100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Nectar Biologie 4havo hoofdstuk 8 $3.23   Add to cart

Summary

Samenvatting Nectar Biologie 4havo hoofdstuk 8

 15 views  0 purchase
  • Course
  • Level
  • Book

samenvatting van hoofdstuk 8(ecosysteem en evenwicht) uit 4havo, necar

Preview 2 out of 5  pages

  • No
  • Hoofdstuk 8
  • March 27, 2022
  • 5
  • 2021/2022
  • Summary
  • Secondary school
  • 4
avatar-seller
Samenvatting Biologie, hoofdstuk 8: Ecosystemen en evenwicht
Paragraaf 8.1: Energiestromen

Duurzaam: bij duurzaam gevangen vis blijft de visstand op peil en de voedselketens en leefomgeving
intact.

Algen zijn producenten. De hoeveelheid energie uit zonlicht die zij vastleggen in hun organische
stoffen, heet de bruto primaire productie. ‘Primaire productie’ omdat het de eerste productie van
organische stoffen is in een voedselketen. Die BPP is voor een groot deel brandstof voor de algen.
Door dissimilatie maken ze energie vrij in de vorm van warmte. De rest gebruiken de algen als
bouwstof voor voortgezette assimilatie en vormt de netto primaire productie.

Dus NPP= BPP-D

Garnalen zijn consumenten van de eerste orde (C1). Voor de C1 is de NPP van algen een bron van
organische stoffen. Dat betekend geschikte brandstof voor hun dagelijkse bezigheden. En het is een
bouwstof voor de C1: secundaire productie.

In een voedselketen daalt per schakel de energie afhankelijk van factoren zoals het type voedsel en
de consument. Elke schakel van de voedselketens ‘verliest’ gemiddeld 90% van de energie-inhoud,
vooral door dissimilatie.

Voedselconversie: de hoeveelheid voer die nodig is om 1kg aan lichaamseigen organische stoffen bij
een organisme te laten toenemen. Dit is zo gunstig bij kweekvissen door het uitgekiende voer dat ze
krijgen en doordat kweekvissen geen energie kwijt zijn aan het zoeken naar voedsel en wegvluchten
voor vijanden. Dat bespaart dissimilatie en zo ontstaat er een maximale secundaire productie.

Naast producenten en consumenten heb je nog een groep organismen, de reducenten. Dit zijn
bacteriën en schimmels. Zij leven zowel in het water als op het land. Hun ‘voedsel’ bestaat uit dode
organismen en organische resten van organismen zoals uitwerpselen, haren, veren en
takken/bladeren. Ook reducenten dissimileren het grootste deel van de organische stoffen die ze
opnemen; de rest is bouwstof voor hun cellen.

Het is niet eenvoudig te meten hoeveel energie er in organismen is opgeslagen. Je begint met het
bepalen van drooggewicht; organische stoffen, de biomassa en mineralen. Je bepaalt van de
biomassa het gewicht in gram aan vetten, eiwitten en koolhydraten en kunt de hoeveelheid energie
berekenen in joules.

Piramide van biomassa: geeft aan hoe de biomassa is verdeeld over de trofische niveaus. In een
model geven ze de biomassa van een trofisch niveau weer in de vorm van een rechthoek. De breedte
van de rechthoek is een maat voor de biomassa; hoe breder, hoe meer biomassa. Werk je met
jaargemiddelden, dan krijg je een piramide van productiviteit. Door de biomassa naar zijn energie-
inhoud om te rekenen, krijg je een piramide van energie.

De aantallen organismen per trofisch niveau geef je in een piramide van aantallen weer. Dat leidt tot
vreemde vormen (bijvoorbeeld op één eik leven 156 rupsen en drie merels)

De energiestromen, de toename en afname van energie in de vorm van organische stoffen, zijn met
elkaar in evenwicht. Dat verandert na een verstoring, een gebeurtenis waardoor een snelle, blijvende
verandering in een ecosysteem plaats vindt.

