100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
INLEIDING COMMUNICATIEWETENSCHAP ALLE COLLEGES SAMENGEVAT $8.38   Add to cart

Class notes

INLEIDING COMMUNICATIEWETENSCHAP ALLE COLLEGES SAMENGEVAT

 0 view  0 purchase
  • Course
  • Institution

Hele duidelijke en uitgebreide samenvatting van alle colleges ICW uit jaar 1.

Preview 2 out of 7  pages

  • March 27, 2022
  • 7
  • 2018/2019
  • Class notes
  • A. van den berg
  • All classes
avatar-seller
Basiskennis
Theorie: een reeks systematische, geïnformeerde vermoedens over de manier waarop dingen werken
• Ideeën over een verklaring waarbij rekening wordt gehouden met wat al bekend is
• An educated guess
• Toetsbare voorspellingen

➢ Theories as nets: we hebben theorieën nodig om ‘de wereld’ te begrijpen
➢ Theories as lenses: theorieën beïnvloeden hoe we bepaalde dingen zien, ze leggen nadruk op
bepaalde aspecten (waardoor andere uit zicht worden gelaten)
➢ Theories as maps: we hebben theorieën nodig om ons te leiden; laten zien hoe dingen werken en
hoe dingen aan elkaar gerelateerd zijn

Communicatie: het relationele proces van het creëren en interpreteren van berichten die een bepaalde
reactie oproepen.
• Communicatiemodellen:
o Transmissiemodel: zender bepaalt boodschap, ontvanger verwerkt boodschap zoals
bedoeld
Bijv. hoorcollege, nieuwsbericht
o Expressieve model: het bijeenkomen van mensen met gedeelde overtuigingen
Bijv. concert, Trump-rally
o Publiciteitsmodel: aandacht van publiek grijpen en behouden. Veel concurrentie tussen
zenders, want vechten om aandacht.
Bijv. voorpagina Telegraaf
o Receptiemodel: door verschillen in achtergrond, cultuur etc. is boodschap multi-interpretabel
Bijv. Pepsi-reclame met Kendall Jenner

Joris Luyendijk beschrijft dat hij nieuws ziet als ‘uitzonderingen op de regel’ waar we van leren
→ Bijv. rampen, politieke schandalen en aanslagen

CNN-effect: de berichtgeving in de media (vooral televisie) beïnvloedt de publieke opinie waardoor er druk
op de regering kan komen te staan. Berichtgeving kan beleid dus veranderen. Bijv. foto van aangespoeld
jongetje

Pseudo event (Daniel Joseph Boorstin): Een gepland event dat dramatisch en duidelijk afgebakend qua
plaats en tijd is, om media-aandacht te krijgen en de publieke opinie te beïnvloeden
Bijv. een interview

Medialogica
Partijlogica
• Tot 1970
• Journalisten volgen partij
• Media identificeren zich met een partij (vier zuilen: katholieken, protestanten, socialisten en
liberalen)
• Publiek wordt geadresseerd als onderwerp (politieke partijen “informeren” de politieke stemmers)
• Rol van de journalist is afhankelijk, spreekbuis (nauwe band met politieke partijen).
• Journalistieke metafoor is schoothond, media volgen de partij
• Type rapportage is "gekleurd”, inhoudelijk
• Agenda wordt bepaald door de partij

Publieke logica
• 1970-1990 (ontzuiling)
• Wat vindt het publiek belangrijk?
• Media willen publiek informeren, zodat publiek kan participeren in de politiek
• Rol van de journalist is onafhankelijk, respectvol, sceptisch
• Type rapportage is beschrijvend, inhoudelijk
• Journalistieke metafoor is waakhond
• Agenda wordt bepaald door de partij
1

, Medialogica
• Na 1990
• Media bepalen zelf wat belangrijk is
• Publiek wordt geadresseerd als consument (wensen en verlangens van het publiek zijn belangrijker
geworden door concurrentie en opkomst commerciële zenders) Media moeten vechten om de
aandacht
• Rol van de journalist is dominant, entertaining, cynisch
• Type rapportage is interpretatief, minder inhoudelijk (populair).
• Journalistieke metafoor is driekoppige hond (Cerberus)
• Agenda wordt bepaald door de media, media bepalen wat wij belangrijk vinden
Belangrijk verschil met andere logica!!!
• Dus: wat is medialogica?
o Media en media-aandacht zijn belangrijk (we leven in een “mediacratie”)
o Mediaproducenten hebben eigen logica
▪ Zelfde ideeën over wat aantrekkelijk is: media volgen elkaar
▪ Scherpe concurrentie: media willen scoren.
o Actoren (bijvoorbeeld politici) anticiperen op wat media willen (pseudo events)
o Deze mediaregels verdringen andere overwegingen (bijvoorbeeld: het is belangrijk om
mensen te vermaken dan te informeren)




Nieuwswaarden
The gatekeeper (White): Mr Gates, een journalist, werd gevolgd terwijl hij besliste wat wel nieuws en wat
geen nieuws was. Conclusie: het is subjectief wat journalisten als nieuws beschouwen. Dit klopt niet, want
individu heeft weinig invloed, tenzij het machtige invloedrijke journalist is (Eva Jinek, Jeroen Pauw)

Wat bepaalt dan wanneer iets nieuws is?
• Negatief nieuws
• Kenmerken; aantal gewonden/doden?
• Plaats van de ramp/ongeluk – proximity

Nieuwsfactoren Galtung & Ruge (1965)
1. Frequency = frequentie
Gebeurtenis gebeurt gelijktijdig met nieuwscyclus (bijv. moord)
2. Threshold = drempel
Gebeurtenis moet drempel overschrijden
3. Unambiguity = ondubbelzinnigheid
Makkelijk te interpreteren

2

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ninaalblas. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.38. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

80562 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.38
  • (0)
  Add to cart