Aardrijkskunde samenvatting H3 Middellands Zeegbied
Paragraaf 1
De Middellandse Zee ligt op een convergente plaatgrens. De Afrikaanse plaat beweegt naar de
Euraziatische plaat toe. Afrika draait richting Europa. Deze beweging wordt aangedreven door het
wegzakken van oceanische korst. De Euraziatische plaat beweegt een beetje weg van Afrika. Het
gevolg is dat er op de convergente plaatgrens ook rekkrachten actief zijn. De sterkste rek vindt plaats
in de westelijke Middellandse Zee. De continentale korst van de Euraziatische plaat is daardoor
uitgerekt en verzakt. Hierdoor bestaat de westelijke middellandse Zee uit laaggelegen bekkens in
plaats van hoge gebergten. Nu is er nog maar en klein stukje van de Afrikaanse plaat in het noorden
over: de Apulische plaat.
Door de combinatie en afwisseling van convergentie en divergentie zijn verschillende mini-oceanen
ontstaan en weer dichtgedrukt. Op die plekken vinden we nu jonge gebergten, ook wel alpiene
plooiingsgebieden genoemd. Ze bestaan vooral uit sedimentgesteenten, gevormd uit de dikke lagen
zand, klei en kalk die eerder afgezet zijn op de bodem van de zee. Bij een minioceaan is de rek zo
groot geweest dat magma van grote diepte omhoog is gekomen en nieuwe oceanische korst heeft
gevormd.
De Iberische plaat (Spanje en Portugal) is al lange tijd aan het ronddraaien op het scharnierpunt van
Afrika en Europa. De gebergten van Spanje lopen daarom in alle richtingen. Langs de randen van
andere microplaten vinden we ook gebergten. Subductie van de Afrikaanse onder de Egeïsche plaat
leidt tot vulkanisme boven de wegduikende plaat. De beroemdste vulkaan hier is Santorini. Hoewel
vrijwel alle oceanische korst bij Italië al is weggedoken, zorgt dit nog wel voor vulkanisme, zoals bij
Sicilië. De Etna is echter een bijzondere vulkaan. Die ligt namelijk zeer dicht bij de plaatgrens en kent
rustig vulkanisme, dat je juist bij divergente plaatgrenzen vindt. Hier zie je de rek ook terug in het
type vulkanisme. Blijkbaar is op e plaatgrens zo veel rekspanning, dat diepe magma omhoog kan
komen en een zeer actieve, maar hoofdzakelijk effusieve vulkaan veroorzaakt.
Paragraaf 2
De kans op aardbevingen in het Middellandse Zeegebied is het grootst in het oostelijk deel. Dit komt
doordat Afrika tegen de klok in een draaiende beweging nar Europa maakt. De vele microplaten
bewegen langs elkaar, en zo ontstaat er een ingewikkelde breuksystemen waar de spanning continu
wordt opgebouwd. Hoe langer deze spanning zich opbouwt, des te heftiger de aardbeving. In Italië
en Griekenland worden de meeste aardbevingen veroorzaakt door subductie. Hierbij vinden
overschuivingen van sedimentgesteente in Italië en verzakkingen in de Egeïsche Zee plaats. Daardoor
ligt het hypocentrum bij de meeste aardbevingen erg ondiep. Dat maakt de aardbevingen alleen
maar gevaarlijker. Voor- en naschokken vinden plaats omdat bij een aardbeving nieuwe breuken
ontstaan en niet alle spanning direct verdwijnt. Naschokken kunnen veel schade veroorzaken
doordat de gebouwen tijdens de eerste beving al flink zijn aangetast en nu helemaal instorten.
De vulkanen in het Middellandse Zeegebied worden bijna allemaal veroorzaakt door subductie. Op
zon 100 kilometer diepte smelt de wegduikende, zwaardere oceanische korst en vermengt zich met
water en lichter sediment. Dit mengsel hoopt zich dan voor kortere of langere tijd op in een
magmakamer. Omdat dit magma nogal stroperig is, vinden uitbarstingen pas plaats wanneer een
hoge druk is opgebouwd in de magmakamer. Daardoor zijn de meeste vulkanen in het Middellandse
Zeegebied explosieve stratovulkanen. Ze vormen caldera ’s zodra de vulkaan na een explosieve
eruptie instort. Van de vulkanen in het Middellandse Zeegebied krijgen de Italiaanse vulkanen de
meeste aandacht omdat zij nu (Etna) of in het recente verleden (Vesuvius) actief zijn (geweest). De
rekspanning op de grens van de Afrikaanse en Euraziatische plaat zorgt ervoor dat hier diep magma
naar boven kan komen. Dit magma heeft een andere chemische samenstelling en is minder stroperig
dan bijvoorbeeld bij de Vesuvius, waardoor de uitbarstingen minder explosief zijn, maar veel vaker
voorkomen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller maraknottenbelt. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.46. You're not tied to anything after your purchase.