Om een verandering te maken moeten er meerder stappen worden doorlopen, hieronder een model
met de stappen die doorlopen moeten worden. Het model bestaat uit een bovenstroom en een
onderstroom.
Bovenstroom
In de bovenstroom worden documenten en systemen gemaakt en processen aangepast. Hierbij kan
je denken aan een nieuw logo, doelgroep, organogram en meer. In de bovenstroom komen de
feitelijke veranderingen die vaak terugkomen in gerealiseerde producten voor.
Om doelgericht te veranderen kunnen er drie methodes worden gebruikt namelijk,
programmamanagement, projectmanagement op basis van projectmatig creëren en projectaanpak
op basis van scrum.
De eerste methode is programmamanagement, dit staat voor het opdelen van de verandering in
meerdere deelgebieden. Hierdoor komen er meerdere kleine veranderingen waardoor het
makkelijker opgepakt kan worden. De programmamanager maakt een projectenportfolio en ziet hier
precies wat de status is per deelverandering en wat het bijdraagt aan het einddoel.
Programmamanagement kent vier stappen:
- De oriëntatiefase, hierin wordt er nagedacht over of het programma wenselijke is en wat het
doel ervan is.
- De opbouwfase, hierin wordt het programma opgetuigd en ingevuld. Men bepaalt welke
activiteiten en projecten opgestart gaan worden, de opbouwfase geeft richting aan de
uitvoering van het programma.
- De uitvoeringsfase, hierin worden alle projecten gestart en uitgevoerd. Er wordt continu
bekeken of alle activiteiten en projecten bijdragen aan het doel, er worden inhoudelijke
beslissingen gemaakt.
- De afbouwfase. In deze fase wordt het programma gestopt en worden de losse projecten
afgerond. Er wordt verantwoording afgelegd van de behaalde doelen en de kosten ervan.
,In de onderstroom staan de organisatie en de individuen door een psychologisch proces van loslaten
naar een nieuw begin. Dit proces is van rouwen naar opbouwen, de medewerkers moeten de
verandering accepteren en het zich eigen maken.
De tweede methode is het gebruiken van projectmanagement op basis van projectmatig creëren, dit
kent de volgende stappen:
- Bij het opstarten van een project wordt er een project brief geschreven, hierin staan de
doelen, resultaten en randvoorwaarden zoals tijd, geld en kwaliteit.
- Hierna wordt er een team samengesteld, de projectleider is in staat het team te leiden en is
verantwoordelijk voor het behalen van het resultaat.
- Het team ziet het project start-up hier wordt gekeken hoe het resultaat eruit moet zien. Het
resultaat is het uitgangspunt. Activiteiten op korte termijn zijn relatief concreet uitgewerkt,
activiteiten op langere termijn zijn vager uitgewerkt.
- Het projectteam start de uitvoering, de projectleden zoeken steeds naar de beste oplossing
en werken deze uit. Er is ruimte om af te wijken en verbondenheid in het team en een
gezamenlijke drang om het eindresultaat te realiseren.
- Elk lid neemt persoonlijk leiderschap om te zorgen dat het project slaagt, de projectleden
beheren en delen informatie.
- Aan het eind wordt het project overgedragen aan de opdrachtgever die moet zorgen voor de
inbedding in de organisatie. Het project wordt geëvalueerd en geformuleerd zodat de
organisatie leert van het project.
De derde een laatste methode is de projectaanpak op basis van agile/scrum.
Bij scrum zijn er drie rollen:
- De scrum master: een leider die het scrumproces begeleidt en in de gaten houdt of het
scrumproces op een goede manier gevolgd wordt.
- De Product owner: degene die de verantwoordelijk neemt voor het realiseren van het
product in afstemming met de klant
- Het scrum team: een zelfsturend team dat alle kennis bezit om het product te maken en
voortdurend onderling afstemt.
De klant stelt samen met de product owner de lijst van eisen waaraan het product moet voldoen,
hier wordt bepaald wat er klaar is als het project klaar is. De beschrijving hiervan wordt de user story
genoemd. Elke ochtend is er een bijeenkomst van 15 minuten, er wordt aan elk lid drie vragen
gesteld om te weten te komen wat er gedaan is sinds de vorige bijeenkomst, wat er gedaan wordt
voor de volgende bijeenkomst en welke problemen ertegen zijn gekomen. Op de zogeheten product
back log staat wat er allemaal nog gedaan moet worden om het product klaar te maken. Alle
activiteiten die gedaan moeten worden hangen op een bord, de hoogste prioriteit moet eerst gedaan
worden, deze hangen daarom ook bovenaan. Elke vier weken wordt er een deel van het product
worden opgeleverd, dit worden ook wel sprints genoemd.
Onderstroom
Systemisch transitiemanagement gebruikt vijf fases in de onderstroom namelijk:
- Urgentie: De verandering moet noodzakelijk zijn, de medewerkers moeten het gevoel
hebben dat het nodig is.
- Loslaten: In deze fase zijn de medewerkers wat ze gaan missen, elke medewerker reageert
hier anders op. De een ontkent het en blijft doorwerken volgens de oude routine, sommige
denken dat er niet naar hen geluisterd wordt en gaan zich tegen het management verzetten.
Andere gaan het probleem verplaatsen en geven niet het management de schuld maar
reageren het af op andere medewerkers. Sommige werknemers rationaliseren en laten
gedrag zijn terwijl ze zich niet zo voelen, zij maken zich niet kwetsbaar.
, - Niet weten: In deze fase is het oude losgelaten, maar het nieuwe nog niet ingevoerd. Er zijn
hier twee kanten mogelijk, de ene kant is dat ze teruggaan naar de vertrouwde en de oude
routines. De andere kant is dat ze doorgaan naar de volgende fase en op zoek naar een
nieuwe mogelijkheid.
- Creatie: In deze fase worden nieuwe ideeën uitgewerkt en geprobeerd. De medewerkers
experimenteren en zoeken verbinding met anderen, hieruit komen nieuwe mogelijkheden en
kansen.
- Nieuw begin: De omslag begint vorm te krijgen, successen worden geboekt. De
experimenten worden steeds verder gerealiseerd in de organisatie.
Weerstand
Weerstand is geen bewust proces, maar ontstaat wanneer er een verandering plaatsvindt.
Weerstand bestaat uit vier soorten:
Als er niet goed omgegaan wordt tegen weerstand klimt de organisatie de zogeheten escalatieladder
op, hieronder een foto hiervan.
Pocketveto komt wel eens voor in een verandering, de medewerker of manager zegt ja en geeft aan
dat hij meegaat met de verandering, maar op hun eigen plek doen ze wat ze zelf willen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller boydrodenburg. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.20. You're not tied to anything after your purchase.