Samenvatting van alle verplichte arresten voor het vak 'Personen- en familierecht'. Per onderwerp is elk arrest beknopt uitgewerkt, met inbegrip van de rechtsregel. Handig om bij de hand te hebben naast de te bestuderen literatuur.
Samenvatting Personen- en familierecht
Jurisprudentie
Inhoudsopgave
Gezag ....................................................................................................................................... 3
1. Benoeming bijzondere curator (HR 4 februari 2005, NJ 2005/422): ...................................... 3
2. Zwitserse scheiding (HR 25 april 2008, NJ 2008/414): ............................................................ 3
3. Gelijkwaardig ouderschap I (HR 21 mei 2010, NJ 2010/398): ................................................. 3
4. Gelijkwaardig ouderschap II (HR 4 oktober 2013, NJ 2013/558): ........................................... 3
5. Processuele positie minderjarige (HR 29 mei 2015, NJ 2015/293): ........................................ 3
6. HR 27 maart 2020, NJ 2020/167: ............................................................................................ 3
Afstammingsrecht ..................................................................................................................... 4
7. Marckx v. Belgium (EHRM 13 juni 1979, 6833/74): ................................................................ 4
8. Vervangende toestemming erkenning I (HR 16 februari 2001, NJ 2001/571): ....................... 4
9. Vervangende toestemming erkenning II (HR 12 november 2004, NJ 2005/248): .................. 4
10. Mennesson v. France (EHRM 26 juni 2014, 65192/11): .......................................................... 4
11. Misbruik bevoegdheid erkenning door ander (HR 6 november 2015, NJ 2016/28): .............. 5
12. Statusvoorlichting kind (HR 18 maart 2016, NJ 2016/210): .................................................... 5
Minderjarigen en vermogen ...................................................................................................... 5
13. HR 20 juni 2014, ECLI:NL:HR:2014:1492: ................................................................................ 5
14. Hof Den Haag 16 februari 2016, ECLI:NL:GHDHA:2016:264: .................................................. 5
15. Een flat voor een villa (EHRM 17 mei 2015, NJ 2016/253): .................................................... 6
16. Minderjarige en bijstand (Rb Overijssel 12 april 2017, ECLI:NL:RBOVE:2017:1628): ............. 6
17. Ouderlijk vruchtgenot (Hof Arnhem-Leeuwarden 30 juli 2019, ECLI:NL:GHARL:2019:6259): 6
18. Kostgeld (Rb. Midden-Nederland 18 juli 2019, ECLI:NL:RBMNE:2019:3167): ........................ 6
Meerderjarigenbescherming ..................................................................................................... 6
19. Echtscheiding en curatele (HR 28 maart 1980, NJ 1980/378):................................................ 6
20. Echtscheiding en mentorschap (Hof ’s-Hertogenbosch 1 oktober 2015,
ECLI:NL:GHSHE:2015:3863): ............................................................................................................. 7
21. Machtiging voor schenking (Hof Den Haag 12 juni 2019, ECLI:NL:GHDHA:2019:1958): ........ 7
Huwelijk, ongehuwd samenwonen, rechten en verplichtingen samenwoners ............................. 7
22. Schaaphok/Schilder (HR 25 februari 1983, NJ 1983/696): ...................................................... 7
23. Uitleg samenlevingscontract (HR 22 september 2006, NJ 2006/521): ................................... 7
24. Burden v. The United Kingdom (EHRM 29 april 2008, 13378/05): ......................................... 7
25. Serife Yigit v. Turkey (EHRM 2 november 2010, 3976/05): ..................................................... 8
26. Nietigverklaring huwelijk (HR 26 april 2013, RvdW 2013/638):.............................................. 8
27. Dwaling samenlevingscontract (HR 21 februari 2014, NJ 2014/265): .................................... 8
28. Natuurlijke verbintenis (HR 10 oktober 2014, NJ 2014/440): ................................................. 8
29. Oliari and others v. Italy (EHRM 21 oktober 2015, 18766/11 en 36030/11): ......................... 9
