Met deze samenvatting en uitwerking van alle leerdoelen van de lesbrief monetaire zaken ben jij helemaal klaar voor jouw economietoets in 4, 5 of 6 vwo. Begrippen en formules worden uitgelegd in deze samenvatting.
Leerdoelen lesbrief monetaire zaken
- Hoofdstuk 1 Geld
Voordelen en nadelen benoemen van verschillende betalingsvormen.
Chartaal geld
● Tastbaar
● Munten en bankbiljetten
● Anoniem
Giraal geld
● Onzichtbaar
● Op een betaalrekening (rekening-courant)
● Pinpas, creditcard, internetbankieren
● Niet direct mee betalen
● Niet anoniem
De verschillende functies van geld beschrijven: ruilmiddel, rekenmiddel en
spaarmiddel.
Ruilmiddel (= betaalmiddel) = Geld wordt gebruikt om mee te betalen, je kunt er
goederen en diensten mee kopen
Rekenmiddel = Door geld kunnen de waarden van verschillende goederen en
diensten met elkaar vergeleken worden, je kunt prijzen met elkaar vergelijken
Spaarmiddel = Je kunt geld bewaren om hier later iets mee te kopen, de koop van
goederen en diensten wordt uitgesteld
Het verschil tussen sparen, beleggen, investeren en oppotten uitleggen.
Sparen = het opbouwen van vermogen (met vaak als doel winst maken)
Oppotten (sparen)
● Geld sparen zonder dat het iets oplevert, renteloos
● Op een betaalrekening of contant in huis
● Geld is liquide (= meteen beschikbaar als je het nodig hebt)
● Wordt niet gebruikt voor transacties, circuleert niet
● Ontpotten = als het geld later weer wordt gebruikt
Beleggen (sparen)
● Gezinnen en bedrijven zetten geld wat ze tijdelijk net nodig hebben voor
consumptie of investeringen om in financiële of materiële activa
● Spaarrekening, aandelen, grond, gebouwen
● Je ontvangt rente, dividend, (koerswinst), huur, pacht, (waardestijging)
Investeren
● Het aanschaffen van kapitaalgoederen (vaak door bedrijven)
● Machines, Grondstoffen
Uitleggen wat de vermogensmarkt is.
● Het geheel van vraag en aanbod van vermogen
● Geldmarkt = korte termijn lening (2 jaar of minder)
, ● Kapitaalmarkt = lange termijn lening (langer dan 2 jaar)
● Aanbieder van vermogen = ontvangt rente, leent geld (spaarrekening)
Vrager van vermogen = betaalt rente, leent geld (lening)
De hoogte van de rente beredeneren vanuit tijdsvoorkeur, risico en inflatie.
Risico
● Je loopt altijd een zeker risico dat degene aan wie je jouw geld hebt
toevertrouwd het geld niet terug zal betalen
● Hoe hoger het risico, hoe hoger de rente
Inflatie (of deflatie)
● Rente is een vergoeding voor het verlies aan koopkracht van de aanbieder
(heeft tijdelijk minder geld direct te besteden)
● Een stijging van de inflatie zorgt voor een stijging van de rente ter
compensatie van de koopkracht van de aanbieder
Tijdsvoorkeur
● De mate van bereidheid om consumptie uit te stellen dan wel te vervroegen,
de voorkeur van huidige consumptie boven toekomstige consumptie
● Hoe hoger de tijdsvoorkeur, hoe hoger de vergoeding is die je wilt ontvangen
voor het niet zelf kunnen gebruiken van je geld
- Hoofdstuk 2 Het ontstaan van geld en banken
Toelichten dat het ontstaan van geld te maken heeft met toenemende
arbeidsdeling en ruil.
● Omdat mensen verschillende dingen gingen produceren en meer gingen
ruilen, moest er iets bedacht worden om dit makkelijker en goedkoper te
kunnen laten verlopen: Geld
Het onderscheid aangeven tussen directe en indirecte ruil.
● Directe ruil = ruil waarbij goederen of diensten zonder tussenkomst van geld
rechtstreeks geruild worden tegen goederen of diensten, kan hoge
transactiekosten (= alle kosten die samenhangen met het tot stand komen en
afwikkelen van een ruil) met zich mee brengen
● Indirecte ruil = Goederen en diensten worden geruild tegen geld
Technische vereisten beschrijven waaraan geld als ruilmiddel moet voldoen.
● Deelbaar
● Hanteerbaar
● Houdbaar
● Waardevast
● Niet-reproduceerbaar
● Algemeen geaccepteerd (= Fiduciair, men vertrouwt dat met het geld
goederen en diensten gekocht kunnen worden)
Edele metalen voldoen aan al deze eisen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller femkegommers. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.25. You're not tied to anything after your purchase.