Samenvatting van de twee delen die worden besproken tijdens de lessen Media-economie van Pieter Ballon in de tweede bachelor en het schakeljaar voor master communicatiewetenschappen
,HOOFDSTUK 1: ECONOMISCHE
KARAKTERISTIEKEN VAN MEDIA
MICRO-ECONOMIE: UITGANGSPUNTEN
TWEE TEAMS
1. Producent
• Wat zijn de kosten?
De kosten komen terug in verschillende vormen: tijd, grondstoffen, etc. die nodig zijn om een goed te
produceren.
• Opportuniteitskosten
Welke mogelijke alternatieven (opportuniteiten) heb ik met deze productie gemist? Bijvoorbeeld een product
dat dezelfde inspanningen vraagt, maar lagere productiekosten heeft
• Resultaat is een beslissing over:
o Hoeveel goederen bied ik aan?
o Hoeveel vraag ik ervoor?
2. Consument
• Het nut en de waarde van het product (utility)
• Opportuniteitskosten
Welke alternatieven loop ik hier mis? Bijvoorbeeld: een product met meer nut
• Resultaat is een beslissing over
o Hoeveel goederen vraag ik?
o Hoeveel wil ik ervoor geven?
Er is niet één producent en consument, maar meerdere. Hierdoor ontstaat er een markt met een aanbodzijde
(producent) en een vraagzijde (consumenten).
,SCHEMATISCHE VOORSTELLING
Uit het snijpunt vraag en aanbod ontstaat het marktevenwicht. Hieruit bepaal je de evenwichtsprijs (p) en de
evenwichtshoeveelheid (q). Wanneer er een element verschuift (voorbeeld: het aanbod wordt groter) dan
ontstaat er een nieuw marktevenwicht.
Voor een individuele product is het marktevenwicht minder interessant. Hij zal voornamelijk kijken naar de
marginale kosten en de marginale opbrengst.
• Marginale kost is de kost van de productie van één extra goed
• De marginale opbrengst is de opbrengst van de productie van dat ene extra goed
Mk : marginale kost
Mo : marginale opbrengst
p: evenwichtsprijs
q*: aangeboden hoeveelheid
: punt van maximale winst
De productie van een goed zorgt voor enorm hoge kosten. Met andere woorden: de product zal meer van het
goed produceren om de prijs te doen dalen. Hierdoor zien we een daling van de productiekosten tot het punt
van winstmaximalisatie.
Na verloop van tijd is er opnieuw een stijging van de marginale kost door extra en verplichte investeringen. In
eerste instantie zet de productie zich voort, hier spreken we van de wet van de afnemende meeropbrengsten.
Dit loopt verder tot het punt q* waar de marginale kost even groot is als marginale opbrengst. Dit is het punt
waarop de productie stop, want anders opnieuw verlies.
, NEO-KLASSIEKE UITGANGSPUNTEN
1. Goederen
• Private goederen
Er vindt een eigendomsuitwisseling plaats: er is verhandeling van het goed mogelijk
• Bepaalde schaarste
Er is geen overvloed aan goederen als gevolg van de verhandeling
2. Aanbod
• Maximaliseren winst
• Wet van de afnemende meeropbrengst
Marginale kosten terug omhoog na winstmaximalisatie
3. Vraag
• Maximaliseren nut: keuze tussen bijvoorbeeld een fiets of GSM
• Rationele keuze: product met het meeste nut in ruil voor de beste prijs
4. Prijs
• Belangrijkste informatiedrager
De prijs toont aan hoe de markt op dat moment functioneert
• Equilibrium tussen vraag en aanbod
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sienvandewouwer. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.72. You're not tied to anything after your purchase.