Je hart zorgt voor het transport van stoffen sinds je een embryo van 4 weken oud bent. Als foetus
krijg je zuurstof en voedingsstoffen via de placenta en navelstreng. Bij de geboorte verandert de
bloedsomloop, doordat je je longen moet gebruiken. Tussen de linker- en rechterboezem bevindt
zich voor de geboorte een opening (=ovale venster). Een groot deel van dit bloed stroomt hierdoor
direct van de rechterboezem naar de linkerboezem en vervolgens vanuit de linkerkamer de aorta
ingeperst.
Ductus arteriosis = verbinding tussen longslagader en aorta bij embryo.
Het grootste deel van het bloed dat door de rechterkamer wordt weggepompt, komt via de ductus
arteriosis in de aorta terecht. Direct na de geboorte wordt de verbinding met de placenta verbroken
en begint een baby te ademen. Doordat de longen zich vullen met lucht, neemt de weerstand in de
longhaarvaten af, hierdoor stroomt het bloed makkelijk vanuit de rechterkamer in de longslagader
en longhaarvaten. Hierdoor daalt vervolgens de bloeddruk in de rechterkamer en rechterboezem,
terwijl de bloeddruk in de linkerboezem stijgt door aanvoer van bloed vanuit de longen. Gevolg = het
ovale venster wordt door een klep afgesloten en vergroeit spoedig met de harttussenwand. Spieren
in de ductus arteriosis trekken zich samen, waardoor de ductus arteriosis nauwer wordt. Later
verschrompelt dit. Ook resten van de navelstrengslagaders- en aders verdwijnen en verschrompelen.
Deze veranderingen verlopen niet altijd even goed, hierdoor kunnen hartafwijkingen ontstaan.
Embryonale/foetale bloedsomloop:
Beenslagader > navelstrengslagader > haarvaten placenta > navelstrengader > poortader en
onderste holle ader
In het begin geringe longcirculatie nodig, omdat de longen nog dichtzitten en waardoor er een grote
stromingsweerstand is.
Bloed in de onderste holle ader is een mengsel van zuurstofrijk- en voedselrijk bloed van placenta en
zuurstof- en voedselarm bloed van het onderlichaam.
Onderste holle ader > rechterboezem > foramen ovale (shunt) > linkerboezem > linkerkamer
Bloed in de bovenste holle ader is zuurstof- en voedselarm.
Bovenste holle ader > rechterboezem > rechterkamer > longslagader > longen en ductus botalli
(shunt) > aorta
Veranderingen ná de geboorte: door vernauwing/afbinden van de navelstreng > pCO2 in bloed stijgt
> inademingsreflex > afname druk in Intra pleurale ruimte
a longen ontvouwen > afname stromingsweerstand > afname bloeddruk in de kleine bloedsomloop
b aanzuiging bloed uit de navelstrengader en placenta
Door de toename van de bloeddruk in de grote bloedsomloop en hiermee de bloeddruk die in de
linkerboezem groter is dan in de rechterboezem wordt de foramen ovale afgesloten door
bindweefselplooi en de ductus arteriosis groeit dicht door bindweefsel.
Bij eencellige en dieren die uit enkele cellagen zijn opgebouwd, vindt transport van stoffen (zuurstof,
voedingsstoffen en afvalstoffen) over kleine afstanden plaats. Dit kan geregeld worden door diffusie.
Bij grote organismen is een speciaal circulatiesysteem nodig, zoals een bloedsomloop. De kracht
voor een bloedsomloop wordt geleverd door het hart die bloed in de bloedvaten pompt. Bij een
bloedsomloop worden de stoffen sneller overgebracht dan bij diffusie. Bloed kan ook andere
functies hebben:
, ➢ Warmte over het lichaam verspreiden
➢ Zorgt voor een homogeen en constant intern milieu
➢ Speelt een rol bij de afweer tegen ziekteverwekkers
Gedurende de evolutie zijn verschillende circulatiesystemen ontstaan die passen bij de bouw en
leefwijze van de diersoort.
Alle gewervelde dieren hebben een gesloten bloedsomloop: het bloed in de bloedvaten is
gescheiden van de lichaamsvloeistof.
Voordelen:
➢ Effectiever
➢ Grotere afstanden
De vis
Vissen hebben een enkelvoudige bloedsomloop (1x door het
hart) en heeft 1 boezem en 1 kamer. Het bloed dat van de
organen naar het hart stroomt, verzamelt zich in de boezem.
Deze pompt het bloed naar de kamer en de kamer pompt het
vervolgens naar de kieuwen. Hierna gaat het door naar de
organen.
De mens
De mens heeft een dubbele bloedsomloop (2x door het hart). Hierdoor kan een hogere druk bereikt
worden.
Kleine bloedsomloop: rechterkamer > longslagader > longen > longader > linkerboezem >
linkerkamer
Doel: opname van zuurstof en afgifte van koolstofdioxide
Grote bloedsomloop: linkerkamer > slagaders > organen > onderste/bovenste holle ader >
rechterboezem > rechterkamer
Doel: organen voorzien van zuurstof en voedingsstoffen, organen koolstofdioxide en afvalstoffen
laten afgeven
Ventrikelseptumdefect (VSD) = afwijking waarbij een opening zit tussen beide hartkamers.
Het hart ontstaat tijdens de eerste 8 weken van de ontwikkeling van de mens. Het begint als een
holle buis, die door een tussenschot wordt verdeeld tot uiteindelijk de linker- en de rechterhelft. Bij
VSD is er een onvolledige scheiding van de harthelften. Als de opening dicht bij de hartkleppen zit,
kan het zijn dat de kleppen minder goed functioneren. Deze afwijking kan worden veroorzaakt door
genetische afwijkingen of milieufactoren.
Paragraaf 2
Het hart is een holle spier die veel energie verbruikt. Over het hart lopen 2 soorten bloedvaten:
➢ Kransslagaders (aftakking aorta): voorzien hartspierweefsel van voedingsstoffen en zuurstof
➢ Kransaders: afvoer van koolstofdioxide en afvalstoffen, monden uit in rechterboezem
De linker- en rechterharthelft zijn gescheiden door een harttussenwand. Boezems zitten als een
soort zakjes op de kamers.
Bloed uit het lichaam komen via de bovenste en onderste holle aders de rechterboezem in.
Boezems en kamers zijn van elkaar gescheiden door hartkleppen. Aan het begin van zowel de
longslagader als de aorta zitten de halvemaanvormige kleppen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller birgittriepels. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.