,Hoofdstuk 1:
De leerkracht gebruikt zijn stem driemaal zo veel als de gemiddelde kantoormedewerker en de
leerling besteed meer dan de helft van de schooldag aan het luisteren naar die leerkracht. → het
beroep van leraar is een ‘spreekberoep’.
1.2 stemtheorie
- De stem is een klein orgaan met grote effecten.
- Het typische spraakgeluid van een persoon wordt vooral bepaald door iemands
stemplooitrilling, de toonhoogte, de resonans en de articulatie. → articulatie en stemgeluid
zijn dus zeer verschillende onderdelen van de spraak.
1.2.1 bouw van de stem
- Het stemorgaan bevindt zich in het strottenhoofd. → het strottenhoofd bestaat uit
verschillende kraakbeenderen en spieren.
- In het strottenhoofd, bovenaan in de luchtpijp, zitten aan weerskanten twee stemplooien of
stembanden. → stemplooien van vrouwen zijn ongeveer 1,5 cm lang, die van mannen
ongeveer 2 cm.
, - De structuur van het stemapparaat van de man is anders gevormd. Het kraakbeen is groter
en puntiger, waardoor de adamsappel zichtbaar is. De hoek van de kraakbeen is bij mannen
scherper dan bij vrouwen (respectievelijk 90 graden en 120 graden). Bij vrouwen sluit de
achterkant van de stemplooien mede daardoor minder goed.
1.2.2. werking van de stem
- De stemplooien staan open bij ademen en kunnen door de uitstromende adem in trilling
worden gebracht. → daardoor ontstaat het stemgeluid.
- De hoogte van het stemgeluid wordt bepaald door de massa en de lengte van de
stemplooien. → hoe meer massa hoe lager de klank. → meer massa (mannen) betekent
namelijk een lagere trillingsfrequentie.
- Met een geringere massa kunnen de stemplooien sneller trillen en een hogere toon
produceren (vrouwen en kinderen).
- Van bovenaf is de stemplooitrilling zichtbaar bij een onderzoek door de KNO-arts.
- Doordat het stemgeluid in de keel-, mond- en neusholte weerkaatst (resonans), ontstaat
uiteindelijk, zeer persoonlijke, stemklank(kleur) zoals luisteraars die horen. Vervolgens zullen
positie, vorm en bewegingen van lippen, tong, wangen en kaken (articulatie) zorgen voor het
spraakgeluid.
- Stemplooien kunnen door uitrekken dunner worden (minder massa) waardoor de stem een
hogere toon kan produceren. → het stemgeluid wordt tevens beïnvloed door het gebruik
van verschillende registers.
1.2.3 registergebruik
- Bij een bepaalde toonhoogte kantelt het strottenhoofd een beetje door het aanspannen van
bepaalde spieren. → daardoor wordt de stemklank niet alleen hoger maar ook wat ijler,
minder vol.
- Bij deze toonhoogte is de overgang van het borstregister (lagere toon) naar het kopregister
(hogere toon).
- Bij mannen is ook het falsetregister mogelijk.
Borstregister
- De stemplooien zijn zeer soepel, week en dik, de klank is lager.
, - De stem wordt draagkrachtig door het ontstaan van meer boventonen in de
resonantieruimten, die de klank, het timbre van de stem voller en rijker maken.
Kopregister
- De stemplooien zijn minder soepel en week, ze bewegen echter nog wel over de gehele
breedte. De toon is hoger en de klank is minder vol dan bij het borstregister.
- De geoefende zanger(es) kan echter een rijke kopstemklank met veel boventonen laten
horen.
Falsetregister
- De spieren zijn nog meer aangespannen en bewegen slechts de uiterste randen van de
stemplooien. → daardoor is een ijle, veel zachtere klank te horen.
- Bij veel ongeoefende zangers slaat de stem ‘over’ bij de overgang van het borst- naar het
kop- of het falsetregister. → er is dan een moment van stemloosheid wanneer men een toon
geleidelijk van laag naar hoog of van hoog naar laag maakt.
1.2.4. stemgeluid
Het geluid van de trillende stemplooien kent een grote variatie. Stemgeluid kan variëren in onder
meer vier aspecten:
- Is de intensiteit van geluid, dus ook van stemgeluid, en wordt uitgedrukt in decibel (dB).
- De intensiteit van geluid is een relatieve waarde, dat wil zeggen dat de waarde van 0 dB is
vastgelegd als geluidssterkte die gemiddeld door een grote groep mensen nog ent wordt
gehoord.
- 120 dB → sterkte van een straaljager die laag overvliegt → benaderd de pijngrens.
- 65 dB → luidheid van een gewoon gesprek
- Een klas kan boven de 75 dB uitkomen.
Toonhoogte
- Wordt bepaald door de trillingsfrequentie van de stemplooien.
- De frequentie wordt uitgedrukt in hertz (Hz), het aantal trillingen per seconde, en is daarmee
een absolute waarde.
- 120 Hz → stemtoonhoogte bij mannen (gemiddeld)
- 210 Hz → stemtoonhoogte bij vrouwen (gemiddeld)
- Culturele aspecten beïnvloeden de toonhoogte, waardoor het gemiddelde van bepaalde
groepen kan variëren. → westerse vrouwen hebben over het algemeen een lagere
stemtoonhoogte dan Aziatische vrouwen.
- 180 Hz → stemtoonhoogte bij westerse vrouwen (gemiddeld)
Resonans
- Is de weerkaatsing van het stemgeluid in de verschillende holtes van de neus, mond en keel.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller pamschouten. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.72. You're not tied to anything after your purchase.