In dit document staan de vragen die bij de werkcolleges van het vak zijn behandeld. Ik ben bij alle werkcolleges geweest waardoor ik heb kunnen controleren of mijn antwoorden oké waren.
Week 3
Boon, S. & Manneke, A. (2017). De dubbele last van stigmatisering bij psychisch
kwetsbaren. In I. van der Padt, J. Derks en S. Boon (red.), Psychische kwetsbaarheid.
Belicht vanuit sociaalpsychiatrisch perspectief (pp. 77-85). Amsterdam: Boom
uitgevers.
1. Wat is het risico van stigmatisering van psychisch kwetsbaren?
Door stigmatisering lopen zij een groot risico in een sociaal isolement te raken.
2. Wat is stigmatisering?
Stigmatisering is een proces waarbij mensen op basis van een niet-geaccepteerde
afwijking van de norm een etiket toebedeeld krijgen.
3. Welke drie vormen van stigmatisering zijn er (volgens Goffman)?
- Beschadigingen van het lichaam zoals brandwonden.
- ‘Smetten’ op het individuele karakter (verslavingen, psychiatrische stoornissen).
- ‘Stamidentiteit’ (ras, sekse, religie of nationaliteit). Het betreft hier het toeschrijven
van kenmerken aan groepen.
4. Welke typen stigma zijn er?
- Publiek stigma
- Associatief stigma
- Structureel stigma
- Zelfstigma
5. Wat is het verschil tussen publiek stigma, associatief stigma, structureel stigma en
zelfstigma?
Publiek stigma: verzamelnaam voor stigmatisering vanuit de samenleving (bijv.
toekennen van negatieve labels aan mensen met psychiatrische problemen waardoor
zij niet in bepaalde woonwijken worden geaccepteerd).
Associatief stigma: wanneer het stigma naastbetrokkenen treft van de
geëtiketteerde groep.
Structureel stigma: verwijst naar een vorm van stigmatisering die in de wet- en
regelgeving en in procedures verankerd ligt (bijv. afname van rijbewijs als iemand
psychische problemen heeft).
Zelfstigma: vorm van stigmatisering waarbij de oordelen van de buitenwereld over
die persoon worden geïnternaliseerd door diezelfde persoon.
6. Hoe spelen stereotypen, vooroordelen en discriminatie een rol bij stigmatisering?
Een stereotype is een representatie van een groep die opgeslagen ligt in het
geheugen (vaak in de samenleving gedeelde opvatting). Je weet dus van het bestaan
van een stigma.
Een vooroordeel is een negatieve emotionele reactie ten opzichte van een groep
mensen. Dus het stigma roept emotie bij jou op.
Wanneer je naar dat stigma gaat handelen (dus wanneer je naar je vooroordeel gaat
handelen) is er sprake van discriminatie.
7. Wat is het verschil tussen de systeemrechtvaardigheidstheorie en de labelingtheorie?
Systeemrechtvaardiging is een psychologisch proces waarin de bestaande sociale
verhoudingen gerechtvaardigd worden, zelfs als bepaalde groepen daardoor
benadeeld worden. Bij de labelingtheorie zijn de normen in de samenleving niet
vaststaand, maar worden ze geconstrueerd tussen personen. Volgens deze theorie
roept het label ‘psychische aandoening’ negatieve associaties op, en niet zozeer het
gedrag van de persoon met dat label.
8. Welke kritiek kwam er vanuit psychiatrische hoek op de labelingtheorie?
Volgens de kritiek vormt afwijkend gedrag wel degelijk de basis voor negatieve
reacties en zijn labels het gevolg van het gedrag en niet de oorzaak ervan. Iemand
krijgt niet voor niets een diagnose; daar moet al bepaald afwijkend gedrag aan vooraf
zijn gegaan waar de patiënt of familie zich zorgen over maakt.
