De samenvatting bevat alle boeken en artikelen die nodig zijn voor het tentamen van wereldoriëntatie 2. Het gaat om de hoofdstukken 2,4,6,9,10, 12,14,15,16 en 17 uit het boek Geowijzer. De hoofdstukken 6,7,8,9, 12 en 16 uit het boek Geschiedenis en samenleving en het gaat om de hoofdstukken 1,5,6 ...
Samenvatting Geowijzer
Hoofdstuk 2 weer en klimaat
§2.6 klimaatverandering
Klimaat vroeger
De klimaatgeschiedenis wordt op twee schaalniveaus bekeken:
- De geologische schaal: kijkt naar veranderingen over vele miljoenen jaren op de aarde
hebben plaatsgevonden.
- De historische schaal: nemen de mens als schaal en gaan over enkele honderden jaren.
Krijt: de warmste periode ooit.
Het quartier: de ijstijden. Het ijs nam grote stenen met zich mee: zwerfstenen hunebedden. Ook
werd de bevroren grond opgestuwd waardoor er stuwwallen ontstonden.
De huidige klimaatverandering
Albedo: als het aardoppervlak wordt bedekt met sneeuw of ijs wordt veel warmte teruggekaatst. Als
ijs smelt neemt het aardoppervlak meer warmte op en minder wordt teruggekaatst opwarming.
Deeltjes die bij een vulkaan in de atmosfeer vrijkomen kaatsen de zonnestralen terug daling.
Ook het versterkt broeikaseffect en natuurlijk broeikaseffect zorgen voor de opwarming van de
aarde.
Broeikasgassen (methaan, co2, waterdamp) zorgen ervoor dat warmte wordt vastgehouden en
daardoor de temperatuur op aarde natuurlijk broeikaseffect.
Er komt steeds meer co2 in de lucht door ontbossing en fabrieken ook komt er meer methaan vrij
door bijvoorbeeld rijstproductie dikkere deken rondom de aarde versterkt broeikaseffect.
Gevolgen van klimaatverandering
Door de temperatuurtoename stijgt de zeespiegel. Dit wordt veroorzaakt door: smelten van landijs
en uitzetten van zeewater door verwarming.
Ook zorgt de opwarming voor de aarde voor meer neerslag in de wereld: natte gebieden worden
natter en droge gebieden worden droger.
,Hoofdstuk 4 Nederland en het water
§4.4 ruimte voor de rivier
Om de toekomstige afvoer van de rivieren aan te kunnen moeten we denken aan het verhogen van
de dijken en ook aan andere maatregelen.
Rivierwater
Overstromingen ontstaan als er veel neerslag valt in het stroomgebied (gebied dat afwatert op de
rivier en wordt begrensd door de waterscheiding) van de Maas of de Rijn. Ook het smeltwater uit de
Alpen in combinatie met grote neerslaghoeveelheden die in de vele zijrivieren komen kunnen de
rivieren in Duitsland en Nederland in korte tijd laten stijgen.
Door stuwen kan water niet landinwaarts stromen bij hoog water.
Deltaplan Grote Rivieren
Het is een plan dat na de twee grote watersnoodrampen in gang werd gezet om de ophoging en
versterking van de zwakste dijken en kades in Nederland voor elkaar te krijgen.
Ruimte voor de rivier
Grote delen van de floodplains, de overstroomingsvlakten van de rivier, zijn in gebruik genomen door
bebouwing en infrastructuur. Hierdoor werd de opslagcapaciteit stukken minder. Het rivierlandschap
werd zo aangepast dat er meer water veilig afgevoerd kan worden door dijken te verleggen,
uiterwaarden verlagen of nevengeul aan te leggen.
Deltaprogramma
Sommige delen van Nederland worden steeds droger. De belangrijkste oorzaken van verdroging zijn
klimaatverandering, verlaging van grondwaterstand en toenemende waterverbruik. Om in de
toekomst genoeg zoet water te hebben, moeten we er zuiniger mee omgaan en water opslaan in
waterbekkens voor droge tijden.
§4.6 waterproblemen wereldwijd
Er zijn drie soorten waterproblemen: te veel water, te weinig water of vervuild water.
Te veel water
Overstromingen zorgen wereldwijd voor meer slachtoffers en meer schade dan aardbevingen en
orkanen.
Er zijn diverse oorzaken:
- Orkanen brengen grote hoeveelheden regen meer, waardoor huizen, bruggen, wegen en
spoorwegen wegspoelen of onder een dikke laag modder belanden.
- Versnelde waterafvoer.
