SV Forensisch bewijs
Leerdoelen Een interdisciplinair rapport is het resultaat van een teaminspanning; Prior odds = kansverhouding gedefinieerd als de kans op de ene
Na afloop van dit vak: een team van bij de zaak betrokken NFI-deskundigen werkt nauw samen hypothese (scenario) in verhouding tot de kans op de andere.
§ Heb je kennis over de beginselen van strafrechtelijke opsporing en met als doel het opleveren van een robuust, begrijpelijk en betrouwbaar Likelihood ratio = verhouding tussen kans op bevindingen als de ene
bewijs. gemeenschappelijk rapport. hypothese (scenario) waar is en de kans op bevindingen als de andere
§ Weet je hoe u strafrechtelijk bewijs moet waarderen en hoe u met was is.
scenario’s en hypotheses in strafzaken moet omgaan. Het doel van een interdisciplinair onderzoek is dat alle forensische Posterior odss/a-posteriori = relatieve kans op de scenario’s na het
§ Kunt u de opsporing van de politie duiden; wat men heeft gedaan onderzoeksresultaten in samenhang en in de context van de zaak meewegen van de onderzoeksresultaten.
dat niet had gemoeten en wat men niet heeft gedaan dat wel of worden geëvalueerd.
anders had gemoeten. Conclusie
§ Heb je kennis over concrete bewijsmiddelen, zowel forensisch- Om een combinatie van forensisch bewijs mogelijk te maken, moet aan Het combineren van bewijsmiddelen heeft een groot voordeel:
technische bewijsmiddelen als niet-technisch bewijs. de randvoorwaarden worden voldaan: § Het verschaft extra inzicht in de waarde van bewijs in de context van
1. De bewijskracht van de verschillende onderzoeken moet onder de zaak
Opsporingsfase dezelfde set, elkaar uitsluitende hypothesen of scenario’s zijn § Het voorkomt dat elk bewijsmiddel afzonderlijk moet voldoen aan
HC 1: Openingscollege van het vak geëvalueerd. een zekere bewijsstandaard wil het kunnen worden meegenomen in
§ Forensisch = interpreteren van bewijs ten behoeve van het recht 2. De bewijskracht moet in numeriek (getal/getalsinterval) zijn de uiteindelijke beslissing van de rechter
§ Forensisch bewijs = wat vertelt het ons precies? Hoe maak je het uitgedrukt § Door deze bewijsstandaard pas toe te passen op het totale bewijs en
begrijpelijk in een zaak? 3. Het moet duidelijk zijn hoe de onderzoeksresultaten met elkaar in niet op afzonderlijke delen wordt voorkomen dat de zwakkere
onderling verband staan in de context van de zaak onderzoeksresultaten (die in samenhang wel degelijk sterk kunnen
In dit vak hebben we het veel over forensisch-technisch bewijs. Maar 4. Het moet duidelijk zijn of de onderzoeksresultaten al dan niet zijn) van tevoren al worden afgedankt.
bij verklaringen is het ook van belang. conditionele afhankelijkheid vertonen binnen de context van de zaak
(om twee bevindingen met elkaar te kunnen combineren is het (4) Van Koppen, Van der Kemp & Wijkman (2019). Rapporteren over
Zaak: De Dansende Dader Hoe bewijs te waarderen? belangrijk om na te gaan of deze binnen de condities gesteld in de activiteit op de plaats delict: Over de keuze tussen daders.
§ Politie heeft was 12 uur in wasmachine laten zitten; geen bloed op hypothesen, de contextinformatie en de gedane aannamen, al dan Discussie over DNA verplaatst zich steeds meer van vragen over de
kleding want is gewassen dus schuldig = omgekeerd redeneren niet afhankelijk zijn van elkaar. techniek van DNA-profielen naar de betekenis van het spoor in de
§ Getuigenissen kloppen niet met elkaar (kleur tas) bredere context van het scenario van het misdrijf
§ Vader heeft handschoenen en jas uit water gehaald (heeft ook aan Scenario’s zijn verifieerbaar en falsificeerbaar & de hypothesen hiervoor à Discussie verplaatst zich van bronniveau naar activiteitenniveau
slachtoffer gezeten) zijn geformuleerd op activiteitniveau.
