factoren
zoals het veranderen van school. Dit betekent niet dat de effecten niet lang
zichtbaar blijven.
VORMEN EN FUNCTIES VAN PESTGEDRAG
Er zijn directe en indirecte vormen van pesten. De directe vorm bevat fysieke
agressie, bedreigingen en namen noemen. Indirect is het verspreiden van
roddels, backstabbing en buitensluiten. Hierin zitten geen leeftijdsverschillen.
Jongens zijn fysiek agressiever dan meisjes. Meisjes gebruiken wel mee
relationeel gedrag. De twee pest vormen zijn hoog met elkaar gecorreleerd.
PESTEN EN SOCIALE DOMINANTIE
Pesten gedragingen zijn niet alleen proactief of instrumentele vormen van
agressie, maar ze worden begeleid door sociale dominantie motieven die pieken
op tijden van sociale reorganisatie geassocieerd met transities. Het is moeilijk te
bepalen of deze verandering vooral omgevingsveranderingen zijn (grotere
scholen, meer anonimiteit) of dat het een combinatie van omgeving en
ontwikkeling (puberteit) verandering zijn in de creatie van sociale hiërarchieën
gebaseerd op agressie.
OPGEBLAZEN ZELF-BLIKKEN EN SOCIALE COGNITIEVE BIASEN VAN PESTERS
Pesters denken heel hoog van hunzelf op basis van de sociale feedback die ze
ontvangen. Deze gewenste sociale feedback, gecombineerd met vijandige
attributionele bias (= dubbelzinnige situaties worden snel reflecteert als
vijandig), zorgt ervoor dat pesters zich goed voelen over zichzelf en niet in zien
wat ze aan anderen aan doen. Wanneer peers niet het agressieve gedrag van de
pester uitdagen, zal het pesten aanhouden en bevestigd worden door de peer
collectief.
, SLACHTOFFERS
Slachtoffers ervaren veel problemen. Het is onduidelijk of dit komt doordat ze
gepest worden of dat ze gepest worden door deze problemen
SUBTYPES
Mensen die in de risicogroep vallen van pesters zijn mensen die angstig, onzeker
en sensitief zijn. Specifiek is het onzeker zijn in sociale interacties. Andere groep
is uitdagende slachtoffers die een toevlucht nemen tot agressie. De groep die
pest en gepest is heeft sommige van de dingen van het slachtoffer, maar niet
enkele van de sociale voordelen geassocieerd met de hoge sociale status van de
pester.
INDIVIDUELE EN SOCIALE RISICOFACTOREN
Individuele factoren (obesitas, handicap, LGBT) die een jong iemand apart van de
groepsnorm zetten hebben een verhoogd risico op pesten speciaal als ze geen
vrienden hebben of wanneer ze afgewezen worden door de groep. Maar wanneer
ze vrienden hebben of geaccepteerd wordt door de klasgenoten verlaagd dit
risico. Het hebben van één vriend kan al een groot verschil maken.
CONSEQUENTIES
Slachtoffers van pesten zijn emotioneel gestrest. Een enkel event van pesten is
gerelateerd tot dagelijkse levels van anxiety. Hoewel de associatie tussen interne
stress en slachtofferschap waarschijnlijk een cyclus is, is het belangrijk om de
bemiddelende mechanismen te begrijpen die zorgen voor de link tussen
slachtofferschap en aanpassingsproblemen. Vaak wijzen slachtoffers de oorzaak
aan zichzelf voor het pesten. De slachtoffers voelen zich niet alleen angstig, maar
ze kunnen ook last hebben van hoofdpijn en andere fysieke dingen die ervoor
zorgen dat ze minder naar school komen. Dus de associatie tussen pesten en
slechte fysieke gezondheid komt er waarschijnlijk doordat ze een andere
reactiviteit hebben tot stress (HPA-as).
PESTEN IN CONTEXT
Online pesten onderscheid zich door de snelheid en verspreiding. Ook is het erg
anoniem. Daarnaast wordt er weinig gemonitord waardoor het erg makkelijk is
om een onaardig berichtje te sturen.
Meer etnische diversiteit in de klas en op school is gerelateerd aan minder pesten
door minder kwetsbaarheid bij Latino’s en Afro-Amerikanen. Studenten die bloot
worden gesteld aan een minder eisend curriculum en meer afwijkende peers
hebben een groter risico op antisociaal gedrag.
INTERVENTIES
Schoolwijde interventies focussen op studenten, ouders en volwassenen binnen
de school. Het heeft de assumptie dat pesten een systematisch sociaal probleem
is. Olweus pest preventie programma (OBPP) bevat bewustzijn van het
probleem, verhoogd monitoren en systematische en consistente reacties op pest
incidenten. In Noorwegen heeft dit programma geleid tot verminderd pestgedrag.
Maar wereldwijde analyses laten dit niet zien. Dit kan komen doordat er veel
,bewustzijn wordt gecreëerd, waardoor het opeens vaker rapporteren. In
Noorwegen zijn er kleine klassen, met goed getrainde leraren. KiVa is een ander
programma die focust op bijstanders of getuigen van pesten. Het doel is meer
empathie creëren en strategieën om te helpen. WITS leert sociale vaardigheden
om interpersoonlijke conflicten op te lossen. Steps to respect is vooral gefocust
op relationeel geweld en veranderingen maken in pestend gedrag.
