Alle kennisclips op blackboard zijn uitgetypt. Er staan ook opdrachten tussen deze samenvatting.
Dit document bevat alle relevante informatie voor de toets. Heb dit als enige geleerd voor de toets. Hiermee een 9 behaald.
Verschillende relatievormen:
Ongehuwd samenwonen met of zonder samenlevingscontract
Geregistreerd partnerschap met of zonder partnerschapsvoorwaarden
Huwelijk met of zonder huwelijkse voorwaarden
Huwelijk en GP komen tot stand via Ambtenaar van de Burgerlijke stand.
Het huwelijksvermogensrecht gaat uit van de Gemeenschap van Goederen dit is het
vertrekpunt bij huwelijk en GP.
- Als de partners geen gemeenschap van goederen willen, zullen zij huwelijkse
voorwaarden of partnerschapsvoorwaarden moeten opstellen notaris
In BW is geen regeling voor samenwoners. Dit is een verschil met het huwelijk en GP.
Ongehuwd samenwonen in het algemeen
Geen civielrechtelijke gevolgen
Samenwoners houden ieder hun eigen vermogen
o er ontstaat geen gemeenschap van goederen zoals bij een huwelijk of GP)
Samenwoners zijn niet aansprakelijk voor elkaar schulden
o dit is anders als de samenwoners zich hoofdelijk aansprakelijk stellen voor
een aangegane schuld
Schuldeisers van een samenwoner kunnen zich niet op het vermogen van de partner
verhalen
o gaat 1 vd samenwoners bijv failliet, dan bevat de faillissementsboedel alleen
het vermogen van de betreffende samenwoner
Geen recht op partneralimentatie ook niet als er kinderen uit de relatie zijn
geboren. Voor de kinderen zelf geldt wel recht op alimentatie
Langstlevende partner krijgt over het algemeen geen pensioen na het overlijden van
de eersterfende partner
Partner zijn niet elkaars erfgenamen
Willen de samenlevende partners wel civielrechtelijke gevolgen aan de samenleving
verbinden? samenlevingscontract maken!
Door notariële akte of onderhands
o Pensioenfonds eist bijv. notariële akte (en niet onderhands)
Contractsvrijheid afspraken mogen niet in strijd zijn met openbare orde en goede
zeden.
Bij SLO ontstaat nooit gemeenschap van goederen.
3 regelingen die worden opgenomen in een samenlevingscontract
1. Regelingen die gelden tijdens het samenwonen
2. Regelingen voor het geval dat de partners gaan scheiden = oorlogsrecht
3. Regeling in geval dat de samenwoning eindigt door overlijden van een partner
1. Regelingen die gelden tijdens het samenwonen
Verzorgingsverplichting = tussen de partners.
Ze zijn over en weer verplicht om in elkaars levensonderhoud te voorzien. Gevolg:
betalingen t.b.v. een andere partner worden niet uit vrijgevigheid gedaan, maar als
nakoming van een verplichting. Deze betalingen kunnen dan fiscaal niet als
schenking kunnen worden aangemerkt.
o Een pensioenfonds zou het bestaan van een verzorgingsplicht als eis stellen
om de partner in aanmerking te laten komen voor een partnerpensieon
1
, Kosten van huishouding = wat de kosten zijn is aan de samenwoners te bepalen.
o Kan o.a. zijn: Kosten boodschappen, water en energiekosten (gas water,
licht), kosten van de inboedel en huur/hypotheek, kosten van vakanties,
verzekering van de woning, hypotheekrente van hypothecaire geldlening.
o Zijn de kosten van huishouding bepaald, dan is van belang welke verhouding
de partners meebetalen aan de kosten van de huishouding. Het is niet
verstandig om de helft van de kosten te betalen. Het loopt namelijk fout als er
een groot inkomensverschil tussen de partners is of na verloop van tijd
ontstaat. In dit geval houdt de ene partner een deel van zijn inkomen over
terwijl de andere partner het hele inkomen inlevert en wellicht zelfs op zijn
vermogen gaat interen
VB: Stel partner A heeft een inkomen van 90 en partner B een inkomen van 70,
terwijl de kosten van de huishouding 80 bedragen. - Betalen beide partners de helft
(dus ieder 40), dan houdt partner A 50 en partner B 30 over. - Stel dat B part-time
gaat werken en daardoor nog maar 30 verdient. Als A en B dan nog steeds ieder de
helft moeten betalen, dan houdt partner A 50 over, terwijl partner B 10 moet
bijbetalen (van de eigen spaarrekening)
- Nu hetzelfde voorbeeld maar naar rato van de inkomens. - Betalen beide partners
naar rato van hun inkomens (A 9/16e en B 7/16e van 80), dan houdt partner A 45 en
partner B 35 over.
- Stel dat B part-time gaat werken en daardoor nog maar 30 verdient. In de pro rato-
benadering betekent dat, dat A ¾ en B ¼ van de kosten van de huishouding moet
betalen, zodat A (90- 60)=30 en B (30-20)=10 overhoudt (B behoudt het spaargeld
o DUS: Het is beter dat kosten van huishouding naar rato van de inkomens
worden betaald. (zie het voorbeeld om dit aan te tonen) maar is aan
samenwoners zelf om dit te beslissen!!
