De basale begrippen van de fysiologie te omschrijven: Milieu Intérieur/exterieur, homeostase.
Homeostase is het in balans houden van je externe en interne milieu. In balans houden van het lichaam. Dit is niet hetzelfde als evenwicht. Een
evenwicht kost geen energie, maar het handhaven van het lichaam (bv lichaamstemp) kost energie door acties van lichaam. Een evenwicht kost
geen energie
Homeostase en de relatie met het goed functioneren van een organisme toe te lichten
Het doel van homeostase is het creëren van optimale condities voor het organisme en de cellen. Het in balans houden van het interne milieu is
optimaal voor de werking van het lichaam. Bijvoorbeeld lichaamstemperatuur, suikergehalte, pH
bloed en maag, bloeddruk etc..
Voorbeeld lichaamstemperatuur:
1. Verandering in lichaamstemperatuur wordt opgepikt door de stimulus.
2. De verandering wordt opgepikt door zenuw receptor. (sensor)
3. Input: Zenuw geeft signaal aan hersenen. Afferente zending.
4. Hersenen (control)
5. Hersenen geeft signaal aan de rest van het lichaam (effector)
6. Dit signaal is nodig om te compenseren lichaamstemperatuur.
7. De effector: lichaam gaat trillen, je hersenen geeft signaal af aan spieren die gaan
bewegen.
8. Door het trillen en bibberen gaat lichaamstemp weer omhoog en weer hersteld
Homeostase in organisme op 2 manieren:
- Via extern naar intern.
- Gelijk via intern.
Als het lichaam niet lukt om de balans te vormen → ziekte ontwikkelen
Het begrip negatieve feedback aan de hand van een voorbeeld uit te leggen, alsook het begrip antagonistische werking.
De negatieve feedback is het handhaven van het interne milieu. Het doel hiervan is weer teruggaan naar de uitgangswaarde. Homeostatische
reflexen worden gecontroleerd door negatieve feedback.
Voorbeelden van negatieve feedback:
- Calcium: calcium wordt opgeslagen in botten. Lage concentratie calcium → parathyroid hormoon schildklier pikt op en scheidt meer
PTH-hormoon af → osteoclast breken verkalkte stukken bot af → calcium wordt afgescheiden
Hoge concentratie calcium → thyroid (schilklier) scheidt minder PTH af → dat hormoon zorgt ervoor dat er met calcium botten worden
opgebouwen in samenwerking met verkalking→ calcium verdwijnt zo uit het bloed en is er dus minder calcium.
- Insuline: glucagon secretie in respons op een afnemende bloedglucosewaarde.
- Zweten als gevolg van een toenemende lichaamstemperatuur.
Uit te leggen dat homeostase behouden kan worden door lokale en lange afstand regulatie.
Het begrip positieve feedback aan de hand van een voorbeeld uit te leggen.
Positieve feedback loopt versterkt op de originele stimulus en
versneld daarmee het proces. Positieve feedback gaat steeds
verder weg van de uitgangswaarde en draagt niet bij aan
homeostase. Stijging van de stimulus. Een soort cirkel die
elkaar steeds versterkt. Een positieve feedback kan alleen
uitgeschakeld worden door een externe factor.
Voorbeelden van positieve feedback:
- Bloedplaatjes die hersteld worden bij een wond.
- Melk aanmaak in het lichaam bij zuigen van baby.
,Uit te leggen waarom positieve feedback niet bijdraagt aan homeostase.
Negatieve feedback stabiliseert de variabele die wordt gereguleerd en helpt dus bij het behoud van de homeostase, want de stimulus wordt
verwijderd/verlaagt zodat deze weer terug gaat naar de oorspronkelijke waarde. Positieve feedback draagt niet bij aan de homeostase, want de
stimulus wordt alleen maar verstrekt totdat deze wegvalt. De positieve feedback is dan ook nadelig voor de homeostase, want de stimulus wordt
dus versterkt en er is een externe factor nodig om het proces te remmen.
De anatomische oriëntatietermen en oriëntatievlakken te kennen.
De medische oriëntatie termen zijn bedacht uit de anatomische positie. Anatomische positie: rechtop, handpalm
naar voren en duim naar achteren.
Axiale deel: delen van het lichaam rond lichaams-as gelegen dus hoofd, hals en romp
Appendiculaire deel: de aanhangsels van het lichaam dus de armen en benen.
Superior: boven
Inferior: onder
Posterior/dorsaal: aan de rugzijde gelegen (bijvoorbeeld longen liggen dorsaal in vergelijking het hart). De
longen liggen meer aan de rugzijde dan het hart.
Anterior/ventraal: aan de buikzijde gelegen (bijvoorbeeld borst van een vrouw ligt ventraal t.o.v. het hart).