9. Wat is de gemodificeerde labelingtheorie?
, Deze theorie gaat er niet meer vanuit dat het label de basis vormt voor de psychische
aandoening. Wel kunnen mensen die een psychische aandoening hebben beïnvloed
worden door de negatieve denkbeelden die er over hen bestaan.
10. Wat is label avoidance wat is de oorzaak ervan?
Bij label avoidance gaan mensen hulp vermijden, omdat potentiële cliënten bang zijn
het stigma zwak, hulpbehoevend persoon toebedeeld te krijgen. Zij willen geen
bezoek aan de psychiater brengen omdat zij dan in het ‘systeem’ bekend zijn. De
oorzaak hiervan is dat hulpverleners sinds 2014 verplicht zijn diagnoses door te
geven aan de zorgverzekeraars. Dit kan bijdrage aan het beeld dat hun cliënten
slechts een label zijn.
Boot, J.M.D. (2001). Inleiding in de medische sociologie. Assen: Koninklijke van
Gorcum, 37-43.
1. Wat is het verschil tussen sociologie in de geneeskunde en sociologie van de
geneeskunde?
Sociologie in de geneeskunde treedt op het terrein van gezondheid en ziekte op als
neven- of hulpwetenschap van de geneeskunde; ze werkt samen in de bestrijding
van ziekte en de bevordering van gezondheid.
Sociologie van de geneeskunde doet als het ware een stap terug en beschouwt de
geneeskunde als een sociaal systeem dat bestaat naast andere sociale systemen,
zoals het recht, het onderwijs of de wetenschap.
Sociologie van de geneeskunde is duidelijk te herkennen in hoofdstukken over
organisatie en functioneren van de (gezondheids)zorg. Sociologie in de
geneeskunde vinden we in de hoofdstukken die zich richten op sociaal-culturele
aspecten van zorg en zorgprocessen.
Dehue, T. (2012). Demedicalisering. De patiënt is niet goed snik. De Groene
Amsterdammer, 136 (32), 24-27
1. Wat zijn de argumenten voor demedicalisering?
- De herschrijving van de DSM, omdat daarin opnieuw wordt vastgelegd welke
gedragingen en gevoelens een stoornis moeten of mogen heten. Hierdoor besef
iedereen dat stoornissen geen vanzelfsprekendheden zijn, maar een kwestie van
definitie.
- Het aantal mensen dat aanklopt bij de geestelijke gezondheidszorg blijft groeien.
2. Wat zijn de bezwaren van demedicalisering?
- Meer kosten voor behandeling en therapie à specialistische zorg.
- Bijv. ritalin niet meer vergoeden, terwijl mensen het wel nodig zijn en moeten het
dan zelf betalen.
3. Wat is het verschil tussen anti-antimedicalisering en pro-medicalisering?
Tegen anti-medicalisering zijn betekent niet dat je pro bent.
4. Waarom biedt de term ‘medicalisering’ geen goede beschrijving?
Medicalisering gaat te veel over alleen de geneeskunde, maar er komt veel meer bij
kijken (bijv. politiek en zorgverzekeraar).
5. Wat is de oorsprong van de term ‘medicalisering’?
De term is ongeveer 40 jaar geleden ontstaan. Volgens het beeld van toen maakten
machtige psychiaters opstandige mensen monddood door hen gestoord te verklaren.
Vanaf het begin sloeg de term dus niet slechts op een medische inkadering van
gedrag, maar vooral op de partijen die dat doen. Oorspronkelijk verwees de term
naar een samenzwering tussen medici en overheid om de bevolking in het gareel te
houden.
6. Waardoor ziet de overheid de psychiatrie niet als bondgenoot meer?
De overheid laat de instellingen eerst een eigen nering opzetten en verwijst hun
vervolgens dat ze hun waren aanprijzen.
7. Wat zijn de gevolgen van marktwerking met betrekking tot medicalisering?
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller LarissaSW. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.16. You're not tied to anything after your purchase.