Vergoedingsverplichting: Omdat samenwoners elk een eigen vermogen hebben en
houden, ontstaat er een verplichting tot vergoeding als de betaling van de ene partner
leidt tot voordeel van de andere partner.
o BIJV. Bijv. partner A betaald 3000 euro mee aan de auto van de auto van
partner B. Tijdens het samenwonen (als de relatie nog goed is), zullen de
partners niet snel vastleggen dat er een vergoedingsverplichting bestaat. Pas
in een oorlogssituatie tussen A en B, zal A waarschijnlijk bedenken dat hij ooit
3000 euro heeft meebetaald aan de auto van B.
Om te voorkomen dat er discussie ontstaat over de hoogte van de vordering is het
verstandig om in het samenlevingscontract vastte leggen of de vordering wordt
afgerekend met in achtneming van het nominaliteitsbeginsel (voor 1 jan 2012), dan
wel met toepassing van de beleggingsleer. (na 1 jan 2012)
o Nominaliteitsbeginsel: vordering van A is € 3000,- en die blijft € 3000,- na
verloop van tijd, ongeacht de waarde van de auto. (het bedrag wat je hebt
geïnvesteerd krijg je ook terug, het maakt niet uit hoeveel die in waarde is
gestegen)
o Beleggingsleer: schuldeiser (partner A) is gerechtigd tot een deel van de
waarde van de auto dat overeenkomt met het gedeelte van de tegenprestatie
dat hij heeft verschaft. De vordering is dan dus afhankelijk van
waardeverandering van de auto.
o Vervaltermijn: een vervaltermijn opnemen in het samenlevingscontract kan
voorkomen dat betalingen uit een ver verleden, die aanleiding zouden kunnen
zijn voor zo’n vergoedingsvordering, dat die bij het einde van de samenwoning
nog tot discussie te leiden.
o Bijvoorbeeld: je neemt vervaltermijn op van 5 jaar. Na deze periode
vervalt het recht op vergoeding. Het kan voor sommige
vergoedingsvorderingen zinvol zijn om dit op te nemen. Bijv. als het
gaat om goederen die hun waarde niet behouden. Bankstel is duur
in aanschaf, maar vrijwel niks meer waard als het in huis staat en het
2
, tweedehands is. Voor dit soort vorderingen zal het zinvol zijn om een
vervaltermijn op te nemen.
Inkomensbegrip = als de bijdrage aan de kosten van huishouding afhankelijk wordt
gesteld aan hoogte van de inkomens van de partners, dan is het van belang om te
bepalen wat er onder inkomen wordt verstaan.
o Inkomsten uit arbeid (salaris = inkomen)
o Uitkeringen en pensioen
o Winst uit onderneming? Geldt dit als inkomen? dan moet er gekeken
worden welk deel van de winst als inkomen dient te worden beschouwd. Dit
kunnen partners in onderling overleg vaststellen of kijken naar wat in het
maatschappelijk verkeer als redelijk wordt gezien.
o Inkomsten uit vermogen? Geldt dit als inkomen? rente van erfenis of
huuropbrengsten van onroerend goed.
Ook hier is het handig om afspraken op te nemen in het SLO,
zodat er geen discussie kan ontstaan wat nu wel en niet onder
het inkomen wordt verstaan.
Roerende zaken en banksaldi: van wie zijn deze? wie is van welke spullen
eigenaar?
Samenwoners blijven eigenaar van de inboedelgoederen die zij hadden op het
moment dat zij gingen samenwonen. Ook de inboedelgoederen die tijdens de
samenwoning worden verkregen horen toe aan de partner aan wie de
inboedelgoederen geleverd worden. Betaald de andere partner daaraan mee, dan
ontstaat er een vergoedingsplicht.
o Veel samenwoners spreken af dat de inboedelgoederen gemeenschappelijk
eigendom zijn. Met eventueel lijst met privégoederen = De partners leggen
dan schriftelijk vast dat bepaalde goederen aan 1 partner in privé toebehoren.
bijlage aan SLO. Zo’n lijst is een momentopname, dus ze kunnen deze lijst
het best regelmatig up-to-date maken.
o VB: bankstel van € 5.000 door A betaald. Dan heeft A € 2500 van B tegoed,
want ze zijn samen eigenaar. Als de samenwoning na 3 jaar eindigt, dan heeft
A een probleem. A is eigenaar van de helft van een inmiddels waardeloos
bankstel en moet zien hoe hij dit van B vergoed krijgt. samenwoners
kunnen nieuwe inboedelgoederen dan ook het best samen betalen.
Voor vervoermiddelen zijn 2 regelingen mogelijk: (kunnen 2 dingen afspreken)
1. Tenaamstelling van het kenteken beslissend is voor de eigendom, of
2. Vervoersmiddelen zullen gemeenschappelijk eigendom zijn
Voor beide geld, tenzij schriftelijk anders is vastgelegd.
