100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Social Work D&I 1 Samenvatting Sociologie voor de praktijk ISBN: 9789046905203 $7.51
Add to cart

Summary

Social Work D&I 1 Samenvatting Sociologie voor de praktijk ISBN: 9789046905203

 78 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

In deze samenvatting staan de hoofdstukken en paragraven samengevat die toetsstof waren voor het eerste tentamen van D&I van de opleiding Social Work.

Preview 3 out of 18  pages

  • No
  • Hoofdstuk 3, 6.8, 6.10, 6.13, 7 en 10
  • March 24, 2022
  • 18
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
Boek: Sociologie voor de praktijk.

H3: Cultuur
Cultuur = de kennis, ervaring, opvattingen, normen en waarden die een groepering
met elkaar deelt. Cultuur is te omschrijven als het geheel van voorstellingen,
opvattingen, kennis, waarden en normen dat mensen als lid van een samenleving
overdragen en verwerven door middel van leerprocessen. Dingen als auto’s,
gebouwen of schilderijen (het materiële) vallen niet onder deze definitie van cultuur.
De cultuur van mensen is het resultaat van ervaringen die zij en hun voorouders
hebben met het leven in een gebied. Die ervaringen zijn bij een vissersvolk anders dan
bij een volk van landbouwers. Kinderen in die samenleving moeten deze ervaringen,
deze cultuur, ook weer aanleren. Dat proces wordt enculturatie genoemd.
Omdat de situatie in een gebied verandert, ook onder invloed van mensen zelf,
worden de ervaringen ook anders. Deze nieuwe ervaringen zullen weer in de cultuur
verwerkt worden. Cultuur is dus geen statisch geheel. Dat betekent ook weer niet dat
cultuur van vandaag op morgen achterhaald zou zijn.
In een cultuur kunnen tegenstrijdige elementen zitten van bijvoorbeeld enerzijds
moderne technische mogelijkheden en anderzijds verouderende ideeën over die
mogelijkheden. Een cultural lag noemde Ogburn zo’n cultureel achteropkraken. (=
Vertraging in de ontwikkeling van het ene cultuurelement ten opzichte van het
andere, waardoor er spanningen tussen kunnen ontstaan.)
Met het besef dat onze cultuur gebaseerd is op ervaringen kan het idee ontstaan dat
alles in onze cultuur dan ook functioneel is. Maar lang niet alles in onze cultuur is op
deze wijze te verklaren.


Hoge cultuur en lage cultuur:
Om een onderscheid te maken met de cultuur als een ruimer begrip wordt daarom ook
wel de hogere cultuur genoemd: de cultuur van de klassieken die speelt in het
concertgebouw, het museum, de stadsschouwburg.
Cultural capital = zo noemde Bourdieu de beheersing van de culturele competenties
die horen bij hoge sociale posities: weten hoe het hoort, de goede bagage hebben om
mee te kunnen doen.
Gezonken cultuur goederen = zo zijn nette eetgewoonten, privacy, beleefdheidsfasen,
vroeger elitenormen, nu algemeen aanvaard.
Met de commercialisering en met de komst van meer communicatie middelen, is de
afstand tussen hogere en lagere cultuur, tussen elitecultuur en massacultuur, kleiner
geworden.

Ook het omgekeerde komt voor: normen dringen van beneden door naar boven. Dat
wordt ook wel het boerenbonteffect genoemd. Een voorbeeld daarvan is het dragen
van tuinbroeken en overalls door leden van de vrouwen beweging in de jaren 70. Deze
werkkleding werd door vrouwen uit de hogere lagen niet gedragen omdat ze hun
goeie goed niet verder wilde maken, maar met een heel ander motief: omdat ze met
lekker zittende kleding de stereotiepe eisen aan het vrouwenuiterlijk wilden uitdagen.
Aan de kleding kon je vroeger zien we hoger of lager in een bedrijf zat.

Civilisatie proces = het proces waarin de westerse samenleving in de loop der eeuwen
meer verfijnde, meer gevarieerde gedragsregels ontwikkelde. We hebben dus moeten
leren onze behoeften niet direct te bevredigen.
Informalisering = juist omdat we ons wel weten te gedragen gaan we steeds soepeler
met de regels om.
Onze cultuur is aangeleerd (nurture) en niet aangeboren (nature).

Cultuur is minder vanzelfsprekend dan het lijkt:

,Een van de meest in het oog springende van alle mogelijke verschillen tussen culturen
is de manier waarop wordt aangekeken tegen mannen en vrouwen. De verschillen
tussen mannen en vrouwen zijn dan ook niet eenvoudig tot biologische verschillen
terug te brengen maar gaan samen met hoe in een samenleving met het kleine
verschil tussen de geslachten wordt omgegaan.
Om onderscheid te maken tussen de biologische en de culturele verschillen tussen
mannen en vrouwen worden begrepen sekse en gender gebruikt. Sekse refereert
aan het lichamelijke verschil, gender aan de wijze waarop mannelijkheid en
vrouwelijkheid cultureel worden ingevuld.
Er zijn maar 2 seksen, maar de invullingen van gender is veelvormig, want zaken als
gedrag, kleding, beroep, sociale relaties en persoonlijkheid kunnen per cultuur sterk
uiteenlopen. Je sekse ligt van meet af aan vast, je wordt immers als biologische man
of vrouw geboren, maar je wordt in je gedrag en denken tot een man en vrouw
gemaakt.

