Marktgedrag
Hoofdstuk 1 overgeleverd aan de markt
Paragraaf 1.1
Homogeen = identiek. Homogene goederen: goederen die in de ogen van de consument volkomen
gelijk zijn
Collectieve vraag = de vraag van alle individuen naar een bepaald goed of dienst bij elkaar opgeteld
Als er een aanbodsoverschot is, gaat het bedrijf de prijs verlagen zodat ze van deze overschot komen.
Andersom precies hetzelfde. Dit proces van prijsaanpassingen gaat door totdat er een evenwicht
komt op de markt. Dit noemen we de evenwichtsprijs of marktprijs
Volkomen concurrentie (volledige mededinging) is er wanneer het collectieve- vraag en aanbod de
prijs bepalen. De 4 kenmerken van deze marktvorm:
1. Veel aanbieders
2. Homogeen product
3. Vrije- toetreding en uitreding
iedereen kan dit product verkopen als ze willen
4. Transparante markt
de marktpartijen (vragers en aanbieders) zijn volledig geïnformeerd over de aard van
het product en de prijs waartegen het wordt verhandeld
Deze marktvorm is wel theoretisch, alle kenmerken komen in praktijk nooit allemaal tegelijk voor
Paragraaf 1.2
Kledingzaak Black wil zoveel mogelijk winst behalen op zwarte T-shirts. Hij kan alleen de prijs niet zelf
bepalen. Hij moet zich namelijk aanpassen op de marktprijs. Hij zal dus zoveel aanbieden dat zijn
winst maximaal is.
bij volkomen concurrentie
komt de verkoopprijs tot stand door marktmechanisme (vraag en aanbod). Deze prijs kan geen
enkele individu veranderen. Daarom is GO (=P) een horizontale lijn. Als de prijs niet verandert geldt
GO = MO, beide lijnen vallen samen. Het gearceerde oppervlak in figuur B geeft dus de totale winst
weer. De gem. opbrengst is gelijk aan de prijs (marginale opbrengst). De maximale winst wordt
bepaald door het punt MO = MK. De marginale kosten geven de individuele aanbodfunctie weer.
kledingzaak Black bereikt de maximale totale winst bij 30 T-shirts.
Bereken de marktprijs en bijbehorende Antwoord:
, Economie
maximale winst voor een individuele
aanbieder.
Gegevens: De marktprijs: Qa = Qv P – 30 = -2P +
Qv = -2P + 70 70 P = 30 (= MO)
Qa= P – 20 MK = 1/300 q
(Qa en Qv zijn totale aanbod en totale MO = MK 30 = 1/300 q q = 9000
vraag op de markt x 100.000 stuks) stuks
TK = 1/600 q2 + 40.000 TO = P x q = 30 x 9.000 = 270.000 euro
(q is het individuele aanbod in stuks) TK = 1/600 x 90002 = 40.000 = 175.000
euro
TW = TO – TK = 270.000 – 175.000 =
95.000
Zolang er winst wordt gemaakt op een markt met volledige mededinging is het aantrekkelijk voor
ondernemers om toe te treden. Doordat het aanbod toeneemt zal de evenwichtsprijs dalen. Dit
proces van toetreding en daling van de marktprijs stopt als de winst nul is. Er is bedrijfstakevenwicht
(een situatie zonder overwinst). Ondernemers verdienen nu alleen nog het ondernemersloon dat is
opgenomen in de kosten.
Paragraaf 1.3
Als de aanbieders toenemen, verschuift de collectieve aanbodlijn naar rechts. Bij een afname juist
naar links. Dit betekent ook dat de aanbodfunctie zal veranderen: Qa = aP + b de constante factor ‘b’.
Maar ook kan de aanbodlijn verschuiven door bijvoorbeeld:
Stijging van de kosten per product of kostprijs
Dalen van kostprijs door technologische ontwikkelingen
Werknemers een loonsverhoging krijgen die hoger is dan de stijging van de
arbeidsproductiviteit
Overheidsingrijpen (subsidies, heffingen)
Als er zo’n verandering plaatsvindt, moet je ook de formule hierop aanpassen. Hiervoor heb je 2
manieren:
1. Door de invoerheffing (bij subsidie hetzelfde maar dan juist ‘+’) nemen de kosten per eenheid
product toe zodat de winstmarge daalt. Om een daling van de winstmarge t voorkomen
schuift de aanbodlijn. Dit komt in de aanbodfunctie tot uitdrukking door ‘P’ te vervangen
door ‘P – heffing’
Qa = P – 10 wordt dus Qa = (P – 5) – 10 Qa = P – 15
2. Bij een koststijging herschrijven we de aanbodvergelijking zodat P in het linkerlid van de
vergelijking komt te staan:
Qa = P – 10 -P = -Qa + 10
Vervolgens stellen we bij het rechterlid een getal gelijk op aan de koststijging per product
Dus P = Qa + 10 wordt P = Qa + 10 + 5 P= Qa + 15
Deze functie herschrijven we zodat de Qa weer links komt te staan: Qa = P – 15
Paragraaf 1.4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller annavandenappels. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.97. You're not tied to anything after your purchase.