In zintuigcellen (receptoren) ontstaan onder invloed van prikkels impulsen.
- Mechanische receptoren reageren bijvoorbeeld op aanrakingen en geluid.
- Chemische receptoren binden bepaalde moleculen uit de omgeving.
Zintuigen hebben een prikkeldrempel die moet worden overschreden om een impuls te
kunnen veroorzaken.
- Adequate prikkel: de soort prikkel waarvoor de prikkeldrempel van een zintuigcel het
laagst is.
- Adaptie (gewenning): aanpassing van de gevoeligheid van een zintuig bij een
aanhoudende prikkelsterkte.
Basisstof 2: het oog.
Harde oogvlies (wit): stevig vlies, geeft bescherming.
Hoornvlies (doorzichtig): de voortzetting van het harde oogvlies aan de voorzijde.
Iris (regenboogvlies): gekleurde deel (pigment) van het oog.
- Pupil: opening in de iris.
Vaatvlies: bevat veel bloedvaten; zorgt voor de
voeding van een groot deel van het oog.
Netvlies: binnenste laag van de wand van een ook met
lichtreceptoren.
Gele vlek: plaats in het centrum van het netvlies.
Blinde vlek: plaats in het netvlies waar de oogzenuw
het ook verlaat en de doorgang voor bloedvaten.
Glasachtig lichaam (geleiachtig): houdt het netvlies op
zijn plaats.
Ooglens: bolle lens achter de iris en de pupil. Afbeelding 1: horizontale doorsnede van het oog.
Het hoornvlies, de ooglens en het straalvormig lichaam
zorgen ervoor dat een scherp beeld op het netvlies ontstaat.
- Lichtstralen die een oog binnenvallen, worden gebroken door het hoornvlies en de
ooglens.
- Straalvormig lichaam: hierin liggen de accommodatiespieren (kringspieren).
- De lenzen hangen met behulp van lensbandjes in de straalvormige lichamen.
Accommoderen: de vorm van de ooglenzen wordt aangepast aan de afstand waarop een
voorwerk zich bevindt.
Op het netvlies wordt een omgekeerd, verkleind beeld gevormd.
- In de gezichtscentra in de grote hersenen wordt het beeld waargenomen.
Bij lenzen wordt de ligging van het brandpunt (F) bepaald door de vorm van de lens.
- Negatieve (holle) lenzen spreiden (divergeren) het licht.
- Positieve (bolle) lenzen bundelen (convergeren) het licht.
- Hoe boller de lens, hoe kleiner de brandpuntsafstand (f).
- Bij een bolle lens met een vaste brandpuntsafstand wordt de beeldafstand (b) kleiner
naarmate de voorwerpsafstand (v) groter wordt.
Bijziendheid: voorwerpen van dichtbij kun je scherp zien maar van veraf niet.
Verziendheid: voorwerpen van veraf kun je scherp zien maar voorwerpen van dichtbij niet.
De pupilreflex: beschermt lichtreceptoren in het netvlies tegen een te hoge lichtintensiteit.
- Kringspieren en straalsgewijs lopende spieren in de iris bepalen de pupilgrootte.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller SophiaV. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.22. You're not tied to anything after your purchase.