Gerichte interventies is een track waarbij kinderen sociaal-cognitieve training
krijgen en is alleen gefocust op de kinderen.
JIMÉNEZ (2016) EFFECTIVITEIT VAN ANTI-PEST PROGRAMMA’S: EEN
META-ANALYSE.
Het doel van de meta-analyse van random klinische trials is om de effectiviteit
van 14 antipestschoolprogramma’s te evalueren.
METHODE
De inclusiecriteria van de onderzoeken waren:
Het doel moest het evalueren van de effectiviteit van interventies tegen
pesten zijn
De doelgroep moest de directe leerpopulatie zijn (primaire of secundaire
leerlingen)
Er moest voldoende statische informatie zijn van de controlegroep en de
interventiegroep, minstens bij posttest
Het moest een experimenteel design hebben, dus RCT’s
Het moest gepubliceerd zijn tussen 2000 en 2015. Uiteindelijk werden er
alleen onderzoeken tot 2013 gebruikt.
De steekproef bestond uit 30.934 leerlingen tussen de 7 – 16 jaar. De
controlegroep en interventiegroep waren ongeveer gelijk verdeeld.
RESULTATEN
De uitkomstmetingen van de onderzoeken waren:
1. Pesten of schoolgeweldfrequentie: de frequentie daalde in de IG, maar er
was wel sprake van heterogeniteit waardoor er hogere effectgrootten
waren voor interventies die minder dan één jaar duurden en die kinderen
onder de 10 jaar als doelgroep hadden.
2. Frequentie van slachtofferschap: de frequentie daalde, wel sprake van
heterogeniteit.
3. Houdingen voor pesten of schoolgeweld: er waren gemiddelde gunstige
effecten en er was homogeniteit. Dit had de grootste effectgrootte.
4. Houdingen tegen pesten of schoolgeweld: er was wel homogeniteit, maar
de effectgrootte was klein en niet significant.
5. Schoolklimaat: er was homogeniteit, maar er waren weinig significante
verschillen na de interventies.
Bij slachtofferfrequentie en schoolklimaat was er wel publicatiebias, maar
sommige figuren waren niet passend om deze bias te detecteren.
, CONCLUSIE
De duur en complexiteit van de interventies zijn teruggevonden als moderators.
Er is enig bewijs voor de effectiviteit van de interventies voor het verminderen
van de frequentie en de houdingen voor pesten, maar het moet voorzichtig
geïnterpreteerd worden omdat de meeste effectgrootten te zwak zijn voor
significantie. Ook is het schoolklimaat nog niet voldoende bestudeerd.
Limitatie: de meta-analyse bevat alleen RCT’s van hoge kwaliteit waardoor er
maar weinig onderzoeken overbleven om te analyseren. Dit zorgde voor minder
power.
VAN DER PLOEG (2016) DE SUPPORT GROEP AANPAK IN HET
NEDERLANDSE KIVA ANTI-PEST PROGRAMMA: EFFECTEN OP
SLACHTOFFERSCHAP, BESCHERMING EN WELZIJN OP SCHOOL
Het KiVa programma gaat ervan uit dat pesten een groepsfenomeen is met
verschillende rollen in plaats van een incident tussen twee personen. Bijstanders
zijn cruciaal voor het behoud van pest gedrag. Het programma motiveert de
bijstanders om de kant van het slachtoffer te kiezen. Het programma bestaat uit
tien studenten lessen en een computer game. Het doel is niet om de pester te
veranderen, maar om zorgen voor het slachtoffer te creëren.
Ze hebben eerst een meeting waarbij ze met de slachtoffers praten. Daarna is er
een supportgroep die pesters, hun assistenten, vrienden van het slachtoffer en
wat hoge sociale peers. Het slachtoffer is er niet bij. Dan worden er ideeën
gebracht om te kijken hoe ze deze persoon kunnen helpen. Na twee weken is er
een follow-up om te kijken wat er is veranderd.
RESULTAAT
Er is op korte termijn in ieder geval effect. Lange termijn iets minder. Het aantal
pesters tussen de twee groepen verschilde niet significant. Wel was het aantal
slachtoffers gedaald. Dus de bevindingen ondersteunen niet de hypothese dat
slachtoffers voor wie een supportgroep was georganiseerd minder slachtoffers
waren aan het eind van het schooljaar dan de slachtoffers die geen supportgroep
hadden gekregen. Slachtoffers met de supportgroep hadden wel meer
verdedigers aan het eind van het jaar. Dus de supportgroep werkt vooral in
termen van verdedigd worden. Welzijn veranderde niet significant.
VREEMAN & CARROLL (2007) SYSTEMATISCHE REVIEW VAN
SCHOOL-GEBASEERDE INTERVENTIES OM PESTEN TE VOORKOMEN
Het doel van deze review was om interventies om pesten te voorkomen of
verminderen te evalueren, met als doel te bepalen of deze interventies effectief
waren.
METHODE
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller neeltje22. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.26. You're not tied to anything after your purchase.