Deze samenvatting bevat alle informatie uit de lessen samen met alle belangrijke figuren. Ik vulde dit aan met extra informatie uit het boek 'Molecular Genetics' waar nodig. Ik leerde voor mijn examen enkel dit document en was er zeer vlot door van de eerste keer. Succes!
HOOFDSTUK 2: FUNDAMENTALS OF CELLS AND CHROMOSOMES
! elena druk ook het leerstofoverzicht af! staat op toledo
cell structure and diversity, and cell evolution
celstructuur: Celproliferatie omvat afwisselende rondes van celdeling en celgroei
mens: heeft 40 tot 100 biljoen cellen die allemaal komen van de bevruchte
zygote die dan een paar processen ondergaat:
- celproliferatie
- celgroei
- celdeling: symmetrisch of asymmetrisch:
asymmetrische celdeling: dochtercellen niet hetzelfde in functie of
grote omdat de cel gepolariseerd is omdat een groepje proteïnen
vb enkel it bovenste stukje zit of asymmetrisch omdat die cel in een
andere omgeving terecht komt ) Dus symmetrisch: dochtercellen identiek
en assymmetrisch betekend dochtercellen verschillend
soorten cellen
prokaryoten eukaryoten
bacteriën: kunnen positieve gevolgen dieren: protozoa (eencellig) of metazoa
hebben (darmflora) of negatieve (meercellig)
(ziekten)
archaea: vinden we in extreme planten: metafyta (meercellig) of
temperaturen of soms ook in ons lichaam uniphyta ( eencellig)
VERSCHILLEN: in rna polymerase en dna funghi
opvouwing
altijd unicellulair zowel unicellulair als multicellulair
,over eukaryote cellen:
- plasmamembraan
➔ bescherming + selectief doorlaatbaar
➔ bestaat uit dubbele laag fosfolipiden
- cytosol
➔ plaats van proteïnesynthese en metabole activiteit
➔ waterige component van het cytoplasma
- cytoskelet:
➔ stabiliteit + vorm+ beweging van de cel + intracellulair transport +
intercellulaire communicatie
➔ verschillende soorten:
1. microfilamenten (actine)
- cytoskelet net onder plasmamembraan (celcortex)
- rijk aan actine filamenten
- veranderingen in celvorm worden mogelijk (endocytose)
- vergemakkelijken celbeweging (filopodia)
2. microtubules ( tubuline polymeren)
- meer rigide dan actine
- bouwstenen van centrosomen ( mitotische spoelfiguur), cilia,
flagella
3. intermediaire filamenten (keratine)
- cilia
➔ haartjes die helpen bewegen
➔ structuur uit microtubili
➔ primair cillium: receptormoleculen zitten hierop; op die manier
communicatie met de micro omgeving
- endoplasmatisch reticulum
➔ opslagplaats voor Ca
➔ biosynthese van proteïnen en lipiden
➔ glycosylering: suikergroepen op proteïnen voor aanpassing van functie
start hier ook al
- golgi complex
➔ verdere eiwitsynthese; scheiden celproducten ( eiwitten) uit naar buiten
➔ helpen lysosomen te vormen
➔ glycoproteïnen verder gesynthetiseerd
- lysosomen
➔ als de cel stoffen opneemt met pino of fagocytose kan die die verteren +
als cel sterft zorgt die voor degradatie van celcompartimenten
- perixosomen
➔ vesikel met maar 1 membraan
➔ oxideren substraten
➔ genereren waterperoxide
, - nucleus: celkern
➔ nuclear envelope = 2 membranen, buitenste bevat ribosomen
➔ nuclear pores: bevatten proteïne complexen die fungeren als
transporteurs van macromoleculen tussen de nucleus en het cytoplasma
➔ nuclear lamina: bestaat uit intermediaire filamenten (lamins) en
geassocieerde proteïnen
➔ nuclear matrix: een proteïne netwerk waar chromosomen aan
vastgehecht kunnen worden
- mitochondriën:
➔ energie, bevat ook genetische informatie
➔ 2 membranen
➔ plaats van oxidatieve fosforylatie en dus ATP productie
! niet elke cel bevat elke celorganel
⇒ deze twee even dieper op in want zijn de enige die in de eukaryote cel genetische
informatie bevatten
mitochondria nucleus
dna hier: de mtDNA; maar 1 type maar dna hier: verschillende soorten de
heel veel kopieën ( duizendtal per cel) chromosomen, per chromosoom heb je
maar twee kopieën
dna zit op een plekje, daarrond allemaal nucleaire lamina: gemaakt van
proteïnen die ermee interageren ( oranje), - nuclear pore complex
die reageren dan met die andere - nucleaire proteïnen
proteïnen en die weer met die anderen en - transcriptie factoren
zo uiteindelijk vasthangen aan mit - chromatine geass. proteïnen
ribosomen en mit membraan
⇒ volledige structuur: de nucleoide, kan ⇒ zorgen voor bescherming en dat er
een aantal dna moleculen bevatten dingen in een uit kunnen
mitochondriën: hebben dus hun eigen
, vertaal mechanismen van transcripten
! genoom: collectie van alle aanwezige dna moleculen in een eukaryote cel ( zowel
mtDNA als chromosomen)
cel diversiteit in het lichaam
➔ gemiddelde levensduur: hangt af van de cel; neuronen heel lang maar meestal
7-10 jaar
➔ aantal soorten cellen; vroeger werd gedacht 200 maar door nieuwe technieken
➔ aantal cellen: 40 tot 100 biljoen
➔ gemiddelde grootte 15 micrometer maar hangt af van de cel
cel evolutie
hoe is de eukaryote cel ontstaan en hoe
worden de nucleus enzo verdeeld tijdens
de celdeling?
1. een cel neemt een andere cel op
2. meestal dan fagocytose: cel
wordt afgebroken en sterft
3. soms endosymbiose: twee cellen
zijn samen gelukkig en blijven bestaan
waardoor er een voordeel is voor beiden
deze twee processen zijn cruciaal geweest in hoe wij nu bestaan
hoe zijn de eukaryote cellen ontstaan?
⇒ in bepaalde genen vinden we gelijkenissen tussen archae en euk.
vooral op vlak van dna belangrijkste processen ( dna herstel, dna
replicatie, eiwitsynthese). Eukaryoten vertonen VEEL meer gelijkenissen
met archaea dan met bacteriën. Anderzijds zijn er ook genen die beter
overeenkomen met bacterien: metabole processen, membranshit…
we denken: eukaryoten zijn afgeleid van een oer archaea maar aangezien er ook
overeenkomsten zijn met bacterien is er een process gebeurd tijdens de evulotie waarbij
er horizontale gentransfer is gebeurd ( oer archeon neemt een bacteriecel op, door
fagocythose wordtd afgebroken maar een aantal van die stukjes dna worden
geïntegreerd in het genoom van het oer archeon
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ebmw. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $12.50. You're not tied to anything after your purchase.