Hoorcollege 1: Introductie en
Dovenonderwijs in
Vlaanderen
1.1 Basisbegrippen
Doof met een hoofdletter
= verwijst naar een actief lid van de dovengemeenschap en gebarentalige persoon
Dove mensen identificeren zichzelf als leden van de Dovengemeenschap en zien zichzelf
als cultureel Doof
doof met een kleine letter
= wordt gebruikt als een medisch gegeven, maw een gehoorverlies van meer dan 90 dB HL
1.2 Geschiedenis Vlaamse Gebarentaal
Congres van Milaan 1880
= scharniermoment in het dovenonderwijs
Doorbreken van isolement voor het gebruik van Nederlands met gebaren = NmG
NmG = gebarensysteem
○ Een communicatievorm waarbij de gesproken taal gecombineerd wordt met gebaren
○ Strikt gebarensysteem, voor elk woord = 1 gebaar
○ 14 morfologische markeerders
Bv: verkleinwoorden krijgen het gebaar “j”
○ Ontwikkeling door hulpverleners en dove volwassenen
gebaren ontlenen uit de VGT maar ook zelf gebaren vastleggen
○ Spontane conversatie bijna onmogelijk
○ Doel
= NmG is communicatievorm voor zowel dove als horende personen
○ Algemeen aanvaard systeem dat verstaan en gebruikt kan worden = brug tussen
doof en horend
○ Promoten bij horende personen
○ Bruikbaar voor horende lesgevers in bijzonder onderwijs
○ Opstarten van cursussen + oprichten van tolkopleiding + publiceren van
gebarenboeken
17 juni 1998
○ Europees parlement keurt resolutie goed omtrent Gebarentaal voor doven
, Eerste stappen naar inventarisatie van Gebarentalen in Europa + vraag om officiële
erkenning van de Gebarentaal in te dienen in alle staten
10 jaar later (1998) bekrachtigt Europees Parlement dezelfde resolutie
= pas dan worden in Vlaanderen effectief stappen gezet
Begin jaren 90
= ommezwaai van NmG naar VGT
Start fundamenteel onderzoek naar grammaticale structuren van VGT
Na 1994
= expliciete vraag geformuleerd vanuit Dovengemeenschap om terug te keren naar de
zuivere Gebarentaal
Opstart fundamentele samenwerking tussen de Dovengemeenschap en taalkundigen +
promoten VGT in het onderwijs
2004
= Vlaamse Gebarentaalcentrum en Helga Stevens (doof Vlaams Parlementslid) bestendigen
de erkenning van VGT
26 april 2006
= stemde Vlaams Parlement unaniem voor de culturele erkenning van de VGTB + officiële
datum van het decreet = 5 mei 2006
1.3 Onderwijs
Mogelijkheden
1. Regulier onderwijs
2. Bijzonder onderwijs type 7
3. Scholen type 7: voor kinderen met een auditieve beperking of een spraak- of
taalstoornis
4. Kleuter en lager onderwijs
5. Secundair onderwijs – is ingedeeld in types en opleidingsvormen
Inclusie
= inclusief onderwijs Ion, is een alternatief voor het buitengewoon onderwijs waarbij de
nadruk ligt op het aanvaarden van de verscheidenheid en gelijkwaardigheid middels inclusie
Evolutie in populatie
○ Impact van neonatale screening en hoogtechnologische evolutie + CI
○ M-decreet – nieuw systeem? Recente beleidsnota
○ Buitengewoon middelbaar onderwijs – beperkte studiekeuze (beroepsonderwijs) en
geen evenwaardige studieattestering krijgen een getuigenschrift maar geen
diploma
○ Algemeen stigma tov buitengewoon onderwijs
, ○ Inclusief onderwijs = breed maatschappelijk gedragen en wereldwijd gedragen
○ Ondersteuningen regulier onderwijs vanbuiten BO + gebarentolk/schrijftolk
○ BO vaak enkel voor kinderen met meervoudige problematieken
Onderwijs handelingsvisies
1. Differentiërende handelingsvisie
○ Gericht op horende wereld: er is maar 1 taal nml het Nederlands
○ Gericht zien naar de noden van het kind, wat het kind al kan en kijken waar
er aanpassingen nodig zijn
○ Keuze voor mono-linguale aanpak
○ Inclusies wordt gestimuleerd
○ Modaliteiten worden gekozen obv potentiële leerkansen vh kind
○ Differentieel diagnostisch testbatterij vormt vertrekpunt om de auraal-
verbale mogelijkheden in kaart te brengen, nadien keuze
Oraal-auraal mono-linguaal, unimodaal + gesproken taal – eventuele
ondersteuning met vingerspellen en schriftbeeld onderwijs
Manueel: mono-linguaal, bi- of multimodal – gebruik van NmG
2. Totale communicatievisie
○ Alle mogelijke middelen kunnen bijdragen
○ Praktijk: NL en NmG
○ Didactisch strikte volgorde van het Nederlands
○ Buiten educatie – communicatie staat centraal, welke modaliteit maakt niet
uit
○ “alles kan, alles mag, zolang het kind er maar iets aan heeft”
○ Alle kanalen gebruiken om na te gaan wat het kind nodig heeft op dat
bepaalde moment (kan totaal anders zijn op een ander moment)
Knelpunten Vlaamse Dovenonderwijs
○ Zeer kleine populatie en verspreid over heel Vlaanderen
○ Veel kinderen met bijkomende additionele beperkingen
○ Meer en meer kinderen uit anderstalige gezinnen
○ Gebrek aan specifieke lerarenopleiding
○ Weinig dove leerkrachte, klasmedewerkers en opvoeders
○ Onvoldoende onderzoek naar VGT
○ Weinig tot geen dialoog tussen Dovengemeenschap en dovenonderwijs
○ Eenzijdige visie van de thuisbegeleidingsdiensten
○ Beperkte mogelijkheden voor ouders om VGT te leren
○ VGT-vaardigheid bij personeelsleden
○ Onvoldoende leerlijnen, methoden en leermiddelen
○ Vastleggen van VGT – signwriting
2.2 Bilinguaal – Bicultureel
Groep van dove en slechthorende kinderen is heterogeen
Afstemmen van onderwijs op hun behoeften is een complexe zaak
Bilinguïsme – kenmerken
1. 2 orale talen of 1 orale taal en 1 visuele taal verschillende sensorische kanalen
2. Voor de meeste doven zijn beide talen maar beperkt toegankelijk
3. Integratie van dove kinderen in de Dovengemeenschap gebeurt vaak via een
intermediair milieu
4. Beide talen hebben een andere functie en zijn complementair
gebarentaal om te communiceren face to face en het Nederlands ifv geschreven
taal
Gelijkenissen
1. 2 volwaardige talen: Nederlands en VGT
2. Linguïstische en cognitieve mijlpalen
3. Neurofysiologisch blijken voor beide talen hetzelfde
4. Opslaan van talige informatie = linker hemisfeer
5. Gesproken taal en visuele taal gebruiken dezelfde neurale mechanismen
Bicultureel
○ Uitgebreid overzicht van
Socio-culturele
Linguïstische
Historische
Pedagogische aspecten van de dovencultuur
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kirstenroosen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.51. You're not tied to anything after your purchase.