Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Hoor- en werkcolleges + literatuur Daders - Universiteit Leiden (2021/2022) $4.41   Ajouter au panier

Notes de cours

Hoor- en werkcolleges + literatuur Daders - Universiteit Leiden (2021/2022)

 20 vues  1 fois vendu
  • Cours
  • Établissement

In dit document staan de hoorcolleges, werkcolleges, het oefententamen en samenvatting van ALLE literatuur van het vak Daders gegeven op de Universiteit van Leiden (kortom alles voor het tentamen). 2021/2022.

Dernier document publié: 2 année de cela

Aperçu 8 sur 85  pages

  • 27 mars 2022
  • 3 avril 2022
  • 85
  • 2021/2022
  • Notes de cours
  • Miranda sentse, ilse ras en nicolien de gier
  • Toutes les classes
avatar-seller
Daders
Tentamen: dinsdag 5 april 2022 van 9:00-12:00 uur



Het tentamen zal bestaan uit open vragen (essayvragen). Tot de tentamenstof behoort de verplichte
literatuur en alles dat behandeld is tijdens de hoorcolleges en de werkgroepen. Het tentamen dient
individueel te worden gemaakt. Het is niet toegestaan met andere studenten te overleggen tijdens
het tentamen. Het is tevens niet toegestaan om literatuur, internet of andere bronnen te gebruiken
tijdens het maken van het tentamen. (Vermoeden van) fraude (daarvan is ook sprake als je een ander
helpt bij de beantwoording van tentamenvragen) wordt gemeld bij de examencommissie die
passende maatregelen treft.



• Aan het einde van cursusweek 5 wordt een oefententamen in ANS geplaatst. Op deze manier kun
je oefenen met het programma ANS. Ook tijdens de werkgroepen zal geoefend worden met
beantwoording van tentamenvragen.

• Afhankelijk van de tentamensetting, zal nog tijdig via Brightspace gecommuniceerd worden of er
aanvullende tools ingezet zullen worden, zoals proctoring. Op ANS staat een algemene (niet
inhoudelijk representatieve) oefentoets die gemaakt kan worden om te oefenen met deze vorm van
tentaminering en om te testen of alles naar behoren werkt op jouw computer.

• Het eindcijfer is het tentamencijfer mits naar behoren is voldaan aan de groepsopdracht én de
verplichting van het volledig en op tijd inleveren van de voorbereidingsopdrachten (deze laatste
verplichting geldt enkel voor LLP voltijd criminologiestudenten).

• Bij het echte tentamen zal gebruik worden gemaakt van ANS, maar wel op een device van de
universiteit (in het USC). Let op er is een woordlimiet per vraag en het aantal punten per vraag
kunnen verschillen!

,Cursusweek 1: Inleiding van het vak en dadertheorieën
In de eerste week van de cursus Daders komen dadertheorieën aan bod. Waarom plegen mensen
criminaliteit? Hoe kunnen we daderschap verklaren? In het vak Inleiding Criminologie is al duidelijk
geworden dat er veel verschillende theoretische verklaringen zijn voor daderschap. In deze cursus
zoomen we in op de persoon van de dader. Daartoe bekijken we drie criminologische benaderingen
in meer detail: levensloopcriminologie, gelegenheidstheorie en culturele criminologie. Aan de hand
van oorspronkelijke (Engelstalige) teksten kijken we naar verschillen en overeenkomsten in de drie
benaderingen. We kijken bijvoorbeeld naar het mensbeeld en naar de rol van vrije wil. Theoretische
verklaringen voor daderschap komen meer uitgebreid aan bod in het tweedejaarsvak Theoretische
criminologie.

Literatuur
• Gelegenheidstheorieën Felson, M., & Eckert, M. (2015). Crime and Everyday Life (5th revised ed.).
Thousand Oaks, California: Sage. (hoofdstuk 2: “Chemistry for Crime”, pp. 27-45)
• Culturele criminologie Katz, J. (1988). Seductions of Crime. New York: Basic Books. (selectie
hoofdstuk 2: “Sneaky Thrills”, pp. 52-65)
• Levensloopcriminologie Laub, J., & Sampson, R. (2003). Shared Beginnings, Divergent Lives.
Cambridge: Harvard University Press. (hoofdstuk 6: “Why Some Offenders Stop”, pp. 114- 123 en
hoofdstuk 7: “Why Some Offenders Persist”, pp. 150-161)



Hoorcollege
Er zijn verschillende dadertypes:
- ‘Normale mensen’ zoals een vader/moeder, zoon/dochter en vriend(in) bijv. Joe uit You.
- Crips (gang uit Amerika).
- In de serie Breaking Bad drugs maken uit economische perspectief om ziekenhuisbezoeken te
betalen en voor zijn gezin te zorgen  in de loop van de serie veranderd zijn motief, hij heeft
namelijk al genoeg geld waardoor zijn hele identiteit veranderd.