§ Tengelhamer gevonden; je moet de vraag altijd stellen tov andere Deze verplaatsing wordt veroorzaakt door een aantal ontwikkelingen:
voorwerpen; kop van de hamer lijkt precies in gat te passen à is Vier verschillende niveaus van hypotheses zijn: 1. Matchen van DNA is steeds meer een volautomatisch proces
passen hetzelfde als veroorzaken? 1. Subbronnivau (DNA): hier gaat het om de herkomst van het DNA geworden (weinig discussie hierover)
§ Niet gewoon gevallen van de trap? zonder dat het type celmateriaal nader is geduid; 2. Van veel sporen (vooral ook van geringe hoeveelheden materiaal)
§ Doos latex handschoenen gevonden in huis, in water ook 2. Bronniveau: hier gaat het om de herkomst van een spoor, kan een DNA-profiel worden gemaakt
handschoenen; geen idee of het hetzelfde merk is bijvoorbeeld bloed, speeksel, vezels, glas enz.; à Paradoxaal effect: er kan veel onderzoek gedaan worden met
§ Dansende dader: vaker geslagen met die hamer op verschillende 3. Activiteitenniveau: hier gaat het om de handeling die tot een bepaald enkele huidcellen, herkomst van huidcellen is echter minder zeker
manieren sporenbeeld heeft geleid; (meer behoefte aan deskundigen voor activiteitenniveau)
4. Delictniveau: hier gaat het om de juridische kwalificatie ten aanzien
Wat voor vragen moet je stellen bij bewijs? van het plegen van een delict; Bij sporenonderzoek a.d.h.v. opstellen van hypothesen, lopen
deskundigen gevaar om op de stoel van de rechter te zitten.
= veel vraagtekens bij keuzes; met experimenten scenario’s in/uitsluiten Promis matig bewijs: een niet sterk genoeg bewijsmiddel wordt in
- Alternatieve verklaring voor verwonding: combinatie met ander bewijs bekeken om dit te versterken. Het kan dat Onderzoek naar activiteitenniveau wordt gedaan door IDFO: gevolg van
o Val zwak bewijs met ander (zwak) bewijs, sterke bewijskracht oplevert à toegenomen mogelijkheden DNA = onzekerheid welke betekenis aan
o Ander voorwerp zonde om van tevoren bewijs weg te doen resultaat van dergelijk onderzoek kan worden gegeven (Koen Everink)
- Alternatieve verklaring voor metaaldeeltjes
- Implicatie van een dansende dader Bayes theorema: stelt dat er niet enkel naar kan worden gekeken maar Zaak Koen Everink: vriend Mark in beeld gekomen als verdachte;
dat dit op basis van kansberekening zou moeten gebeuren (harde cijfers) sporen op kookmessen (maar wss gewoon door koken) à daarom
Literatuur Likelihood ratio: hoe waarschijnlijk is het dat iemand delict X heeft naast DNA ook kijken waardoor sporen op bewijs zijn gekomen.
(3) Van de Heuvel & De Koeijer (2017). Interdisciplinair Forensisch gepleegd (gegeven situatie). Je maakt een verhoudingsgrafiek, dus het is § Voorbeelden uit artikel/ zaak: voorwerpen die niet nader zijn
Onderzoek: Meer dan de som der delen. 60% dat A en 40% dat B. onderzocht door NFI (handdoek/messen) maar wellicht een
Team Interdisciplinair Forensisch Onderzoek (IDFO) = kan de rechter Van likelihood ratio naar a-posteriori: belangrijke rol bij de bevestiging/tegenspreken van de
ondersteunen bij het combineren van forensisch bewijs in complexe Prior odds x likelihood ratio = posterior odds hypotheses; onderzoeken die worden uitgesteld (DNA afname in
situaties (speciaal opgeleid team) de auto), hierdoor mis je cruciale bewijsstukken.