Net zomin als verwachtingen aan mannen en vrouwen alleen biologisch te verklaren
zijn, zijn ook kenmerken van een volkskarakter of een ras niet biologisch of natuurlijk.
Als dergelijke gemeenschappelijke kenmerken al bestaan dan zijn ze niet iets
natuurlijks maar hebben ze zich in de loop der tijd op grond van ervaringen gevormd.
Friezen zijn bijvoorbeeld niet van nature nuchter. Dergelijke veronderstelde
raskenmerken blijken echter cultureel bepaalde eigenschappen te zijn.

Globaal zijn er 2 verklaringen voor het zwarte sportsucces: een natuurlijke en een
maatschappelijke. Zwarte mensen, menen sommige, zijn van nature beter toegerust
om sport te beoefenen. Deze biologische theorie lijkt bij nader inzien echter een self-
fulfilling prophecy. (Natuurlijke verklaring)
De achterstelling van specifieke etnische groepen doet hen naar uitwegen zoeken,
sport kan daar 1 van zijn. In de eerste plaats is de drempel voor sportbeoefening zeer
laag. Voor zwarte jongeren zijn die mogelijkheden beperkt: op school en in de rest van
de maatschappij worden ze achtergesteld en dus ligt een gang naar de sport voor de
hand.
Wat dus op het eerste gezicht wellicht een natuurlijke eigenschap van een
bevolkingsgroep lijkt is in werkelijkheid vaak een maatschappelijk bepaald verschil dat
voortvloeit uit verschillen in levensomstandigheden en maatschappelijke posities. Het
bijbehorende gedrag is iets dat je van je omgeving leert en dat functioneel is binnen je
eigen cultuur.

Op een bijzondere manier worden binnen een godsdienst normen en waarden
gekoppeld aan geloofsovertuigingen. Godsdienst is vanuit sociologisch perspectief
vooral een zeer krachtige cultuurverschijnsel dat een grote impact op de normen en
waarden en het sociale leven van de mens heeft. In het westen zeggen we vaak dat
onze beschaving vooral een joodse en christelijke cultuur is. Vaak wordt het ook
gebruikt als argument tegen de grote immigratie stromen omdat de moslimcultuur
gebaseerd is op totaal andere normen en waarden die onze beschaving zouden
bedreigen.
Godsdienst is een belangrijk cultuur element met een extra dimensie omdat
geloofsovertuigingen er een rol bij spelen die persoonlijke identiteiten kunnen raken
en daardoor in de persoonlijke beleving meer zijn dan historisch ontstane
gedragsregels.


Verschil tussen culturen:
In de loop der tijd zijn de staat, het onderwijs, het recht, de economische en politieke
bindingen door het leven in dat land beïnvloed en daarmee is de cultuur gevormd.
Met de grote aandacht voor de plaats die migranten en hun kinderen in de
Nederlandse samenleving hebben gekregen is niet alleen de vraag aan de orde wat

, hun sociaal-economische positie is, maar ook hoe groot de cultuurverschillen zijn. In
sociologische termen spreken we dan van structurele integratie en sociaal-
culturele integratie. De vraag hoe groot laatstgenoemde is valt alleen te
beantwoorden wanneer de verschillen in culturen worden benoemd.
Om van een cultuur te kunnen spreken telt bovendien een gemeenschappelijke taal
zwaar mee. De taal schept een morele ruimte waarbinnen mensen met elkaar
kunnen samenwerken of elkaar kunnen bekampen.




De Nederlandse cultuur:
Dagevos nam voor de omschrijving van de Nederlandse cultuur als uitgangspunt de
modernisering. De belangrijkste verandering's processen die de cultuur in dat kader
heeft ondergaan zijn:
- Secularisering: vermindering van de invloed van godsdienst, de scheiding tussen
kerk en staat.
- Individualisering: een grotere vrijheid voor personen om zelf beslissingen te
nemen los van groep's bindingen.
- Democratisering: het loskomen van vanzelfsprekende gezagsverhoudingen ten
gunste van gelijkwaardige verhoudingen.
- Emancipatie: het veranderen van een patriarchale verhouding naar
machtsgelijkheid tussen man en vrouw in opvoeding, huishouding en maatschappij.

Deze processen sluiten deels aan bij de ces gemeenschappelijke grond waarden van
de westerse cultuur. Het worden de 6 verlichtingswaarden genoemd:
1. Geloof in de toekomst
2. Gelijkheid
3. Rede en redelijkheid
4. Universaliteit, waarden zijn universeel
5. Individualiteit
6. Rechtvaardigheid
Deze waarden worden gezien als de garantie voor een open samenleving waar ruimte
is voor wetenschappelijk onderzoek, vrijheid van meningsuiting, kritiek op
machthebbers en pluriformiteit (veelvormigheid) in het denken.
Ze ondervinden concurrentie van de tegenwaarden, uit de premoderne tijd, die ook
nog steeds gelden:
1. Eerbied voor het verleden
2. Hiërarchie
3. Traditie
4. Particularisme (waarden gelden voor de ene groep anders dan voor de andere
groep).
5. Collectiviteit
6. Privileges

De 4 processen bij modernisering: secularisering, individualisering,
democratisering en emancipatie gelden voor veel meer westerse culturen. In
Nederland geldt ook nationalisme, de liefde voor wat Nederlands echt is. Nederland
is in de vorige eeuw geleidelijk tot een meer homogene natie gegroeid. De verschillen
tussen protestanten, katholieken, socialisten en liberalen zijn verminderd en er is een
besef van gedeelde waarden en normen waar anderen zoals nieuwkomers zich wel
naar moeten gedragen.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller evelienfonk. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.51. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

54879 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.51
  • (0)
Add to cart
Added