, Paragraaf 8.2: Koolstofkringloop

Glucose is de basis voor alle organische stoffen. Wanneer je planten eet, gebruik je die stoffen weer
als brandstof bij je dissimilatie en als bouwstof voor secundaire productie. Bij de dissimilatie komt
weer CO2 vrij, die de lucht in gaat. Dat vormt een kringloop van voortdurend hergebruikte koolstof.

Koolstof kan rechtstreeks van producenten of consumenten weer naar producenten gaan in de vorm
van CO2 of via een kringloop met reducenten. Bacteriën en schimmels die werken als reducenten,
breken de organische afvalstoffen of dode organismen af tot anorganische stoffen, zoals H2O, CO2
en mineralen met elementen zoals stikstof, zwavel, fosfor en ijzer. Planten gebruiken deze
elementen voor de secundaire productie van organische stoffen uit glucose.

De route van het element koolstof in een ecosysteem heet de koolstofkringloop. Bij een snelle C-
Kringloop gaat de koolstof (C) van producenten naar consumenten en rechtstreek of via reducenten
weer terug naar de producenten. Bij een langzame C-Kringloop gaat het om C die miljoenen jaren is
opgeslagen in de bodem. Dat gebeurt in de vorm van fossiele brandstoffen; steenkool en aardolie en
als kalkgesteente (CaCO3).

De vis ademt CO2 uit. Dit lost enigszins op in het water en er ontstaat bicarbonaat (HCO3-) Algen en
waterplanten nemen in deze vorm C op voor de fotosynthese. Daarmee gaat C de voedselketens in.
In water zijn er ook consumenten die bicarbonaat kunnen opnemen. Door een reactie met calcium
ontstaat hieruit kalk (CaCO3). Schelpdieren en Koralen gebruiken de kalk voor hun skelet. Kalk lost
slecht op in water en dus blijft de schelp met C erin lang intact. Op de zeebodem hopen de schelpen
zich op tot een dikke laag. Onder de hoge druk vormt zich hieruit kalkgesteente. De koolstof die in
het kalkgesteente zit, is voor een lange tijd niet beschikbaar voor producenten. Zuur regenwater lost
de kalksteen een beetje op en daarbij komt weer CO2 vrij. Pas dan is deze langzame kringloop weer
rond.

In de atmosfeer is CO2 een van de broeikasgassen. Zonlicht gaat door de atmosfeer heen en warmt
de aarde op. De broeikasgassen houden de warmtestralen die van de aarde komen vast, de warmte
blijft in de atmosfeer ‘hangen’. Voor broeikassen is dit gunstig, maar voor de aarde niet. Omdat
mensen veel fossiele brandstoffen gebruiken, neemt de concentratie CO2 in de atmosfeer
wereldwijd toe. De grote hoeveelheid CO2 ligt als een dikke deken om de aarde en dit leidt tot een
versterkt broeikaseffect. Dat leidt tot nieuwe bewoners in de Nederlandse ecosystemen omdat
Nederland voor zuidelijke soorten opeens binnen hun tolerantiegrenzen ‘past’. Extra CO2 betekend
ook extra veel bicarbonaat en waterstofionen in de oceanen, waardoor die langzaam verzuren.



Om de toename van het versterkt broeikaseffect te stoppen zijn er andere energiebronnen nodig,
bijvoorbeeld wind- of zonne-energie. Daarnaast zijn er andere maatregelen zoals:

-Bomen aanplanten: Via fotosynthese leggen ze in het hout van stammen en takken de C voor een
lange tijd vast. Ook is er een verbod op het kappen van bomen nodig.

-Algen kweken in zee: Die nemen CO2 op. De afgestorven algen zakken naar de bodem van de
diepzee en nemen C mee in hun organische stoffen.

-CO2 opslaan: Je kunt CO2 op grote diepte in de bodem stoppen, bijvoorbeeld in oude
aardgasvelden.

-CO2 uit de lucht filteren: Verschillende technieken om CO2 uit de lucht te halen zijn in ontwikkeling.
Dit geldt speciaal voor grote industrieën en centrales die werken op fossiele brandstoffen.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller famkedeboerh5. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.23. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67866 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.23
  • (0)
  Add to cart