1
,In dit geval dus: het DNA van Mark is gevonden maar komt dit omdat hij § toetsende kracht: bewijs voor verhalen en hypothesen: een spoor Als we verkeerde conclusie hebben getrokken is het moeilijk hierop
de dader is of omdat hij, zoals hij beweert, zijn vriend een knuffel heeft kan veel oorzaken hebben, maar als er een verhaal bestaat over een terug te komen door een aantal cognitieve processen, o.a.:
gegeven? gebeurtenis kan dat goed bewezen of ontkracht worden met sporen § ‘Primacy effect’ (eerste info weegt zwaarder dan latere)
§ diagnostiek: waarnemen van sporen (gevolgen van gebeurtenis); § ‘Belief perseverance’ (eenmaal gevestigd idee is moeilijk te
Het gebruik van IDFO-rapporten zoeken naar verklaringen; hypothesen toetsen aan andere veranderen)
§ De oordelen in een IDFO-rapport staan veel dichter bij de uiteindelijke informatie (nieuwe waarnemingen) § ‘Bron amnesie’ (vergeten wat de bron van info is)
beslissing van de rechter dan bv DNA-rapport § kernactiviteit 1: waarnemen van gevolgen § ‘Expectation-driven perception’ (believing is seeing)
§ IDFO-rapport risicovoller: activiteitenrapport eisen meer interpretatie § kernactiviteit 2: terug redeneren, van gevolg naar oorzaak (van § ‘Confirmation bias’ (neiging bevestigende info te zoeken)
spoor naar activiteit)
Tot slot Info die niet past bij verwachtingen ontsnapt gemakkelijk aan de
§ In een goed IDFO-rapport worden de te toetsen scenario’s als Is het een harde wetenschap? aandacht:
uitgangspunt genomen. Analyse van sporen gebeurt met natuurwetenschappelijke methoden § Belangrijke goed zichtbare sporen worden regelmatig over het hoofd
§ Vervolgens vraagt men zich af welk onderzoek gedaan moet worden à ‘sporen liegen niet’ gezien wanneer ze achterblijven op plekken waar ze niet worden
en nog mogelijk is in de onderhavige zaak om de scenario’s zo goed § MAAR waarnemen van sporen is geen natuurwetenschap verwacht
mogelijk tegen elkaar te toetsen. § Afleiden van strafbare handelingen uit een spoor is geen § Ook andere info ontsnapt aan de aandacht als het niet past bij
o Kan dat onderzoek wordt gedaan dat nog niet is verricht. natuurwetenschap veronderstellingen
o Kan ook betekenen dat men uitkomt bij deskundigen van andere § Heeft de persoon iets met het misdrijf te maken: niet via § Voorbeeld: zijn sleutels in deur van slachtoffer of van verdachte
disciplines om te helpen bij het toetsen. Als men zich daarin natuurwetenschap?
open opstelt, kunnen IDFO-rapporten worden geschreven die § Het analyseren van sporen gaat ons niet helpen via welk strafbaar Ook als sporen wel worden waargenomen is er invloed van het scenario
werkelijk dienstbaar zijn aan de beslissingen die de rechter moet feit het spoor ergens komt op het beslisgedrag
nemen. § Eerder archeologie ‘’zoeken naar verklaringsgronden voor § Sporen worden niet veiliggesteld als ze niet passen bij het scenario
geconstateerde” dan natuurwetenschap § Als sporen wél worden veiliggesteld, worden ze niet snel
IDFO-conclusie in een zaak zou als volgt kunnen luiden: De combinatie geanalyseerd als ze niet passen bij het scenario. Nader onderzoek
van alle forensische onderzoeksresultaten is zeer veel waarschijnlijker Waarnemen gevolgen en terug redeneren van gevolg naar oorzaak heeft dan geen prioriteit
wanneer het scenario van het OM waar is, dan wanneer het scenario = gevoelig voor verwachtingseffecten § Meestal wordt slechts één scenario overwogen
van de verdediging waar is. Gevaar: verwachtingen op grond van observaties of verklaringen § Oplossing: meerdere scenario’s openhouden en overwegen helpt.