Cranial is aan schedelzijde
Caudal is aan staartzijde
Medial: aan de binnenzijde, betekent midden. (bijv. mediaal van de ogen ligt de neus)
Lateraal: aan de buitenzijde, van de middenlijn af, meer aan de zijkant gelegen (bijvoorbeeld de arm ligt lateraal t.o.v. de buik)
Ledematen: armen en benen
Proximaal: dichter bij het centrum (bijv. het
ellebooggewricht ligt proximaal van het
polsgewricht)
Distaal: verder weg van het centrum (voet ligt
distaler dan de heup of hand ligt distaal van
het ellebooggewricht)
Lichaamsvlakken
Frontaal: lichaam verdelen in voor en
achterkant
Transversaal: lichaam verdelen in boven en
onderkant (horizontale scheiding)
Saggitaal: lichaam verdelen in links en rechts
Midsaggitaal: linker en rechter is even groot
precies in midden dus.
In een transversale en forntale doorsnede door
het borstgebied van de mens zijn meestal de
longen te zien.
De lichaamsvliezen en lichaamsholten te benoemen.
Holle ruimtes in het lichaam die organen bevat. Dit zorgt voor:
- Bescherming tegen infecties
- Creëren van intern milieu (bijv. het brein)
Dorsale holtes (dorsal cavity): aan de rugzijde gelegen. (bijv. Ruggenmerg
dorsaal van de ingewanden)
- Craniaal: hersenen
- vertebraal/spinaal: zenuwstelsel in ruggenmerg
Ventrale holte (ventral cavity): aan de buikzijde gelegen. (bijv. ventraal van
het hart ligt het borstbeen)
- Thoracaal: longen/hart
- Abdominaal: maag, milt, buik, darm, lever, nieren
- Pelvis: blaas, rectum, baarmoeder (ovaria)
- Mediastium = ruimte in borstkas tussen beide longen, o.a. hart ligt
hierin.
,Functie van membranen in het lichaam:
Dunne laag weefsel dat het lichaam, lichaamsholte, en organen in de holtes bekleden
3 Types van epitheel membraan
- Mucous membranen (darm)
- Sereuze membranen (bedekken organen): goed kennen
Cutaneous membranen (huid):
2 types bindweefsel membranen
- Synoviaal: bij gewrichten, beschermen van
gewrichten
- Meninges: hersenvliezen
- Hart: om het hart liggen sereuze membranen (pericardium). Sereuze membranen komen altijd
voor in paren dus dat zijn twee sereuze membranen tegen elkaar aan. Tussen deze twee
membranen ligt een vloeistof (pericarium vloeistof). Wrijving kan schade zorgen voor het
membraan, als er schade optreedt is een pathogeen in staat om bij het hart te kunnen komen.
Door het pericardium vloeistof wordt wrijving voorkomen.
- Longen: Door de serueze membranen kunnen de longen vrijelijk bewegen zonder dat dit wrijving of pijn veroorzaakt. Er ontstaat een
compartimentalisatie van borst-en buikholte zodat infecties zich niet te gemakkelijk kunnen verspreiden. Ook helpen ze de vliezen bij
het ademen: het pariëtale vlies trekt de borstkas omhoog bij inademing door de onderdruk in de pleuraruimte tussen de twee vliezen
waarin zich een dun laagje vloeistof (pleuravocht) bevindt.
De termen: dysplasia, metaplasia, hyperplasia, hypertrofie en atrofie te kunnen toelichten.
- Dysplasia: expansion of immature cells; atypische veranderingen in de celkernen, het cytoplasma of in het groeipatroon van de cellen
> verhoogde kans op het ontwikkelen van kanker.
- Metaplasia: uitzaaien/verspreiden(expansion of mature cells; is de reversibele verandering van het ene celtype naar het andere
celtype op een plaats waar dat normaal niet voorkomt, bv luchtwegen bij rokers > trilhaarepitheel van de trachea wordt meerlaging
plaveiselepitheel
- Hyperplasia: vergroting a.g.v. een toename aan celdeling.
- Hypertrofie: vergroting a.g.v. een toename aan individuele cel diameter
- Atrofie: verkleining a.g.v. een afname van individuele cel diameter
Kanker is een abnormale, ongecontroleerde celdeling. Epitheel cellen hebben een hoge delingssnelheid (om beschadigde cellen te kunnen
vervangen) als eigenschap. Dit betekent dat zij een grote kans hebben voor het ontwikkelen van kanker.
Epitheliale tumoren zoals het cervicale type hebben als kenmerken: grote kern/cytoplasma verhouding. Dit komt doordat cellen ongecontroleerd
delen. Delende cellen zorgen eerst voor deling van DNA-materiaal,
daarna pas wordt het cytoplasma gedeeld. Door hoge delingssnelheid is het resultaat met name grote kernen en relatief kleine cellen.
De term hersenventrikel uit te leggen, de verschillende ventrikels te benoemen en de ligging van de ventrikels in de hersenen aan te
geven
Hersenen leven 100% op glucose.
De bloed-hersenbarrière wordt gevormd door:
- De intercellulaire spleten tussen de endotheelcellen in de hersencapillairen door uitgebreide zonulae occludentes
(tight junctions) hermetisch zijn afgesloten.