*Boodschap: In series worden steeds vaker gewone mensen afgebeeld als het gaat om de persoon
van de dader en we kunnen eigenlijk ook meerdere criminologische theorieën terug in deze series
terug herkennen;
Dexter en Joe -> Bio psychologische theorieën (van jongs af aan is er al iets mis, misschien zelfs
neurologisch)
Crips -> Levenslooptheorie (opgroeien in de buurt met elkaar, kinderen treden in de voetsporen
ouders, etc.)
Breaking Bad -> Culturele criminologie



Mainstream theorieën:
- Levensloop
- Gelegenheid

Afwijkende en kritische theorie:
- Culturele criminologie

,Elke theorie is natuurlijk gebaseerd op hoe we kijken naar mensen en hun gedrag.

Mensenbeelden in de criminologie
Oorsprong ver terug te vinden (o.a. Beccaria Over misdaden en straffen, 1764)
1. De rationele dader: homo economicus
2. De invloed van de sociale omgeving: homo sociologicus



De criminele mens
1. Homo economicus: de rationele dader
1A Gelegenheidstheorie
Hierbij horen de gelegenheidstheorieën. Die zijn gebaseerd op routines/dagelijkse bezigheden.
Gelegenheid maakt dat er criminaliteit plaatsvindt. Dus die dagelijkse bezigheden die wij allemaal
doen die brengen bepaalde daders en potentiële slachtoffers bij elkaar in tijd en plaats, en dat maakt
dat er criminaliteit is.
(boek Crime and Everyday Life – Marcus Felson & Mary Eckert)

Centrale vraag: waarom plegen mensen criminaliteit?
Kort: gelegenheid maakt de dader.
Gelegenheidstheorieën worden ook wel routine-activiteitentheorie (RAT) genoemd.
Daderschap door:
- Gemotiveerde dader
- Aantrekkelijk doelwit
- Afwezigheid van toezicht

Eck’s crime triangle:
Handler: dader
Manager: locatie
Guardian: doelwit
Al deze drie vormen hebben ook een soort toezicht/controle (jongere wil fiets stelen, maar moeder
loopt ernaast -> gelegenheid wordt weggehaald).

Nadenken over beleid / hoe kunnen we criminaliteit voorkomen?
Antwoord: bijv. camera’s ophangen, vorm van toezicht maakt dus het doelwit minder aantrekkelijk
en de gelegenheid minder om criminaliteit te plegen.

De potentiële dader is een rationeel persoon die een beslissing op basis van wat het hem oplevert en
wat het hem kost (kosten/pijn versus baten/plezier).

De gemotiveerde dader:
- Maakt snelle beslissingen
- Snel plezier (baten), geen pijn (kosten)

De rol van gelegenheid:
- Signalen (cues) uit de directe omgeving over doelwit en toezicht
- Gelegenheid bepaalt de afweging en keuze
-> hot products & hot spots

Bounded rationality: de potentiële dader moet het doen met de beperkte informatie over zijn
omgeving waarover hij op dat moment beschikt.

,Rationele dader (=homo economicus) is NIET gelijk aan een voorbereide dader!!
Het is juist een impulsieve dader, omdat er op een bepaald moment op een bepaalde plek snel een
keuze moet worden gemaakt. Hieruit kun je ook ‘zinloos’ geweld verklaren.



De criminele mens
2. Homo sociologicus: invloed van de sociale omgeving
2A Levenslooptheorie
Hierbij hoort de levenslooptheorie.
(boek Shared Beginnings, Divergent Lives, delinquent boys to age 70 – John Laub & Robert Sampson)
-> We kunnen allemaal hetzelfde vertrekpunt hebben, maar we hoeven niet allemaal op dezelfde
plek te eindigen; we worden niet allemaal crimineel als we dezelfde achtergrond hebben.