§ Waarnemings- en interpretatiekader: dit verhaal probeer je te Stel dat het spoor niet van het slachtoffer zou zijn, wat zou dat
HC 2: Plaats delict onderzoek: voorinformatie, scenario’s en de toetsen met sporen en niet meer objectief betekenen? ‘Kun je uitsluiten dat het spoor van de verdachte
interpretatie van sporen. § Niet alle gevolgen waargenomen en correct geïnterpreteerd afkomstig is’
Criminalistiek = sporenleer: alles wat met sporen te maken heeft en o Relevante sporen worden over het hoofd gezien
wat voor informatie/activiteiten uit sporen kan afleiden en hoe o Irrelevante sporen krijgen plaats in reconstructie Tijdens PD-onderzoek wisselwerking tussen bottom-up en top-down
activiteiten tot sporen leiden. processen à Bottum-up vs. Top-down:
Hoe gaat dat op PD?
2 delen: Je moet proberen te kijken wat gebeurt er op deze plaats en welke sporen wijken nu af Wat kan hieruit afgeleid worden? Top down observatie
van wat er normaal gebeurt. Je hebt meteen een kader nodig om te kijken of er
1) Waarnemen en interpreteren van sporen afwijken en misschien gerelateerd aan een misdrijf. Als je dat niet doet dan kan alles
2) Spoor als bewijs van een activiteit een spoor zijn. Dan krijg je en stortvloed aan informatie waar je helemaal niks aan hebt.
Je gaat opzoek naar afwijkingen van het normale patroon. Maar als rechercheur heb je Wat zien we op de PD? Wisselwerking Wat zou gebeurt kunnen zijn?
(1) Waarnemen en interpreteren van bewijs geen idee wat het normale patroon is dus dat is lastig. Elke plaats delict is ook weer
anders: er zijn niet veel regels hieromheen.
Strafrechtelijk onderzoek
= een reconstructie van wat er is gebeurt Bottom-up observatie Zoeken naar sporen
Hoe werkt dat bij het vinden van sporen
Einddoel = verhaal over strafbare handeling die ondersteund met (Texas sharpshooter fallacy)
Onze hersenen zorgen dat we snel werken; voor niet-relevante info
bewijs, aan rechtbank kan worden gepresenteerd
hebben we geen aandacht Bij Top down observatie grotere kans op bias
o Verklaringen van slachtoffers, getuigen, verdachten: geheugen
§ Inattentional blindness: als je je aandacht heel erg focust op een § Rechter ziet scenario OM en gaat dan kijken of de bewijsmiddelen
o Sporen: -fysiek, digitaal, financieel, beeldmateriaal
deel dan mis je grote dingen (vb aap) het scenario ondersteunt/toetst de bewijsmiddelen
§ Change blindness: onze hersenen zijn selectief (vb vrachtwagen)
Welke problemen doen zich voor bij deze ‘activiteiten’ en hoe
§ Patroonherkenning: op PD ga je daarnaar opzoek. Vaak maak je het Voordelen en nadelen scenario:
ontwikkelen we kennis om deze problemen te lijf te gaan?
