Ik heb met alle andere rechtsvakken gemiddeld een 8 gehaald. Het is een duidelijk en beknopte samenvatting. Cijfer voeg ik er na het tentamen bij, maar ik verwacht dat met het doornemen van deze samenvatting u gegarandeerd een voldoende haalt (weet waar de wetten in de wettenbundel staan uiteraard)...
,Sociaal recht
1.1 oriëntatie
Onzelfstandige beroepsbevolking: heeft een betaalde baan.
Afhankelijkheidspositie streepje werkgever. De werkgever heeft het recht om
instructies te geven aan zijn ondergeschikten.
Groepen
private sector: werknemers. In het bedrijfsleven. 25% van deze groep heeft een
flexibele arbeidsrelatie (werknemers met een tijdelijk contract oproepkrachten,
uitzendkrachten et cetera).
publieke sector: ambtenaren. In dienst van de overheid (werkgeefster).
Semipublieke sector: zij verbonden aan organisaties en instellingen binnen de
private sector, die financieel afhankelijk zij van de overheid (personeel in ZKH,
verpleegtehuizen. Onderwijs, omroep en woningcorporaties en buurthuizen).
Zelfstandige beroepsbevolking: krijg je geen opdrachten van andere. De helft is
ZZP'er (werkt voor zichzelf en heeft geen werknemers in dienst- zelfstandige
zonder personeel).
Schijnzelfstandigen: zijn voor opdrachten vaak afhankelijk van maar één
opdrachtgever. ZZP’ers hebben geen beschermende regels die wel voor de
werknemer gelden.
Sociaal recht kijkt Alleen naar de onzelfstandige beroepsbevolking.
Dienstverband: hun werkgever draagt het werk op dat zij moeten gaan
verrichten. Vanaf 1 januari 2020 is de rechtspositie van de ambtenaar
gelijkgetrokken juridisch gezien aan de private en semipublieke sector.
wet normalisering rechtspositie ambtenaren (Wnra): het arbeidsrecht is
van toepassing op het overgrote deel van de ambtenaren dat geldt voor
werknemers In de private sector. Ambtenaren wet blijft van kracht: Alleen van
toepassing op de publieke sector en het verbod om giften aan te nemen, de
plicht om andere functies te melden en de geheimhoudingsplicht. Voor een
aantal groepen ambtenaren geldt het gewone arbeidsrecht niet, bijzondere
regeling. Bijvoorbeeld rechters, politie en defensie.
Wet normering bezoldiging topfunctionarissen (WNT): Niemand In de
publieke semi publieke sector mag per jaar meer verdienen dan een bepaald
maximumbedrag. Niet meer dan 130% van een ministersalaris. De
balkenendennorm: 209.000 euro bruto.
1.2 Rechtsbronnen
1. Het arbeidsovereenkomstenrecht
BW: regelt de verhouding tussen de individuele werkgever- en nemer.
Belangrijkste wetten: 7:10 (beschermende bepalingen).
- De wet flexibiliteit en zekerheid: werkgevers kunnen flexibeler en slagvaardiger
over werkgevers beschikken. Waarom: om door mondialisering in de markt
sneller op veranderingen in de markt te reageren. Wilden extra bescherming en
zekerheid bieden voor kwetsbare groepen uit de arbeidsmarkt.
- Wet werk en zekerheid: Waarom: wilden halt toeroepen op de ontwikkeling dat
steeds minder mensen een vaste arbeidscontract kregen. Was moeilijker om ze
te ontslaan. Agaium: vast minder vast. Flex minder flex. Maken meer gebruik
van tijdelijke oproepkrachten, arbeidskrachten en zzp'ers 2. Einde maken aan
ongewenste ontwikkeling ontslagrecht. 3. Overheidsuitgaven terugdringen:
minder lange uitkeringen.
- Wet arbeidsmarkt in balans: wilt de niet gehaalde doelen van het WWZ alsnog
behalen.
2. Het vermogensrecht (in het algemeen).
,Obligatoir: een overeenkomst waaruit verbintenissen voortvloeien. Verbintenis:
rechtsbetrekking tussen 2 partijen waarbij de ene partij een of meer rechten
krijgt en de ander een of meer plichten.
Arbeidsovereenkomst: werkgever heeft plicht om loon te betalen en de
werknemer om arbeid te verrichten. Andersom hebben ze daar recht op.
Algemene regels. Speciale regeling voor algemene regeling: (7:610 e.v. BW)
geeft dit geen antwoord, dan gebruik je de algemene regeling uit het
vermogensrecht (boek 3 en 6 BW). Verhouding tussen bijzondere regels
arbeidsovereenkomst vs het vermogensrecht (als ze in strijd zijn met elkaar bijv).
3. Overige wetten m.b.t. de private sector
Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag, wetten op gelijke behandeling in
de werkrelatie, de wet arbeid vreemdelingen, de wet op de collectieve
arbeidsovereenkomst, de wet op de ondernemingsraden, de wet melding
collectief ontslag en de verschillende wetten op het terrein van de sociale
zekerheid (WW, ziektewet).
4. De jurisprudentie: 7:611 BW geschil over goed werknemer- en
werkgeverschap. Rechter heeft la bouche de la loi: heeft de ruimte om zelf te
bepalen of iemand niet een goede werkgever is geweest. Uitleg en interpretatie
is een bron. Rechter is rechtsvormer: vult de wetgever aan. JAR (Jurisprudentie
arbeidsrecht) en RAR (rechtspraak arbeidsrecht). AR updates (online).