Samenwoners hebben vaak een ‘en/of-rekening en een eigen rekening. Zij maken dan
geld over op ‘en/of rekening’. Van die en/of-rekening moeten dan de kosten van
huishouding worden betaald. Een en/of-rekening zegt nog niets over wie tot het saldo
gerechtigd is. Formeel moet je bijhouden hoe de inkomsten en uitgaven zijn belopen.
Aan de hand daarvan moet je ieders aandeel van het saldo op de rekening vaststellen.
dit is totaal niet praktisch. Vandaar is het wenselijk om in het SLO op te nemen dat het
saldo op de en/of-rekening aan iedere partner voor de helft toebehoord.
Tezamen bewoonde woning; Samenwoners kunnen samenwonen in een
huurwoning of eigen woning.
o Huurwoning: van belang is dat beide partners huurder zijn OF andere partner
medehuurder wordt. Hiermee voorkom je namelijk dat een partner geen
huurder is, geen enkel huurrecht heeft op het moment dat de relatie eindigt of
dat de andere partner overlijdt.
3
,
Je wordt nog geen medehuurder als je intrekt, dan heeft partner geen
enkel huurrecht. dus goed regelen in huurcontract / SLO
o Eigen woning:
Wie is eigenaar van de woning? Verkoop van huis is voor de eigenaar.
Hier moeten de samenwoners rekening houden bij het betalen van
kosten (hypotheekschuld, verbouwing).
Wie draagt de woonlasten?
Is er eigen geld van 1 of beide partners in de woning gestoken?
vergoedingsrecht
Als de woning aan 1 van de partners toebehoort, deelt de andere
partner dan mee in eventuele waardestijging?
Wie is gerechtigd tot de overwaarde die wordt opgebouwd door de
huidige verplichte aflossing van de hypothecaire geldlening?
- De kosten van het bewonen van de eigen woning komen ongeacht wie eigenaar is,
voor rekening van beide partners (vaak dus naar verhouding naar de inkomens)
hypotheekrente, zakelijke lasten etc.
- Daadwerkelijke betaling van het huis (koopsom, hypotheekschuld die afgelost moet
worden) kosten zijn voor eigenaar van het huis
VOORBEELDEN van inbreng van eigen geld in een samen bewoonde woning:
VB 1: Partner A heeft een huis van 300, belast met een hypotheekschuld van 200. Partner B (die geen
eigenaar is van het huis) lost 50 op de hypotheekschuld af. Door de aflossing krijgt partner B een vordering
van 50 op partner A. Hetzelfde geldt als partner B de verbouwing van de aan partner A toebehorende
woning financiert. Dus hier ontstaat een vergoedingsrecht.
VB 2: Partners A en B kopen, ieder voor de helft, een huis van 300 (zonder hypotheek). Partner B legt 100
meer eigen geld in dan partner A, zodat B 200 betaalt en A 100. Partner B heeft dus 50 van partner A
tegoed (de helft van het extra eigen geld). Verkopen ze het huis voor 350, dan krijgt ieder 175. Vervolgens
moet A aan B 50 vergoeden. A heeft dan uiteindelijk 125 (100 plus de helft van de waardestijging) B heeft
dan uiteindelijk 225 (200 plus de helft van de waardestijging)
2. Regelingen voor het geval dat de partners gaan scheiden = oorlogsrecht
Soms is het onduidelijk wanneer de samenwoning geëindigd is. beschrijven in SLO
Wanneer is de samenleving geëindigd? Wie mag er in het huis blijven wonen als
de relatie geëindigd is?. Bijv. iedere partij heeft het om nog 3 maand in de woning te
blijven wonen. Dit geldt ongeacht wie de eigenaar is.
Voortgezette bewoning van het huis: VB: Na 3 maand beslissen wie definitief in de
woning mag blijven wonen. Komen partners hier niet uit? kantonrechter
Bijdrage aan verhuis- en herinrichtingskosten
Verdeling gemeenschappelijke bezittingen: De gemeenschappelijke bezittingen
moeten worden verdeeld, inclusief saldo op de en/of rekening. (inboedelgoederen,
evt gemeenschappelijke vervoersmiddelen)
Verdeling gemeenschappelijke woning:
Als de woning aan beide partners samen toebehoord, dan zijn er
3 mogelijkheden:
1. Geen van de partners wil of kan het huis overnemen: het huis moet worden
verkocht
2. Het huis wordt aan 1 van de partners toegedeeld, onder de verplichting om de
ander zijn aandeel in de overwaarde uit te betalen en te zorgen dat deze partner
(die geen eigenaar meer is van de woning) niet meer aansprakelijk is voor de
hypotheekschuld (ontslag uit hoofdelijke aansprakelijkheid)
je bent dan als partners afhankelijk van de medewerking van de bank. Bank
moet akkoord gaan dat nog maar 1 partner aansprakelijk is voor de
hypotheekschuld.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller anoukp123. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.51. You're not tied to anything after your purchase.