patroon voor jezelf af omdat je bv al zo in het patroon zit; soms denk § Een scenario helpt als het klopt
je het is niet belangrijk want het past niet in je patroon § Een scenario werkt tegen als het niet klopt
Waarnemen en interpreteren van sporen
Als je je verschillende scenario’s voorstelt, kan je veel meer sporen à dmv opleiding en training bewustwording creëren
Door gebruik van fysieke sporen hebben we
vinden à info die niet past bij verwachtingen ontsnapt gemakkelijk aan à er is een ontwikkeling van een nieuwe methode ‘scenario-gericht
§ nieuwe hypothesen en zoekrichtingen; bewijs: was al gebruikelijk in
de aandacht (= inattentional blindness) plaats delict onderzoek’
de medische wereld en werd toegepast op het zoeken van sporen
2
, § Vraag HOE sporen terecht zijn gekomen waar ze zijn aangetroffen Wanneer er bewijs (e.g. vingerafdrukken) wordt gevonden, dient er
Hoe gaan we om met voorinformatie? laatste jaren een steeds belangrijker onderwerp van onderzoek een beslissing te worden genomen wat de onderzoeker daarmee doet.
§ Info meldkamer (‘het is zelfmoord’, nee het is een ‘verhanging’) - Het is mogelijk om steeds kleinere sporen te analyseren à wordt beïnvloed door factoren op macro, meso en micro niveau:
§ Geen beleid over welke info wel/niet wordt doorgegeven (wordt niet - Hoe kleiner de sporen, hoe onduidelijker de relatie tussen § Macro: organisatorische politie factoren (kostenanalyse)
genoteerd) spoor en activiteit § Meso: niveau van de onderzoeker, zijn/haar kennis van de modus
§ Geen oog voor de invloed van framing operandi van het type delict is belangrijk à beïnvloed door:
§ Er wordt niet bijgehouden welke info wordt gegeven, belangrijk om Reduceren onzekerheid over relatie spoor-delict - Kennis, ervaring, persoonlijkheid, mentale en fysieke
terug te gaan naar de oorspronkelijke informatie (betrouwbaar?) § Meer informatie afleiden uit sporen die helpt bij reconstructie gezondheid, opleiding en technieken
§ Let op: er is wel spoed, maar je hoeft niet per se te zeggen het is zelfmoord, je kunt § Activiteiten afleiden uit sporen § Micro: niveau van het type plaats delict; specifieke kenmerken PD;
beter zeggen iemand is zo en zo aangetroffen, anders ga je met een frame naar de § Moment waarop spoor is achtergebleven afleiden uit sporen de onderzoeker kan de sporen niet opmerken op ramen omdat vele
pd à bloed op deur naar buiten; interessant want doordat de voorkennis zelfmoord
is, is dit spoor door heel weinig mensen gezien want ze namen dit scenario niet mee
- Gemakkelijker gerelateerde sporen te identificeren ramen die kenmerken hebben à kan beïnvloed worden door:
o Moord: stellen veel sporen veilig - Gemakkelijker om misdrijven te onderscheiden van suïcide of - Elke PD is uniek
o Zelfmoord: minder uitgebreid onderzoek ongeluk - Voorinformatie bias
- Gemakkelijker om misdrijven te reconstrueren - Delict
Beter geen voorinformatie? - Gemakkelijker om misdrijven te bewijzen
§ Zonder voorinformatie gaan mensen te veel interpreteren en minder Fasen in een plaats delict onderzoek
feiten rapporteren (mogelijkheden inkaderen) Voorbeeld kussen en mes; Aanraaksporen en vingersporen § De oriëntatiefase
§ Info die rechercheurs krijgen moeten feitelijk zijn § Aanraaksporen, greep sporen (man uit struikgewas), smoorsporen = de onderzoeker maakt van tevoren hypotheses over het delict
à geen aannames of suggesties (kussen) en vingersporen kunnen informatie prijsgeven over scenario’s; zijn gebaseerd op eerste indruk van plaats delict
§ Suggestieve info vergroot de kans op missen of het verkeerd mogelijke handelingen § De voorbereidingsfase
interpreteren van sporen § Niet direct zichtbaar, blind bemonsterd, op grond van = een actieplan wordt opgesteld om de plaats van het misdrijf nader
§ Info-management van groot belang veronderstellingen te onderzoeken en bewijsmateriaal te verzamelen; welke sporen zijn
§ Je kan het inkaderen door te zoeken naar wat afwijkt van een § Informatie over de positie van handen en vingers, en dus over van belang?
