100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting economie Monetaire Zaken LWEO $5.02   Add to cart

Summary

Samenvatting economie Monetaire Zaken LWEO

 0 view  0 purchase
  • Course
  • Level

Samenvatting van de module Monetaire Zaken van economie 5vwo. Dit is de uitgebreide samenvatting over de module Monetaire Zaken van LWEO.

Preview 2 out of 8  pages

  • March 25, 2022
  • 8
  • 2020/2021
  • Summary
  • Secondary school
  • 5
avatar-seller
Samenvatting economie: Monetaire Zaken
Hoofdstuk 1: Geld
Er zijn twee soorten geld:
1. giraal geld  geld op bankrekening (betaalrekening + rekening-courant)
2. chartaal geld  bankbiljetten en munten
Bij een geldautomaat wordt giraal geld omgezet naar chartaal geld. Dit omzetten van de ene
geldsoort naar de andere geldsoort wordt substitutie genoemd.
Met een creditcard kun je op krediet kopen. De creditcardorganisatie verricht de betalingen
en brengt ze eens per maand in rekening bij de klant. Een oude manier van giraal betalen is
met een acceptgiro. Je vult een acceptgirokaart in en stuurt deze naar je bank.
Tegenwoordig gaat het veel via internetbankieren en contactloos betalen. Nadeel van
pintransacties is het verlies in privacy, alle pintransacties worden geregistreerd.
Geld heeft verschillende functies. Zo is een daar van ruilmiddel (bij de koop van producten of
diensten). Daarnaast heb je geld als rekenmiddel (de waarde van producten wordt in geld
uitgedrukt) en de spaarfunctie (als je het geld niet uitgeeft).
Als je geld oppot circuleert het niet en wordt het dus niet gebruikt voor transacties. Als het
opgepotte geld wordt besteed spreken we van ontpotten. Met oppotten verdien je niks, met
beleggen wel. Je doet tijdelijk afstand van je geld zodat andere dat kunnen gebruiken en
krijgt beloning in de vorm van rente of dividend. Investeren is het aanschaffen van
kapitaalgoederen door bedrijven. Naast gezinnen beleggen ook bedrijven.
De hoogte van de rente is afhankelijk van drie zaken:
1. risico op niet terugkrijgen van uitgeleende geld, hoe hoger risico is hogere rente
2. de koopkracht van geld verandert door inflatie of deflatie
3. persoonlijke tijdsvoorkeur, hoge tijdsvoorkeur wil je dus nu consumeren en vraag je
hogere beloning voor het uitstellen van transacties
Vermogen van iemand = iemands bezittingen – iemands schulden (voorraadgrootheid)
Vermogensmarkt:
 burgers heb je aan de aanbod- (als ze geld storten bij de bank) en vraagkant (als ze
leningen afsluiten) van de vermogensmarkt
 ook de banken heb je aan de aanbod- (als ze geld uitlenen) en vraagkant (als ze geld
innen dat burgers storten bij de bank) van de vermogensmarkt
De vermogensmarkt bestaat uit het geheel van vraag naar en aanbod van vermogen. Bij
leningen tot twee jaar spreken we van geldmarkt. De vermogensmarkt voor langere termijn
noemen we de kapitaalmarkt.
Cryptogeld is een vorm van digitaal geld dat als alternatief systeem voor de reguliere
munteenheden wordt gebruikt. Je moet het geld minen, een versleutelde code ontcijferen.
Zodra al het geld is gedolven ontstaat er schaarste (en dus waarde).

, Hoofdstuk 2: Het ontstaan van geld en banken
In de oudheid had ieder zijn eigen beroep waardoor iedereen productief was. Er ontstond
directe ruil, men ruilde elkaars overschotten. Directe ruil is erg lastig en daarom kwamen er
in sommige gemeenschappen kredietsystemen waarbij werd bijgehouden of iemand nog iets
van iemand tegoed had.
Transactiekosten nemen af door het invoeren van een ruilmiddel. Door een ruilmiddel in te
voeren, of dit nou geld of zout is, wordt ruil indirect. De waarde van producten wordt
uitgedrukt in hoeveelheden van het ruilmiddel. Niet alle producten kunnen dienst doen als
geld. Ze moeten deelbaar, hanteerbaar, houdbaar, waardevast, niet-reproduceerbaar en
algemeen geaccepteerd zijn. Tegenwoordig is pinnen helemaal in, het is een stuk veiliger.
- intrinsieke waarde is de materiaalwaarde van een munt
- extrinsieke waarde is de waarde die op de munt staat vermeld
Verschil tussen deze waardes kan leiden tot omsmelten van munten door publiek.
Thomas Gresham ontdekte dat men eerst munten met een laag metaalgehalte uitgaven (bad
money) voordat ze de munten met een hoog gehalten (good money) uitgaven. Deze
bevinding staat bekent als de Wet van Gresham.
Tegenwoordig gaat geld steeds meer op vertrouwen. De band tussen edelmetalen en geld
wordt steeds losser en het verschil tussen intrinsieke en extrinsieke waarde steeds groter.
Hierdoor kan de geldhoeveelheid toenemen wat goed is voor de economie.
Kooplieden gaven hun gouden munten in bewaring bij goudsmeden in ruil voor
ontvangstbewijzen. Deze ontvangstbewijzen werden vervolgens gebruikt als geld en waren
nog 100% gedekt door gouden munten. Als er meer met ontvangstbewijzen wordt betaald is
het voor de goudsmid mogelijk om hogere ontvangstbewijzen uit te geven dan hij gedekt
heeft door goud. De goudsmid verandert in bankier.
Fiduciair geld is geld dat zijn waarde volledig ontleent aan vertrouwen (bv. de
ontvangstbewijzen). Door deze geldsoort te gebruiken kan de geldhoeveelheid toenemen
zonder dat daar edele metalen voor nodig zijn.
Een bank die aan haar direct opeisbare verplichtingen kan voldoen (dus alle
ontvangstbewijzen in munten kan omzetten) noemen we liquide. Als het gerucht gaat dat
een bank dit niet kan ontstaat er een bankrun, iedereen komt zijn deel opeisen waardoor de
bank failliet gaat. Sommige mensen kunnen hun geld niet opeisen omdat het al op is.
In Nederland mag alleen De Nederlandsche Bank (DNB) bankbiljetten en munten uitgeven.
De DNB verricht uitvoerend werk voor ECB. Sinds 1936 kun je bankbiljetten niet meer
inwisselen voor goud en is het dus fiduciair geld.
Om te voorkomen dat banken te veel giraal geld uitlenen waardoor ze chartale opnames niet
meer kunnen doen moet een bank tegenover haar rekening-courantegoeden voldoende
liquide middelen en EV hebben staan (liquide en solvabel zijn). Daarnaast heet Europa een
depositogarantiestelsel om vertrouwen te winnen. Gezamenlijke banken garanderen tot
€100.000,-. Gaat een bank failliet dan garanderen andere banken dit geld voor de klanten.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller gijsvangompel333. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.02. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

77764 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.02
  • (0)
  Add to cart