Samenvatting verbintenissenrecht, goederenrecht en ondernemingsrecht (casus en vaardigheden)
32 views 1 purchase
Course
Casus & Vaardigheden
Institution
Maastricht University (UM)
Ik heb de rechtsgebieden verbintenissenrecht, goederenrecht en ondernemingsrecht samengevat en geparafraseerd. Hier en daar zijn ook handige schema's opgenomen.
Samenvatting verbintenissenrecht
Maastricht University (C&V)
LET OP: alle literatuur uit de boeken is hierin verwerkt. Er ontbreken grote
delen van de online voorgeschreven literatuur.
< WEEK 1 >
De kern van het ondernemingsrecht
1.1 Besloten vennootschap (BV).
Omschrijving staat in art. 2:175 BW. Een BV heeft overdraagbare aandelen. Een BV
wordt dus ook wel gerekend tot de kapitaalvennootschappen. De aandelen mogen in
handen zijn van één aandeelhouder. Dat wordt ook wel de eenpersoons-bv
genoemd.
Een aandeel heeft meerdere functies. De eerste is om vermogen aan te trekken. In
ruil daarvoor krijgt hij een of meer aandelen. In de statuten van de BV staat hoe hoog
het nominale bedrag moet zijn wat één aandeel kost. Daarnaast heeft een aandeel
als functie ‘stemrecht’. Ieder aandeel levert een stem op dus hoe meer aandelen
iemand heeft, hoe machtiger en invloedrijker diegene is in de BV. Ten derde heeft
een aandeel een winstverdelingsfunctie. Iedereen meet een aandeel heeft recht op
een deel van de winst (art. 2:216 BW). Dit wordt ook wel dividend genoemd. Tot slot
heeft een aandeel een vermogensfunctie, het is voor overdracht vatbaar.
Een BV is besloten en het overdragen van aandelen gaat niet zomaar. Een
aandeelhouder zou zijn aandelen moet overdragen aan andere aandeelhouders (art.
2:195 lid 1 BW). Een overdracht van aandelen dient te worden geregeld middels een
notariële akte wat vervolgens opgenomen dient te worden in het register (art. 2:194
BW).
Aandeelhouder (en de bestuurders) zijn in beginsel niet aansprakelijk voor wat er in
naam van de BV gebeurd (art. 2:175 BW). De BV heeft dus een gunstig
aansprakelijkheidsregime. Het gevolg daarvan is dat wanneer een bv failliet gaat,
schuldeisers onbetaald kunnen blijven.
De bv wordt geregeerd door statuten. Bij het opzetten van de bv is er in de statuten
vastgelegd wat de regels zijn (2:177 BW). De bv kan dus zelf regels opstellen. Deze
kan door iedereen worden bekeken in het handelsregister (art. 2:180 lid 1 BW).
Een bv kan een onrechtmatige daad plegen. De relatie tussen de bv en ge
gevolmachtigde staan in art. 3:60 e.v.
Pagina 1 van 33
,Betrekkelijk veel bv bepalingen zijn van Europese herkomst. Veel bepalingen worden
overgenomen uit verordeningen en richtlijnen. Veel regels van de bv zijn daarom ook
te vinden in richtlijn EU 2017/1132.
Het is sinds 2012 makkelijker geworden om een bv op te richten. Een bv kan
tegenwoordig opgericht worden met 1 eurocent i.p.v. €18.000 zoal vroeger het geval
was. Ook kunnen aandelen uitgegeven worden zonder stemrecht en winstrecht
(dividend). De verplichte blokkeringsregeling is daarmee komen te vervallen.
1.2 Naamloze vennootschap (NV)
De nv is geschikt voor grote ondernemingen voor het aantrekken van vermogen
(vaak via de effectenbeurs). Het minimum kapitaal is €45.000 (art. 2:64 BW).
De nv kent een in aandelen verdeeld maatschappelijk kapitaal en wijkt daarom af van
de bv (art. 2:64 BW).de bv kan daarentegen bestaan uit één aandeel, de nv niet.
De nv wordt ook gerekend tot de kapitaalvennootschappen en heeft dezelfde functies
als de bv; aantrekken vermogen (art. 2:80 BW); winstverdeling (art. 2:105 BW);
stemrecht (art. 2:118 BW).
Een nv hoeft aandelen niet op naam te luiden. Vaak weet de nv dus ook niet wie
haar aandeelhouders zijn. Vandaar de naam ‘naamloze vennootschap’.
Onbehoorlijk bestuur is het handelen of nalatig zijn van bestuurders (of feitelijke
beleidsbepalers) van een vennootschap, als gevolg waarvan zij (al of niet hoofdelijk)
aansprakelijk worden jegens de vennootschap of jegens derden voor de daaruit voor
de betrokkenen voortvloeiende schade.
1.3 de vennootschap onder firma
Er zijn ruim 170.000 vof’s. Bij een vennootschap dient iedere vennoot iets in te
brengen. Dit staat verder beschreven in deze samenvatting (bij het andere boek).
Een vennoot mag zich ook niet ondergeschikt voelen, niemand van de vennoten is
namelijk ondergeschikt.
Een vof sluit je niet zomaar met iemand, dat doe je omwille van die persoon omdat je
verwacht dat het een langetermijnproces is (intuitu personae). Het gaat niet zoals bij
een bv of nv om het geld maar om de persoon.
Uit art. 17 lid 1 WvK heeft iedere vennoot een vertegenwoordigingsbevoegdheid. Dat
houdt in dat iedere vennoot in beginsel bevoegd is namens de vof te handelen.
Alle vennoten zijn hoofdelijk verbonden voor schulden (art. 18 WvK).