30. Vergoedingsrecht samenwoners (HR 10 mei 2019, NJ 2019/248): ........................................ 9
1
Rijksuniversiteit Groningen Jaar 2021-2022 Tamara v. O
, Samenvatting Personen- en familierecht
Jurisprudentie
Huwelijksvermogensrecht ......................................................................................................... 9
31. Boon/Van Loon (HR 27 november 1981, NJ 1982/503): ......................................................... 9
32. Moordhuwelijk (HR 7 december 1990, NJ 1991/593): .......................................................... 10
33. Gedrag der echtgenoten (HR 18 juni 2004, NJ 2004/399): ................................................... 10
34. Verrekenbeding en rente (HR 2 december 2011, NJ 2012/173): .......................................... 10
35. Verknochtheid; redelijkheid en billijkheid (HR 30 maart 2012, NJ 2012/407):..................... 10
36. Opzettelijke verzwijging (HR 4 december 2015, RvdW 2016/45): ........................................ 11
37. Hof Arnhem-Leeuwarden 4 augustus 2020, ECLI:NL:GHARL:2020:6157 (t/m r.o. 2.11): ..... 11
38. Schenking bij aangaan beperkte gemeenschap van bankrekening? (HR 7 mei 2021, RFR
2021/92): ........................................................................................................................................ 11
Echtscheiding en levensonderhoud .......................................................................................... 11
39. Onderhoudsplicht verwekker met family life (HR 26 april 1996, NJ 1997/119): .................. 11
40. Grondslag alimentatie (HR 9 januari 2001, NJ 2001/216): .................................................... 12
41. Geen plicht tot medewerking mediation (HR 20 januari 2006, NJ 2006/75): ....................... 12
42. Voorrangsregel kinderalimentatie (HR 24 juni 2011, NJ 2011/502): .................................... 12
43. Samenleven als waren zij gehuwd (HR 20 december 2013, NJ 2014/143): .......................... 12
44. Kindgebonden budget verlaagt niet de behoefte aan partneralimentatie (HR 7 juli 2017, NJ
2017/303): ...................................................................................................................................... 12
45. Geen afnemende lotsverbondenheid (HR 4 mei 2018, NJ 2018/355): ................................. 12
46. Niet-wijzigingsbeding kinderalimentatie (HR 1 november 2019, NJ 2020/32): .................... 13
Erfrecht .................................................................................................................................. 13
47. Grenzen van uitleg I (HR 3 december 2004, NJ 2005/58): .................................................... 13
48. Negen getuigen (Hof 's-Gravenhage 1 augustus 2007, ECLI:NL:GHSGR:2007:BB0962):....... 13
49. Verzorgingsvruchtgebruik (HR 8 juni 2007, NJ 2008/220): ................................................... 13
50. Executeur en koersdaling aandelen (HR 21 november 2008, NJ 2009/116): ....................... 14
51. De verkeerde wilsrechten (HR 8 februari 2013, NJ 2013/238): ............................................ 14
52. Grenzen van uitleg II (HR 10 oktober 2013, NJ 2014/127): ................................................... 14
53. Zuivere aanvaarding (HR 22 mei 2015, NJ 2015/379): .......................................................... 14
54. Som ineens van art. 4:35 BW (Hof Arnhem-Leeuwarden 1 december 2015,
ECLI:NL:GHARL:2015:9090): ........................................................................................................... 14
55. Conservatoir beslag (Hof Den Haag 19 december 2019, ECLI:NL:GHDHA:2019:3380): ....... 14
2
Rijksuniversiteit Groningen Jaar 2021-2022 Tamara v. O
, Samenvatting Personen- en familierecht
Jurisprudentie
Gezag
1. Benoeming bijzondere curator (HR 4 februari 2005, NJ 2005/422):
Om een bijzondere curator te benoemen moet het wel gaan om een wezenlijk en concreet
probleem over de verzorging en opvoeding. Zo nodig zal de rechter het conflict moeten
concretiseren, opdat hij, indien tot benoeming van een bijzondere curator wordt overgegaan, deze
een aan de omstandigheden van het geval aangepaste taakomschrijving kan meegeven. Denk aan de
functie van bemiddelaar.