Grootschalige ontbossing die wereldwijd plaatsvindt bevordert het aantal overstromingen.
Als bomen ontbreken wordt het water minder lang vastgehouden in de bovenloop van de
rivier en versneld afgevoerd.
- Steeds minder ruimte voor de rivier.
- Klimaatverandering: hogere temperatuur verdamping meer wolken en neerslag.
,Kanalisatie van beken en rivieren, snelle ontwatering en afwatering in de landbouw door drainage en
sloten, de verdichting van de grond door zware landbouwmachines en de verstedelijking en
verstening zorgen voor een versnelde afvoer van water naar de rivier.
Te weinig water
Als je al het water op aarde gelijk stelt aan het water in een badkuip, dan is slechts één theelepeltje
bruikbaar. Er is juist heel veel zout water en bijna geen zoet water wat wij gebruiken.
Een gemiddeld huishouden in Nederland gebruikt 120 liter water per persoon per dag.
Het probleem van de waterschaarste (of zelfs droogte) wordt vergroot door de bevolkingsgroei,
zeker in armere landen. Deze landen zijn niet in staat waterbesparende technieken in te voeren.
Vervuild water
Watervervuiling is op zich al een probleem, maar het vergroot ook wereldwijd de waterschaarste. Er
komen steeds meer mensen die steeds meer welvaart hebben. Daardoor komt er steeds meer afval.
Alleen in gebieden waar veel welvaart is, is er voldoende geld voor sanitatie (zaken zoals
waterzuivering, riolering en schonere productietechnieken).
In plattelandsgebieden zijn kunstmest en bestrijdingsmiddelen grote watervervuilers. Ook kan er
sprak zijn van verzilting (toename zoutgehalte) van grondwater. Verzilting wordt veroorzaakt door
verkeerde irrigatietechnieken.
, Hoofdstuk 6 bevolking en ruimtelijke inrichting
§6.1 bevolkingsaantallen
Demografie: wetenschap die zich bezighoudt met het bestuderen van de veranderingen in de
omvang, samenstelling en de ruimtelijke verdeling van de bevolking.
Wanneer er veranderingen zijn wordt er vanuit verschillende invalshoeken naar gekeken.
Demografen werken ook samen met geografen, omdat de ontwikkeling van de bevolking invloed
heeft op de inrichting van een land. Als er bijvoorbeeld dit jaar veel kinderen geboren worden, moet
er over een aantal jaren meer basisscholen zijn.
Het aantal mensen in een land (gebied) verandert door natuurlijke factoren (geboorte en sterfte) en
door sociale factoren (immigratie en emigratie).
- Geboorteoverschot: er worden meer mensen geboren dan er sterven bevolkingsgroei.
- Sterfteoverschot: er sterven meer mensen dan er geboren worden land krimpt.
- Sterfte + geboorte = natuurlijke bevolkingsgroei
Geboortecijfer: cijfer dat aantal levendgeborenen aangeeft per 1000 inwoners per jaar. Het
geboortecijfer is sterk afhankelijk van de emancipatie van een vrouw, individualisering en
ontkerkelijking. Geboortecijfers dalen bijvoorbeeld wanneer vrouwen een hogere opleiding volgen.
Sterftecijfer: cijfer dat het aantal sterfgevallen aangeeft per 1000 inwoners per jaar. Het sterftecijfer
wordt beïnvloedt door de leeftijdsopbouw van de bevolking van een land, door maatschappelijke en
medische factoren.
- Zuigelingensterfte: geeft het aantal kinderen weer per 1000 levendgeborenen dat in een
kalenderjaar overlijdt voordat de leeftijd van één jaar bereikt is.
Migratie: verandering van woonplaats van mensen. Er zijn twee vormen van migratie:
- Binnenlandse migratie: binnen een land wordt verhuisd.
- Buitenlandse migratie: een landgrens wordt overschreden.
Emigratie: het verlaten van een land.
Immigratie: binnenkomen van een land.
Vestiging en vertrek zorgen voor een vestigingsoverschot of een vertrekoverschot. Samen zijn ze
verantwoordelijk voor de sociale bevolkingsgroei (= immigratie + emigratie)
- Vestiging + vertrek = migratiesaldo
Demografisch transitiemodel: model dat de ontwikkeling van de geboorte- en sterftecijfers van West
Europese landen weergeeft. Het toont de overgang van hoge geboorte- en sterftecijfers naar lage
geboorte- en sterftecijfers.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller vkroeze. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.93. You're not tied to anything after your purchase.