De studie (in het kort)
Vervolg op onderzoek van Glueck & Glueck ‘Bosten Boys’
- Start 1940
- 500 delinquenten jongens (Lyman tuchtschool, Boston)
- Vergeleken met 500 niet-delinquente jongens
- Dossiers en interviews: 14, 25 en 32 jaar

Laub & Sampson: 500 delinquente jongens opgespoord
- Start 1993
- 500 mannen: dossieronderzoek
- 52 mannen: life-history interviews
- Interviews: 65 jaar

De levenslooptheorie is gebaseerd op deze bevindingen, omdat we hierdoor letterlijk konden
terugkijken op hun leven.

Centrale vragen:
- Op welke manier verschillen criminele carrières?
- Waarom stoppen sommige daders en waarom gaan andere dader hun hele leven door?

Focus:
- Levensfasen, keerpunten (turning points)
- Sociale omgeving: gezin, werk, activiteiten

Dus ondanks ze allemaal hetzelfde zijn begonnen (op de tuchtschool), kunnen de criminele carrières
verschillen.

Conclusie typologie* van daders en criminele carrières:
- persisters -> draaideurcriminelen / veelplegers, van begin tot eind (Billy)
- desisters -> first offenders, vroeger wel maar daarna gestopt (eenmalig of bepaalde fase)
- intermittent offenders -> restcategorie, de zigzagcarrière (soms wel, soms niet)
* in werkelijkheid zijn daders niet zo netjes in te delen

Voorbeeld filmpje Collegetour van een persistente dader (=iemand die dus nooit is gestopt): Willem
Holleeder. Hij komt uit een gezin met een broer en nog twee andere zussen;

Shared beginnings, divergent lives:
- Slechte start is niet gelijk aan een persistente dader

,- Transitie jeugd -> volwassenheid
- Keerpunten (turning points)

Keerpunt (turning point)
= een gebeurtenis in het leven van een dader die leidt tot een verandering in levensomstandigheden.
Voorbeelden (Leon en Boston Billy):
- Werk
- Huwelijk
- Militaire dienst
- Tuchtschool
 verklaart het verschil in criminele carrières (ene persoon heeft wel een keerpunt, een ander niet)

Een keerpunt is niet per definitie positief en leidt niet altijd tot verandering in
levensomstandigheden.

Wanneer leidt een gebeurtenis tot een verandering in levensomstandigheden?
Voorwaarden voor desistance:
1. Afsnijden van verleden
2. Positief effect van sociaal netwerk: toezicht en steun
3. Verandering van en structuur in routine activiteiten
4. Verandering van identiteit

Als je zelf in zo’n transitie zit heb je het niet vaak door, maar achteraf kun je dit keerpunt pas heel
goed herkennen.



2B Culturele criminologie
Seductions of crime, moral and sensual attractions in doing evil (1988) – Jack Katz

Centrale vraag:
Wat proberen mensen te doen wanneer zij crimineel gedrag plegen?

Katz’ kritiek op criminologen:
- Focus op ‘achtergrond’
- Normovertreding als instrumenteel (bijv. Felson) of pathologisch handelen (psychopaten)

 Voorgrond: hoe ervaren daders normovertreding?
 Drijfveer = morele emoties:
- vernedering, rechtvaardigheid, arrogantie, spot, cynisme, wraak, eer
 Aantrekkingskracht van normovertreding:
- kick, sensatie, trots, eerherstel, zelfbevestiging, e.d.

Deze theorie is lastig (i.t.t. de andere twee theorieën) te vertalen naar beleid, maar wel erg relevant
als we daderschap willen verklaren.

Voorbeeld Breaking Bad: begin van de serie gelegenheidstheorieën, er is een rationele dader die zijn
gezin goed wil achterlaten. Maar gaandeweg de serie verandert zijn identiteit. Hij blijft zijn criminele
gedrag voortzetten, omdat hij daar een kick uithaalt. De emoties gaan dus op de voorgrond treden.

De naam ‘culturele criminologie’ is een beetje ongelukkig gekozen. We hebben het namelijk niet over
cultuur zoals wij zelf denken als we het over cultuur hebben. Maar we kunnen beter denken aan
bepaalde normen en waarden. Deze zijn afhankelijk van je omgeving, cultuur, land, etc.

