Anatomie anale kanaal:
Peritoneum: bovenste 1/3 anterieur en lateraal, middelste 1/3 anterieur, onderste 1/3 niet.
Vrouw: recto-uterine zak, peritoneum bedekt posterieure uterus en vagina.
Man: recto-viscale zak, peritoneum bedekt posterieure blaas.
- Saggitaal: sacrale flexura (posterieur), anorectale fissura (anterieur: m. puborectalis)
- Anterieur: superieure/intermediaire/inferieure laterale flexura
In relatie met kleppen van Houston: plica transversa recti superior – media – inferior.
De ampulla recti kan uitzetten voor feces.
Rectosigmoïdale overgang (S3), junctio anorectalis (4-5 cm superior van anus).
1. Columnae analis met superieure rectale venen en arteriën.
Valvulae analis (crypten van Morgagni): mucus aan feces toevoegen.
2. Linea dentata/pectinea
3. Zona alba: vast aan m. sfincter ani internus
4. Linea anocutanea
5. Perianale huid: donker gepigmenteerd, zweetklieren en haarfollikels
Bloedvoorziening: rectalis superior: a. mesenterica inferior, v. mesenterica inferior.
Rectalis media: a. iliaca interna, v. iliaca interna
Rectalis inferior: a. pudenda interna, v. pudenda interna
Spieren van de bekkenbodem: bij defecatie ontspant puborectalis (lus)
Innervatie: interne sphincter visceraal (onvrijwillig), externe sfincter somatsich (vrijwillig).
BOVEN PECTINATE = GEEN PIJN
ONDER PECTINATE = PIJN
Incontinentie
Risico: obstetrisch trauma
Perianaal abces/fistel
Geen AB want geen vaten.
50% abces wordt fistel.
Simpel 1/3 sfinctercomplex:
fistulotomie slang in fistel
Complex >1/3 sfinctercomplex:
steon plaatsing, mucosa-
avancement plastiek.
Hemorrhoiden
Graad I: niet prolaberen, alleen met proctoscoop zichtbaar.
Graad II: bij persen prolaberen, trekt daarna terug.
Graad III: bij persen/vanzelf prolaberen, manueel terugduwen.
Graad IV: permanent prolaps, niet terug te duwen.
, Heelkunde Week 1
Epidemiologie Pathofysiologie Kliniek Diagnostiek Therapie Complicatie
Risicofactoren Prognose
Hoge prevalentie Kussentjes proximaal linea dendata • Jeuk LO: niet Zonder klacht geen behandeling. DD: marisken
• Interne veneuze plexus: (corpus • Pijn palpabel! Je Verbeteren defecatie I, II, III (gefibroseerde
Niet gelinkt aan cavernosum recti): bij defecatie • Bloedingen drukt weg. • Vezels in dieet perianale
leefstijd/geslacht. verdwijnt bloed uit plexus, feces • Prolaps • Vloeistof drinken huidplooien),
kan passeren. Bij hypertrofie • Lekkage Proctoscoop. • Bij eerste aandrang defecatie! carcinoom.
Risico: westers, ontstaat interne hemorrhoïd. • Loze aandrang
laag vezel, hoog • Externe veneuze plexus: Bandligatie (Barron): rubberen band boven Zetpil
vet. verhoogde stuwing van venen linea dentata, hemorroïd zal necrotiseren. ontraden.
zorgt voor perianaal stolsel. Hemorroïdectomie: complicaties lange
PORTALE HYPERTENSIE!! bloedingen, pijnlijk, fijne incontinentie.
Fissura ani
Epidemiologie Pathofysiologie Kliniek Diagnostiek Therapie Complicatie
Risicofactoren Prognose
Piek 30-50 jr Irritatie - verhoogde restdruk interne • Pijn defecatie LO: Verlagen van druk:
M=V sfincter - ischemie – pijn – druk sfincter. • Vaak posterieur. inspectie. • Vloeistof drinken
>6 weken = chronisch Lateraal = • Vezels in dieet
Distaal van linea dendata, posterieur. systemische of • Loperamide
kwaadaardige Lidocaïnzalf/injectie.
Relatie met obstipatie, diarree, perianaal oorzaak! Diltiazemcrème: doorbloeding verbeteren.
trauma en ziekte van Crohn. Botoxinjectie: tonus verlagen, 60-80% effectief.
Anatomie maag
Een lege maag is 50 ml met rugae, maximaal 4 liter.
Cardia: Th11, Fundus, Corpus, Pylorus (antrum, canalis, sfincter)
Omentum minus: vanaf lever naar curvatura minor en duodenum.
- Lig. hepatogastricum: a. gastrica dextra en sinistra
- Lig. hepatoduodenale: portale triade
Omentum majus (lymfeknopen): curvature major - dunne darm, over
colon transversum en milt aan het peritoneum van de posterieure wand.
Greater sac: cavitas peritonealis/buikholte + foramen epiploicum/Winslow
Lesser sac: bursa omentalis
Muscularis externa: longitudinale, circulaire (dun fundus/corpus, dik antrum/pyloris), oblique spieren.
Tussen de longitudinale en circulaire laag de plexus van Auerbach.
, Heelkunde Week 1
Fysiologie maag
Glandulae gastricae: cervix (21) en pars principalis (22), de klier mondt uit in de foveola gastrica (18).
Epitheel wordt iedere 3-6 dagen vernieuwd en begrensd door een muscularis mucosae (4).
• Slijmnapcellen (19): secretie slijm en bicarbonaat, biedt bescherming.
• Muceuze halscellen (21a): koolhydraat-rijke mucus, bevatten veel golgi voor endocytose.
• Pariëtale/Oxynthische cellen (23): licht cytoplasma en 3 uitsteeksels met villi, produceren H+, Cl- en Intrinsic
Factor, veel mitochondria en ATP voor protonpompen.
• Hoofd/Chiefcellen (24): basale kernen met donker, granulair plasma en veel rER, voor pepsinogeen.
• Basaal entero-endocriene cellen (6):
ECL-cel: histamine werkt op H2 receptor pariëtaalcel.
G-cel: gastrine voor maagzuursecretie en motiliteit.
D-cel (antrum): somatostatine, paracrien of endocrien effect.
Cephalische fase: olfactorische + smaak à n. vagus à speeksel, maagzuursecretie (rijk aan pepsinogeen).
Gastrische fase: negatieve feedback via D-cel als deze zuur detecteert.
- Mechanoreceptoren: stimuleren G-cel
- Peptiden en AZ: stimuleren G-cel
Intestinale fase: bij voedsel scheiden cellen gastrine af, daarna inhibitie:
- Secretine (zuur): remt gastrine van G-cel en zuur van Oxynthische cel.
- CCK (vet): maakt sfincter dicht, CCK-A op pancreas en galblaas.
CCK-B op ECL-cel/Oxynthische cel: competatief gastrine, zuurremmend.
CCK-B op D-cel: afgifte somatostatine
- GIP (vet duodenum/ileum).
- VIP: door zenuwuiteinden enterische zenuwen afgegeven aan circulatie.
Indien pH <3 geen gastrineaftifte, hierdoor onstaat achlorhydria (hoge concentratie in bloed).
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lindejacobs. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.43. You're not tied to anything after your purchase.