Hoofdstuk 1: Wat is
stotteren?
1.1 Inleiding
WHO definieert stotteren
Stotteren is een verstoring in het ritme van de spraak waarbij de spreker precies weet wat
hij/zij wil zeggen, maar voor dat moment niet kan vanwege onwillekeurige, stille en
hoorbare, herhalingen en verlengingen van spraakklanken
= beschrijft het stotterend spreken maar niet de psychosociale gevolgen
1.3 Een geïntegreerde visie
1.3.1 4CM
= Erasmus-viercomponentenmodel
Basisstructuur van stotteren wordt beschreven aan de hand van vier componenten en
vormt daarmee een theoretisch en klinisch raamwerk om de stotterproblematiek te
beschrijven en te verklaren ten behoeve van de diagnostiek en de behandeling van
stotteren
4 componenten:
1) Verbale component
Gaat gepaard met hoorbaar en/of zichtbaar (uitwendig) en onhoorbaar en/of
onzichtbaar (inwendig) spraak-, taal- en motorisch gedrag
2) Cognitieve component
Zelfbeeld wordt gevormd door de gedachten
Cognities treden op voor, tijdens en na het moment van spreken
Niet-helpende attitude komt veelvuldig voor
3) Emotionele component
Voor, tijdens en/of na het stotterend spreken kan er sprake zijn van
specifieke emoties
Gevoelens van spanning, angst, schaamte en minderwaardigheid
onderscheiden van autonome fysiologische reacties zoals ontregeling van
, adembeweging, hartslag, huidreacties en wijzigingen in
lichaamstemperatuur
4) Sociale component
Kan leiden tot een verstoorde interactie tussen de persoon die stottert en
zijn omgeving
4CM biedt:
o Diversiteit
= verschillende componenten kunnen een rol spelen bij het ontstaan en ontwikkeling
van stotteren
o Relatieve onafhankelijkheid
= iedere component kan op zichzelf bestaan en hoeft geen invloed te hebben op
andere componenten
o Interactie
= de ene component kan de andere component uitlokken, in stand houden en/of
versterken
o Niveaus
= elke component kent diepere niveaus, die door extra onderzoek aan het licht
kunnen worden gebracht
o Inzicht in het proceskarakter
= na een periode van licht stotteren kan het stotteren verergeren en zich als stoornis
doorontwikkelen
o Circulariteit
= consolidering van de stotterstoornis in een negatieve vicieuze cirkel
1.3.2 DSM-5
Spreken nu eerder van een vloeiendheidsstoornis
Verschillende soorten van stotteren
Meestal ontstaan op jonge leeftijd ofwel neurogeen stotteren
Kenmerken: herhalen, verlengingen, twijfelen of vastzitten, lange pauzes
Ontstaat op jonge leeftijd, uitzonderlijk tot uiting komen op latere leeftijd
,1.4 Vloeiend, normaal niet-vloeiend en stotterend
spreken
ASHA
Fluency is the aspect of speech production that refers to the continuity, smoothness, rate
and effort with which phonologic, lexical, morphologic, and/or syntactic language units are
spoken.
Starkweather maakt een onderscheid tussen spraak (niet-)vloeiendheden en taal (niet-)
vloeiendheden
Starkweather definitie vloeiende spraak
1) Het praten verloopt met een zekere snelheid
2) De klanken volgen elkaar vloeiend op
3) Er is een normaal ritme in de spraak
4) De spreker ervaart relatief weinig spanning
Vloeiende sprekers zijn diegenen die zonder merkbare inspanning lange reeksen van syllaben
kunnen produceren, door een adequate combinatie van snelheid en continuïteit
Niet-vloeiend spreken
Onderscheid tussen gewenste/bedoelde vloeiende spraakuitingen en
ongewenste/onbedoelde niet-vloeiende spraakuitingen
Normaal niet-vloeiend en niet-normaal niet-vloeiend spreken
= moeilijk onderscheid te maken tussen beiden
Taalvloeiendheid
= mbt woordvinding en zinsformulering
o Semantische vloeiendheid: vlotheid waarmee men woorden kan oproepen uit een
pool van lexicale items
o Syntactische vloeiendheid: vlotheid waarmee sprekers complexe zinnen opbouwen
die linguïstisch complexe structuren bevatten
o Pragmatische vloeiendheid: vlotheid waarmee men kent en kan uitvoeren wat men
wil zeggen in reactie op een gamma van situatieve elementen
o Fonologische vloeiendheid: het gemak waarmee men binnen betekenisvolle en
complexe taalunits lange en complexe klankketens kan produceren
Bijvoorbeeld:
, Iemand die stottert, weet exact wat die wilt zeggen dus deze persoon heeft geen
woordvindingsporblemen dus is een spraakonvloeiendheid
HAM
“De vloeiendheid is afwijkend wanneer de inspanning voor planning en uitvoering overmatig
is, wanneer onvloeiendheden optreden aan een frequentie en/of in een mate die niet past
bij de leeftijd van de spreker, of wanneer het spreekritme atypisch is of van die aard dat het
de spraakproductie belemmert of verstoort.”
○ KDS
Op peuter-kleuterleeftijd: 17 onvloeiendheden/100 syllaben
○ Hogere percentages (19/20%) werden gevonden dichter bij de aanvang van het
stotteren
○ Met stijgende leeftijd treedt er een afname op van het aantal woordherhalingen,
stille pauzes en zinsrevisies en toename van het aantal opgevulde pauze
(tussenvoegsels)
○ Ongeacht leeftijd: KDS meer SLD dan KDNS
○ Als groep produceren jonge KDS min 3 à 4 SLD/100 syllaben, terwijl KDNS minder dan
3%
○ Het totale aantal onvloeiendheden is het % SLD bij KDNS steeds < 50% en meestal
rond 35%
○ Bij KDS maken de SLD gemiddeld voor 65% deel uit van het totale aantal
onvloeiendheden: dus bijna het dubbel van de KDNS
○ Ten minste 3 SLD/100 syllaben = at risk voor stotteren
○ Hoe hoger de proportie SLD tegenover het totale aantal spraakonvloeiendheden, hoe
groter de kans dat luisteraars het kind zullen beoordelen als stotterend
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kirstenroosen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.19. You're not tied to anything after your purchase.