2. Zwitserse scheiding (HR 25 april 2008, NJ 2008/414):
Het belang van het kind staat bij de beslissing van de rechter voorop, maar dat betekent niet dat de
belangen van het kind bij geschillen over de gezamenlijke gezagsuitoefening (artikel 1:253a BW) altijd
zwaarder wegen dan andere belangen. De rechter moet alle omstandigheden van het geval in acht
nemen. Dat kan er in voorkomend geval toe leiden dat andere belangen zwaarder wegen dan het
belang van het kind. Het belang van het kind is een (niet: de) overweging van de eerste orde bij de te
maken belangenafweging (vergelijk artikel 3 IVRK).
→ Voorbeeld van een ander zwaarder wegend belang: het belang van een ouder bij verhuizing naar
een ander deel van het land of naar het buitenland, samen met de kinderen.
3. Gelijkwaardig ouderschap I (HR 21 mei 2010, NJ 2010/398):
In beginsel geldt dat de zorg- en opvoedingstaken en de hoofdverblijfplaats gelijk (50/50) moeten
worden verdeeld. Echter anders dan de wetgever stelt, impliceert het uitgangspunt van
gelijkwaardige verzorging en opvoeding volgens de HR geen verplichting tot een gelijke verdeling
van de tijd die het kind bij elk van de ouders doorbrengt, waarvan de rechter slechts goed
gemotiveerd zou mogen afwijken. In de praktijk zal een gelijkwaardige verzorging en opvoeding vaak
niet mogelijk zijn (zie ook artikel 1:247 lid 5 BW) en in het belang van het kind ook niet altijd gewenst
zijn.
Als de ouders het oneens blijven over de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken na echtscheiding
en de rechter daaromtrent moet beslissen, dient deze het belang van het kind het zwaarst te laten
wegen. Dat belang dient een overweging van de eerste orde te zijn.
4. Gelijkwaardig ouderschap II (HR 4 oktober 2013, NJ 2013/558):
Wanneer een geschil tussen de ouders is gerezen over verhuizing van de ouder met de kinderen
(bijvoorbeeld naar het buitenland), staat het uitgangspunt van gelijkwaardige verzorging en
opvoeding niet in de weg aan het toestaan van – de op grond van artikel 1:253a BW gegeven
vervangende toestemming voor – de verhuizing, indien de rechter zulks in het belang van de
minderjarige acht. Maar er zal, ook na de verhuizing, wel zoveel als mogelijk recht gedaan moeten
worden aan het uitgangspunt van gelijkwaardige verzorging en opvoeding. Dit laatste kan een
verhuizing naar een verder weg gelegen plek in de weg staan.
5. Processuele positie minderjarige (HR 29 mei 2015, NJ 2015/293):
De beslissing van de Hoge Raad houdt niet in dat een minderjarige bij een verzoek als bedoeld in
artikel 1:250 BW zonder de wettelijk verplichte rechtsbijstand van een advocaat een rechtsmiddel
kan aanwenden, maar uitsluitend dat de minderjarige dit kan doen zonder vertegenwoordigd te
worden door een wettelijk vertegenwoordiger (ouder of voogd).
6. HR 27 maart 2020, NJ 2020/167:
Indien een van de ouders niet bereid is om mee te werken aan de eenvoudige weg van aantekening
tot gezamenlijk gezag, kan de ouder die het gezag gezamenlijk met de andere ouder wil uitoefenen,
de rechter verzoeken beiden met het gezag te belasten (artikel 1:253c lid 1 BW).