5. De cao
Collectief. Wordt jaarlijks/tweejaarlijks gesloten tussen de individuele werkgever
en werkgeverorganisaties Soms staan er afspraken in die niet door de wet of
wetsartikel beschreven zijn. Arbeidsvoorwaarden: hoogte lonen, het aantal
vakantie- en verlofdagen bijv.
6. Het verdrag
Burgers kunnen zich hier rechtstreeks op beroepen. Nederlands recht moet niet
in strijd zijn met hogere verdragsbepaling. ESH en verdragsbepalingen van de
internationale Arbeidsorganisatie.
EU- verdragen. Implementatie: richtlijnen die lidstaten moesten omzetten in
nationaal recht.
VB: informatieplicht werkgever en de regeling van de overgang van
ondernemingen.
1.3 Van dwingend recht tot aanvullend recht
Dwingend: Afhankelijkheidspositie werknemer: loon is een financiële bron om in
zijn levensonderhoud te voorzien en moet verplicht eenzijdige instructies van
werkgever opvolgen.
Wilden hiermee voorkomen dat ze arbeidsvoorwaarden zouden accepteren die ze
normaal niet zouden accepteren. Dus bescherming van macht werkgever.
Werkgever en werknemer: 1. mogen hier niet van afwijken. 2. niet ten nadele van
de werknemer afwijken. Voor het tweede krijgt de wn rechten waar hij zich ten
minste altijd op kan beroepen.
Driekwart dwingend: mag uitsluitend van worden afgeweken bij cao's en bij
een regeling door of namens een bevoegd BO. Alleen de vakbonden en de
werkgeversorganisaties mogen in gezamenlijk overleg met een cao als resultaat
een andere regeling treffen dan in de wet staat.
Semidwingend recht: mag alleen van worden afgeweken bij een schriftelijk
aangegane overeenkomst. Tussen werknemer- en gever kan dit individueel
worden afgesproken.
Aanvullend: afwijken mag in overeenstemming. (ook individueel en
mondeling).
, Herkenning
Van dwingende aard: sanctie als je afwijkt staat erbij (elk beding wordt dan nietig
of vernietigbaar).
Of er staat van dit beding kan niet worden afgeweken. Nietig: bestaat niet.
Vernietigbaar: actieve handeling van de werknemer. Werkgever moet dus zich
beroepen op strijdigheid met de wet.
Verjaring: na 5 jaar niet mogelijk meer.
Driekwartdwingende aard: er staat expliciet dat de afwijking slechts mogelijk is
bij cao of regeling.
Kan nooit individueel van worden afgeweken, dus het geldt niet als dat gedaan
wordt.
Semidwingend: afwijking bij schriftelijke overeenkomst moet er staan.
Aanvullende aard: afwijking staat vrij.
1.4 De bevoegde rechter
Absolute:
Civiel: civiele- uitzondering bij geschillen tussen bestuurders en NV of BV
(statutaire directeur) en tenzij het bedrag hoger dan 25.000 euro is of
onbepaald. kantonrechter- arbeidsgeschillen.
Hoger beroep of cassatie mogelijk. Moet via een dagvaarding aanhangig worden
gemaakt. Verzoekschriften ook mogelijk bij ontslagzaken.
Relatieve:
Arrondissementen: gebieden. Vestigingsplaats: plaats waar de kantonrechter is.
A) woonplaats of vestigingsplaats van wederpartij. B) Plaats waar de arbeid
gewoonlijk wordt verricht. Kort geding is mogelijk als er snel (bijv. Bij staken) een
rechterlijke uitspraak nodig is. Definitie: een snel afgewikkelde, informele en
grotendeels mondelinge gevoerde procedure voor spoedeisende gevallen. --
Voorzieningenrechter. Het is niet definitief, dus als de partij in het ongelijk wordt
gesteld kan je nog een bodemprocedure (gewone) starten.
Hfst 2
Drie overeenkomsten.
1. De arbeidsovereenkomst.
2. De overeenkomst tot aanneming van werk: geen dwingend recht, aanvullend.
3. De overeenkomst van opdracht: geen dwingend recht, aanvullend.
De kenmerken van een overeenkomst maken of dat het een overeenkomst is en
de partijbedoeling/feitelijke uitvoering aan de overeenkomst maken uit of de
arbeidsovereenkomstenrecht van toepassing is.
2.2 Kenmerken van overeenkomsten van werk
1. De arbeidsovereenkomst: De arbeidsovereenkomst is de overeenkomst
waarbij de ene partij, de werknemer, zich verbindt in dienst van de andere partij,
de werkgever, tegen loon gedurende zekere tijd arbeid te verrichten. Staat in
dienst betekent: staat in gezagsverhouding tot de werkgever.
2. De overeenkomst tot aanneming van werk: 1.
A) De ene partij verbindt zich aan de ander (de aanbesteder) door werk van
stoffelijke aard te brengen en te leveren. B) Aanbesteder verbindt zich een
bepaalde prijs te betalen. C) Geen arbeidsovereenkomst (buiten
dienstbetrekking.
3. De overeenkomst van opdracht:
A) De ene partij verbindt zich tegenover de opdrachtgever door werkzaamheden
te verrichten. B) Anders dan op basis van de arbeidsovereenkomst (geen
gezagsverhouding) C) De werkzaamheden bestaan uit iets anders dan tot het tot
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller familievk. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.15. You're not tied to anything after your purchase.