normale situatie mogelijke activiteiten waardoor sporen zijn veroorzaakt gaat § De uitvoeringsfase (executie)
verloren = het verzamelen van bewijs
Conclusie: § De slotfase
1) Bewust zijn van bias Herkenning misdrijf gerelateerde sporen = de onderzoeker neemt nog een kijk op PD om te kijken of er
2) Bewust zijn van wat informatie met je kan doen Hiervoor kan men experimenten uitvoeren (bv. heeft iemand mogelijke sporen zijn gemist (bijna zelfde als oriëntatiefase)
3) Verslagleggen informatie smoorsporen achtergelaten of opmaaksporen en daarvoor laat je
mensen deze handelingen uitvoeren)
(2) Spoor als bewijs van een activiteit
Diagnostiek Preciezere reconstructies
§ Waarnemen van sporen (gevolgen van gebeurtenis); § Zinvol om meer inzicht te krijgen in relatie sporenbeeld-activiteiten
§ Zoeken naar verklaringen § Leidt tot betere sporenverzameling en betere reconstructies
§ Kernactiviteit 1: waarnemen van gevolgen § Met empirisch onderzoek en experimenten kunnen we nieuwe
§ Kernactiviteit 2: terugredeneren, van gevolg naar oorzaak methode ontwikkeling om het forensisch sporenonderzoek te (2) Van den Eeden, De Poot & Van Koppen (2019). The forensic
verbeteren, en te komen tot betere reconstructies van strafbare confirmation bias: A comparion between experts and novices.
Van gevolg naar oorzaak – reduceren onzekerheid feiten. Onderzoeksvraag = gedragen ervaren plaats-delict onderzoekers zich
§ Resultaten worden gebruikt om verleden te reconstrueren anders bij het onderzoeken van een plaats delict vergeleken met
§ Je kunt niet alle condities kennen die een rol hebben gespeeld bij Literatuur studenten (nieuwelingen)? Hierbij wordt gekeken naar het zoeken en
achterlaten van sporen (1) Van der Kemp & Deten (2016). Forensic crime scene investigator selecteren van forensische sporen.
§ Bron van spoor vaststellen perspectives.
§ Aantonen dat spoor werd veroorzaakt tijdens misdrijf Tot ver in 19e eeuw: sprekende getuigen – verklaringen getuig/slachto. Discussie
§ Aantonen dat alleen strafbare handeling spoor kan hebben Vanaf eind 19e eeuw: stille getuigen kunnen helpen – sporen op PD § Contextinformatie heeft invloed op het gedrag op de PD, ongeacht
veroorzaakt (kansinschatting) ervaring. Context is van invloed op het aantal verzamelde sporen; bij
- Veel onzekerheid Ontwikkelingen in medische wetenschap vormen aanleiding voor moord waren het er meer.
- Hoe meer sporen, hoe preciezer de analyse, hoe meer zekerheid: ontwikkeling forensische wetenschap en criminalistiek (forensisch § Studenten stellen meer misdaad gerelateerde sporen veilig. Ook
altijd info nodig die het kan analyseren opgeleide politieagenten). wisten de studenten vaker twee belangrijke misdaad gerelateerde
sporen te achterhalen
Bron en activiteit Doel artikel = laten zien dat ook psychologische processen een rol § Beperkingen
§ In het forensisch sporenonderzoek vooral aandacht voor bron (WIE spelen bij het maken van beslissingen in onderzoek op PD
heeft spoor achtergelaten)
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Criminoloog99. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.59. You're not tied to anything after your purchase.