3
Rijksuniversiteit Groningen Jaar 2021-2022 Tamara v. O
, Samenvatting Personen- en familierecht
Jurisprudentie
Het verzoek om de ouders gezamenlijk met het gezag te belasten wordt enkel afgewezen als voldaan
is aan één van de of beide vereisten van lid 2 van het artikel. Echter volgens de HR betekent dit niet
dat alleen als er onaanvaardbare risico’s voor het kind te verwachten zijn of dat anderszins in het
belang van het kind noodzakelijk is, het verzoek niet voor inwilliging in aanmerking komt. Ook als aan
een van die criteria is voldaan, heeft de rechter de ruimte om het gezamenlijk gezag in stand te
laten, als daardoor het belang van het kind het minst zal worden geschaad.
Afstammingsrecht
7. Marckx v. Belgium (EHRM 13 juni 1979, 6833/74):
Voor het ontstaan van familierechtelijke betrekkingen tussen de ongehuwde moeder Alexandra
Marckx en haar dochter Paula was volgens de Belgische wetgeving erkenning van het kind door de
moeder vereist. Door die erkenning ontstond geen familierechtelijke betrekking tussen de verwanten
van de moeder en het kind.
Het gemaakte onderscheid in het Belgische erfrecht tussen kinderen die wel en kinderen die niet in
familierechtelijke betrekking staan tot een ouder is niet in overeenstemming met artikel 8 jo. 14
EVRM, onder andere omdat de erkenning door de moeder een ontoelaatbare belemmering voor de
normale ontwikkeling van het gezinsleven vormde. Een natuurlijk kind heeft net zoveel recht als het
wettig kind om in een familierechtelijke betrekking te staan met de moeder.
8. Vervangende toestemming erkenning I (HR 16 februari 2001, NJ 2001/571):
In de procedure tot verkrijging van vervangende toestemming komt het aan op een
belangenafweging van de betrokkenen (het belang van de moeder en het kind vs. het belang en de
aanspraak van de man), waarbij tot uitgangspunt dient te worden genomen dat zowel het kind als de
verwekker aanspraak erop heeft dat hun relatie rechtens wordt erkend als een familierechtelijke
rechtsbetrekking. Het belang van de moeder is daarbij in lid 3 nader omschreven.
De HR stelt dat slechts sprake is van ’schade aan de belangen van het kind’, indien er ten gevolge
van de erkenning voor het kind reële risico’s zijn dat het wordt belemmerd in een evenwichtige
ontwikkeling. Het enkele feit dat het kind (enige) weerslag ondervindt van de inbreuk die de
erkenning maakt op het tussen hem en de echtgenoot van zijn moeder bestaande ‘family life’ is niet
voldoende om schade aan de belangen van het kind aan te nemen.
9. Vervangende toestemming erkenning II (HR 12 november 2004, NJ 2005/248):
Als de verwekker niet of niet tijdig om vervangende toestemming tot erkenning heeft kunnen
vragen, bijvoorbeeld omdat hij niet wist van de geboorte of niet wist dat hij de verwekker was, dan
ligt een minder strikte maatstaf voor de hand bij de beoordeling van de vraag of de moeder misbruik
heeft gemaakt van haar bevoegdheid door toestemming te geven tot erkenning door een ander,
namelijk:
of de moeder in redelijkheid tot het verlenen van toestemming aan die ander had kunnen komen
gelet op de onevenredigheid van de belangen van de verwekker bij erkenning en de daartegenover
staande belangen van de moeder, telkens in verband met de belangen van het kind.
10. Mennesson v. France (EHRM 26 juni 2014, 65192/11):
In dit geval heeft het echtpaar Mennesson via een draagmoeder in de VS (waarbij de vader de
biologische vader is) een kind gekregen. Het EHRM oordeelde dat de weigering van de Franse
overheid om het kind in te schrijven in de burgerlijke stand géén inbreuk maakt op artikel 8 EVRM,
omdat het een legitiem doel was van de Franse overheid om buitenlands draagmoederschap te
ontmoedigen.
4
Rijksuniversiteit Groningen Jaar 2021-2022 Tamara v. O
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller tamara9987. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.70. You're not tied to anything after your purchase.