Volledige samenvatting Psychometrie 3.5: een introductie.
54 views 3 purchases
Course
3.5 Psychometrie: Een Introductie (FSWE3050A)
Institution
Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR)
Dit is een samenvatting van de literatuur, de hoorcolleges en belangrijke concepten uit de assignment questions en worked examples.
Met deze samenvatting heb ik een 8.5 gehaald voor het tentamen.
3.5 Psychometrie: Een Introductie (FSWE3050A)
All documents for this subject (14)
Seller
Follow
anoniem55
Content preview
PSYCHOMETRIE
Psychologische test: Systematisch procedure om gedrag te vergelijken tussen twee of meer mensen
(Cronbach). Psychologische testen kunnen grote consequenties hebben: bv. beoordeling van de
doodstraf. Psychometrie: Principes voor het ontwerpen van testen welke psychologisch betekenisvol en
betrouwbaar zijn.
Hoofdstuk 1: Het belang van psychologische metingen.
Uitdagingen van metingen:
▫ Identificeren en vastleggen van menselijke psychologische kenmerken in een enkel nummer.
▫ Reactiviteit van de deelnemer: Zowel bewust als onbewust. Vaak zijn de participanten van een
psychologisch onderzoek zich bewust van wat de metingen. Dit kan leiden tot sociaal
wenselijke antwoorden.
Demand characteristics: Het gedrag veranderen om de onderzoeker tegemoet te komen.
Social desirability: Het gedrag veranderen om indruk te maken op de onderzoeker. De
participanten doen zich voor op een sociaal wenselijke manier.
Parcipanten kunnen aan het nadenken worden gezet door de test waardoor hetgeen getest
wordt veranderd.
▫ Objectiviteit: Bijvoorbeeld het invullen van de kennis van een student. Onderzoekers kunnen
al verwachtingen hebben. Bias.
▫ Samengestelde score: Maar zijn alle subscores even belangrijk?
▫ Scoregevoeligheid: Testen moeten geschikt zijn voor de doelgroep en meten van de
onderzoeksvraag.
▫ Gebrek aan bewustzijn van belangrijke psychometrische informatie.
Hoofdstuk 2: Schalen
Verdeling en het verkrijgen van informatie, van weinig naar veel informatie:
▫ Eigenschap van identiteit.
▫ Eigenschap van orde.
▫ Eigenschap van kwantiteit: Gestandaardiseerde cijfers.
Het cijfer 0:
▫ Absoluut: Hetgeen gemeten wordt is niet aanwezig.
▫ Relatief/arbitrair: Het is niet afwezig, bv. Temperatuur.
Er zijn verschillende manieren waarop een meeteenheid willekeurig kan zijn:
1. De maat van de meeteenheid kan willekeurig zijn.
2. De meeteenheid is niet gericht op een specifiek object.
3. De meeteenheid kan verschillende kenmerken van objecten meten.
4. De meeteenheid kan een willekeurige bepaling van het nulpunt hebben.
5. De meeteenheid kan verschillende richtingen hebben.
Standaard meeteenheden: Willekeurige eenheden op alle drie de manieren. Bv. Ponden, liters en
seconden. Dit zorgt voor flexibiliteit en generaliteit.
Variabelen en meetniveau’s:
, Kwalitatief; geen getal betekenis (bv. categorie man/vrouw).
Meetniveau’s:
- Nominaal: Geen rangorde (bv. fruit). Het gaat om identificeren.
- Ordinaal: Rangorde, ongelijke afstand (bv. meer/ minder eng).
(Dichotoom: Kan maar twee uitkomsten hebben).
Kwantitatief; waarde met getal betekenis (bv. lengte, inkomen).
Meetniveau’s:
- Interval: Duidelijke verdeling van de waarden, geen duidelijk nulpunt. Bv. Psychologische
testen.
- Ratio: Duidelijke verdeling van de waarden en een duidelijk nulpunt.
Hoofdstuk 3: Individuele verschillen en correlaties:
Centrummaten:
Modus: De meest voorkomende waarde.
Mediaan: De middelste score. 50% van de scores is hoger dan de mediaan en 50% van de
scores is lager dan de mediaan.
Gemiddelde: Som van alle scores gedeeld door aantal. Het gaat hierbij om de ‘typische score’.
3 belangrijkste onderdelen van psychologische metingen:
1. Variantie
2. Covariantie
3. Interpretatie van de testscores.
Het belang van individuele verschillen zijn:
Assumptie voor psychologisch onderzoek (expliciet of impliciet (bv. één subject))
▫ Het hart van onderzoek in de gedragswetenschap
▫ Fundamenteel voor psychologische metingen
▫ Niet alleen voor traditionele psychologische testen, maar voor al het onderzoek.
▫ Het kwantificeren van de hoeveelheid variantie binnen een verdeling van scores is een
kernelement van gedragsonderzoek.
Latente variabele: Latente variabele modellen zijn statistische modellen die niet alleen geobserveerde
variabelen bevatten maar ook latente (niet geobserveerde) variabelen. Een operationele definitie legt
een verband tussen concepten en waarneembare gebeurtenissen.
Variantie (S2): De maat voor de spreiding tussen de waarden van een set onderling.
Voor elke score bereken je de score – het gemiddelden. Dit kwadrateer je en tel je van alle scores bij
elkaar. De totaalscore deel je door het aantal scores.
Twee soorten variantie:
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller anoniem55. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.31. You're not tied to anything after your purchase.