- De dikke lamina basalis
- De op de bloedvaten rustende astrocyt uitlopers, die geen continue laag vormen.
De choroid plexus (aanmaak cerebropinale vloeistof), hypofyse (hormonen afgeven aan bloed) en het braakcentrum hebben
geen BBB. Dit zijn circumventriculaire organen.
, De bloed-hersenbarrière is goed doorgankelijk voor O2, CO2, en vet oplosbare, niet al te grote
moleculen (waaronder anesthetica en alcohol), maar impermeabel voor grotere moleculen (eiwitten,
toxines, meeste geneesmiddelen). Hersenfuncties worden niet verstoord door effect van allerlei
moleculen en stoffen.
De bloedhersenbarrière is niet helemaal dicht. Waar en waarom zijn er plaatsen nodig waar de barrière
‘lek’ is?. Bedenk een tweetal locaties in het lichaam waar de endotheliale cel-cel-interactie een veel
mindere barrière vormt (meer doorlatend is):
Deze lekke situatie komt voor in de hypothalamus (regulatie waterbalans, lichaamstemperatuur,
metabole activiteiten), die wel moet kunnen reageren op veranderingen in lichaamsvloeistoffen. Giftige
stoffen kunnen braakcentrum in hersenstam wel bereiken met als gevolg braken. Twee locaties waar
endotheliale cel-cel interactie veel minder een barrière vormt: lever en beenmerg
Uit te leggen wat de functie van cerebrospinale vloeistof is, hoe en waar cerebrospinale vloeistof
wordt uitgescheiden (geproduceerd), in welke ruimten het zich bevindt en hoe het afgevoerd
wordt
Is cerebrospinale vloeistof qua samenstelling meer vergelijkbaar met plasma of juist met interstitiële vloeistof?
Cerebrospinale vloeistof lijkt meer op interstitiële vloeistof omdat beide vloeistoffen weinig eiwitten en geen bloedcellen bevatten. Plasma heeft
veel eiwitten en meer ionen. In het algemeen: wanneer H+ concentratie toeneemt, daalt de pH. Betekent dus dat de pH van CSF lager is dan van
het bloed. Hoge pH in CSF veroorzaakt duizeligheid, flauwte en bewusteloosheid.
De samenstelling van cerebrospinale vloeistof aan te geven en de plek aan te wijzen waar deze vloeistof kan worden verzameld
Kunnen uitleggen wat de ziekte meningitis is, en hoe de diagnostiek hiervan wordt gedaan.
Voorspel wat er zal gebeuren wanneer een bloedvat dat tussen de meningen loopt, een scheur oploopt als gevolg van een klap op de schedel.
Ophoping van bloed tussen de meningen, dit veroorzaakt druk op het zachte hersenweefsel onder de schedel (wordt subdurale hematoom
genoemd).
Virale meningitis verloopt over het algemeen milder dan bacteriële meningitis. Leg uit hoe dit komt.
Bacteriën kunnen zichzelf in leven houden en zich vermenigvuldigen. Zij hebben een eigen kern waardoor zij niet afhankelijk zijn van een
gastheercel. Zij kunnen dus lang overleven en daardoor een ernstige infectie veroorzaken. In tegenstelling tot bacteriën, hebben virussen
geen eigen kern. Om zich te kunnen vermenigvuldigen en om in leven te blijven, hebben virussen de hulp van een gastheercel nodig. In het
hersenvocht zijn nauwelijks gastheercellen te vinden. De virussen overleven dan ook niet lang, zij gaan dood. De infectie door een virus
verloopt in de meeste gevallen dan ook minder ernstig dan die door een bacterie.
Welk element is essentieel voor een normale schildklierfunctie? jood
Van BINNEN naar BUITEN gezien is de volgorde van de meningen (hersenvliezen) pia -arachnoide-dura
Het handhaven van de homeostase kost veel energie waar
Welk lichaamsvocht vindt men in de laterale ventrikels? Cerebrospinale vloeistof
Pemphigus is een autoimmuunziekte. Tegen welke intercellulaire verbinding maakt het lichaam antilichamen? desmosomen
In de ventrale holte bevinden zich de hersenen en in het ruggenmerg onjuist
Je pols ligt proximaal van je elleboog. onjuist
Wat wordt bedoeld met atrofie? Verkleining van cellen
Welke van onderstaande opties kunnen wel de bloed-brein-barrière passeren? zuurstof
Welke bewering is juist: negatieve feedback loops dragen bij aan homeastase
Door het zweten a.g.v. een hoge buitentemperatuur neemt je vocht tekort toe. Hierdoor krijg je dorst en ga je wat drinken. Dit is
een voorbeeld van Negatieve Feedback juist
Het diafragma verdeelt de ventrale lichaamsholte in een superior gelegen thoracale holte en een inferior gelegen
abdominopelvicaleholte.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sauysal. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.39. You're not tied to anything after your purchase.