Bevat verschillende onderwerpen en formules: Break-even, excel, AC en DC, HW en TW, verdeelsleutels. Vanuit studiemeister week 1 tot 6. Hogeschool Utrecht Propedeuse Accountancy.
Bekijk Filmpjes Studiemeister!
Week 1 – Inleiding en tijdswaarde van geld
Hoofdstuk 1 – Inleiding
Investeren, lenen, sparen en aflossen leiden op verschillende momenten tot ontvangsten en
uitgaven. Er is spraken van tijdvoorkeur omdat we liever nu 100 euro hebben dan over een
paar jaar (inflatie). We betalen daarom het liefst zo laat mogelijk. Om deze afname in
waarde te overbruggen, brengen we rente in rekening.
Economie is een wetenschap die zich bezighoudt met de voortbrenging van goederen en
diensten. Er dienen veel keuzes gemaakt te worden. Economie wordt opgesplitst in macro-,
micro-economie en de openbare financiën.
Micro-economie -> bedrijfseconomie -> management accounting, cost accounting en
financiering.
Rente is de vergoeding die de spaarder krijgt van de bank, omdat hij/zij zijn geld op de bank
laat staan. Andersom is het ook een vergoeding voor de bank, als hij/zij voor een bepaalde
tijd geld heeft geleend.
Rentepercentage bestaat uit 3 onderdelen en zijn afhankelijk van buitenaf (dus
onvoorspelbaar):
- Compensatie voor inflatie
- Risicopremie
- Winst
Opportunity costs: bedrag die in rekening wordt gebracht, dat men anders met het geld had
kunnen verdienen (als ik project A doe, kan ik niet project B doen (weinig grondstoffen)
Tijdvoorkeur: Men prefereert huidige bezit boven op de toekomstige.
Er zijn 2 theorieën op tijdvoorkeur:
- Agiotheorie: tegenwoordige goederen zijn meer waarde dan toekomstige goederen
omdat:
Mensen verwachten in de toekomst een hoger inkomen, ze maken zich geen
zorgen over de financieringsbehoefte in de toekomst.
Mensen onderschatten hun toekomstige behoeftes.
Investeringen die nu gedaan worden kunnen leiden tot ontvangsten in de
toekomst.
- Fisher: iemand die geld uitleent heeft geen beschikking tot consumptie op dit
moment. Het zal uitgesteld moeten worden tot in de toekomst. Mensen consumeren
liever nu dan later omdat:
Niemand weet hoelang hij/zij zal leven.
Inkomenspositie zal in de toekomst verbeteren.
Hevige inflatie of daling van het waarde van geld.
1
,Hoofdstuk 2 – Management accounting: plaatsbepaling en ontwikkeling.
Management accounting: interne informatieverschaffing ten behoeve van de leiding en het
helpen bij het beheersen en het nemen van beslissingen bij bedrijfsprocessen.
Financial accounting: externe informatieverschaffing ten behoeve van de externe
belanghebbenden en het helpen bij het vormen van een mening ten aanzien van de
organisatie.
Publicatieplicht voor ondernemers: IFRS (Balans, KO en RR) voor beursgenoteerde
ondernemingen en Nederlandse (Balans en RR) voorschriften voor niet-beursgenoteerde
ondernemingen.
Relaties tussen verschillende vakgebieden:
- Ondernemingsfinanciering: bepalen van rentepercentages.
- Statistiek: onzekerheid, kansberekeningen en statistische technieken.
- Psychologie: beslissingen, irrationele mensen en entrampnet.
- Organisatiekunde: taakverdeling en beheersproblemen.
2
, Standaardoplossingen werken niet, er dienen maatwerkoplossingen te komen op gebied
van kostprijs- en winstbepaling van beslissingscalculaties doordat elk bedrijf andere
kenmerken heeft: contingencybepaling.
Bij een bedrijf dat maar 1 product produceert is het gemakkelijk om de kosten toe te
kennen aan het product, indien er meer soorten producten worden geproduceerd gaat dit
was lastiger. We spreken hiervan: indirecte kosten.
Onstabiele bedrijfsomgevingen zorgen voor telkens veranderen van kostprijzen, omdat het
topmanagement niet meer deskundig kan zijn door de verandering in de markt.
Grootte van de managementinformatiesystemen verschillen per ondernemingen.
Afhankelijkheid tussen bedrijfsafdelingen is belangrijk om zo efficiënt mogelijk te werk te
gaan. Bij gebundelde afhankelijk is er sprake van efficiëntie, omdat zowel afdeling a en b als
c onafhankelijk van elkaar zijn. Bij sequentiële afhankelijkheid is dit niet het geval.
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lisakroeger. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.74. You're not tied to anything after your purchase.