,Autodiefstal
- Materialisme, spannende ervaring

Persoon van de dader

Verschillen en overeenkomsten in
1. Mensbeeld
2. Gewoon of bijzonder
3. Eigen keuze

 Dit is allemaal belangrijk om te weten om beleid te kunnen maken!

1. Mensbeelden

Homo economicus
- rationele mens
- gedrag komt voort uit rationele keuzes
- snelle beslissing
- afweging kosten-baten

Homo sociologicus
- sociale mens
- gedrag komt voort uit interactie met sociale omgeving
- twee varianten:
a. invloed van sociale omgeving
b. invloed van ‘cultuur’ (betekenisgeving, moraliteit; normen en waarden)




Welk mensbeeld is nu de waarheid?
Ook al ga je uit van een bepaald mensbeeld (in dit geval de rationele mens) dan gaat dit niet altijd op.
Dus het is heel lastig om mensbeelden te bewijzen, om te zeggen dit mensbeeld klopt en dit

,mensbeeld klopt niet. Dit betekent dat we niet goed kunnen zeggen deze theorie klopt of is beter
dan een andere theorie. Het ligt heel erg aan de situatie, personen en de omstandigheden.

Mensbeelden zijn niet te bewijzen:
- ‘Modellen voor de mens’
- Vooronderstellingen



2. Daders: gewoon of bijzonder?

Gelegenheidstheorieën:
- alledaagse routines
- criminaliteit is niets bijzonders
- daders zijn gewone mensen  gewoon

Levenslooptheorie:
- chaotisch en disfunctioneel leven
- marginale positie in samenleving
- afwijkend van de norm  bijzonder

Culturele criminologie:
- sensatiezucht zit in de menselijke aard
- dus daders zijn niet per se bijzonder
- maar: criminele daden zijn geen ‘routineuze’ handelingen  tussenin




De laatste theorie is dus minder geschikt om te vertalen naar beleid i.v.m. de emoties.



3. Daderschap: eigen keuze?

Gelegenheidstheorieën: rationele keuze
- Afweging baten (pleasure) – kosten (pain)  volledig eigen keuze

Levensloopcriminologie: agency
- Handelen en keuzes in context (bijv. kansen pakken)  context van omgeving

, Culturele criminologie: practiced reason
- Morele emoties sluiten rationeel denken niet uit;
“keeping up appearances”  context van emoties

Dus…?

Ander mens- en daderbeeld leidt tot een andere:
… verklaring
… reactie (beleid/interventies/strafrecht)
… verhouding maatschappij-dader



Ter illustratie:

Neurobiologische theorieën
- Homo biologicus -> het zit in de genen (je kijkt als een ziek persoon i.p.v. slecht persoon)
- Eigen verantwoordelijkheid? -> het is geen keuze meer, kan er niet veel aan doen

Gevolg dat als reactie op beleid en in de maatschappij; het is een ziek persoon die we beter moeten
maken in plaats van het is een slecht persoon die we moeten straffen.




Werkcollege
Huiswerkopdracht: welke dader fascineert jou het meeste?

Introductie vak
1) Criminologen en beleidsmakers zijn bevooroordeeld en gestuurd door sociale ervaringen die hun
manier vormen om criminaliteit te benaderen/bekijken;
2) Naarmate de samenleving verandert, veranderen ook de sociale ervaringen van burgers en dus de
manier waarop zij criminaliteit zien;
3) De bevraging en contemplatie van hoe onze sociale ervaringen de manier waarop we misdaad
verklaren hebben gevormd, bieden ons de mogelijkheid om vroegere vooroordelen te zien en
misdaad anders te zien.



Casus hacken
1. Hoe valt hacken te verklaren vanuit de gelegenheidstheorieën?
Makkelijk te bereiken informatie door de slechte beveiliging. Weinig toezicht, leidt tot een
aantrekkelijker doelwit en meer daders.
Plaats (setting) = place manager -> geen toezicht
Gemotiveerde dader = handler -> hacker
Aantrekkelijk doelwit = guardian -> makkelijk verkrijgbare informatie

2. Vanuit welk mensbeeld vertrekt deze theorie?
Homo economicus, rationele mens die een afweging maakt tussen kosten en baten.

3. Denk je dat betere computer-beveiliging daderschap kan voorkomen?
Beveiliging = toezicht = meer kosten & minder gelegenheid.

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Margow. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour $4.41. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

78998 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!

Récemment vu par vous


$4.41  1x  vendu
  • (0)
  Ajouter