(meer uitleg bij inleiding personenvennootschapen (het andere boek))
1.7 Rechtspersoon
Pagina 2 van 33
,Rechtspersoon zijn onder andere de bv, nv, en coöperatie (art. 2:3 BW).
Personenvennootschappen zijn geen rechtspersonen. Een rechtspersoon is een
rechtssubject. Hij kan eigenaar zijn van een huis of rechthebbende op vorderingen
zijn. In dat opzicht staan een rechtspersoon met een natuurlijk persoon gelijk (art. 2:5
BW).
Het erkennen van een drager van rechten en plichten die geen natuurlijk persoon is,
is in het denken een grote stap vooruit. De rechtspersoon bestaat omdat de wet
bepaalt dat hij er is. Hij kan slechts bij gratie van vertegenwoordiging bestaan. Een
rechtspersoon kan ook een onrechtmatige daad plegen of een ander strafbaar feit.
Het gaat inmiddels zo ver dat een rechtspersoon grondrechten kan hebben. Er wordt
dan vooral gekeken naar grondrechten die niet gericht zij n op een menselijke
persoon. Voorbeelden zijn: recht op een eerlijk proces, recht op privacy en vrijheid
van meningsuiting.
Wij kennen een gesloten systeem van rechtspersonen. De wet geeft immers aan in
art. 2:1-3 BW welke lichamen al dan niet een rechtspersoon zijn. Op een
rechtspersoon zijn ook de algemene bepalingen van art. 2:1-25 BW van toepassing.
De belangrijkste algemene bepaling is art. 2:8 BW. Hierin staat dat iedereen die bij
een rechtspersoon is betrokken (aandeelhouders, bestuurders, leden) zich jegens
elkaar overeenkomstig de maatstaven van redelijkheid en billijkheid te handhaven.
1.8 Eenmanszaak
Bestaan 1.000.000 eenmanszaken. Eenmanszaken kennen geen verschil in privé en
zakelijk vermogen. Een natuurlijk persoon van zijn eenmanszaak is dus
verantwoordelijk voor de zakelijke schulden met zijn privé vermogen.
Kent geen wettelijke bepalingen. Echter gelden bijvoorbeeld de regelingen van het
aangaan van een overeenkomst wél voor de eenmanszaken.
1.9 Vereniging en stichting
Verenigingen en stichtingen mogen geen winstuitkeringen doen aan hun leden of
stichters (art. 2:26 lid 3 BW en art. 2:285 lid 3 BW). Ze mogen slechts uitkeringen
doen aan anderen mits deze uitkeringen een ideële strekking hebben. De
opbrengsten dienen te worden besteed aan eigen faciliteiten zoals een sportkantine.
Voorbeelden van stichtingen zijn: omroepen, musea, zorginstellingen en scholen.
Stichtingen mogen geen leden hebben (art. 2:285 lid 1 BW).
Verenigingen of stichtingen kunnen ontbonden worden op verzoek van het OM of
belanghebbenden op grond van art. 2:21 lid 3 BW.
1.12 Verschillen nv’s en bv’s
Wanneer een bv of nv voldoet aan bepaalde grootte-criteria (art. 2:153/263 BW)
zoals 100+ werknemers en verplichte ondernemingsraad, geldt bij een vervulling van
Pagina 3 van 33
, een aantal nadere voorwaarden een bijzonder regime voor de organisatie van de nv
of bv. Dit heet een structuurregime.
Een ander type nv of bv is het eenpersoons-nv of bv. Hierin houdt een persoon álle
aandelen (of twee personen die tot één huwelijksgemeenschap behoren).
Bv’s en nv’s worden ook verschillend behandeld op grond van grootte. Zo heeft het
jaarrekeningenrecht uitlopende en inrichtings- en openbaarmakingsregimes naar
gelang van grootte (art. 2:395a-398 BW).
1.13 Belangenpluralisme
De Nederlandse wetgeving en rechtspraak gaat er van uit dat een nv of bv bij haar
handelen het belang van alle betrokkenen in aanmerkingen nemen. Tot die
betrokkenen worden aandeelhouders, schuldeisers en werknemers gerekend. Een
vennootschap mag dus niet alleen het belang van aandeelhouders behartigen. Dit
vergt dat de wetgever en de rechter in het ondernemingsrecht telkens een evenwicht
tussen vrijheid van de ondernemer en regulering van zijn activiteiten, anders gezegd
tussen faciliteit en waarborgen van bepaalde belangen tot stand brengen.
Het gevolg van het belangenpluralisme is dat het nv- en bv- recht een aantal
spanningen kent. Er kunnen conflicten ontstaan tussen belangen van
aandeelhouders en bestuurders, maar ook tussen aandeelhouders onderling.
Inleiding personenvennootschappen
1.1 Keuzebepalende factoren
Het begrip onderneming kent meerdere definities. Een korte om te onthouden is: een
organisatorisch verband, gericht op duurzame deelneming aan het economisch
verkeer. Er is sprake van een onderneming wanneer ‘er voldoende zelfstandige
optredende organisatorische eenheden van één of meer personen bestaan waarin
door voldoende inbreng van arbeid of middelen behoeve van derden diensten of
goederen worden geleverd of werken tot stand worden gebracht met het oogmerk
daarmee materieel voordeel te behalen’.
Een onderscheid kan gemaakt worden tussen organisatievormen mét en zónder
rechtspersoonlijkheid. Tot de organisatievormen zonder rechtspersoonlijkheid vallen
de eenmanszaak en de personenvennootschappen.
Pagina 4 van 33
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller FabianCox. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.82. You're not tied to anything after your purchase.