100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting lessen 'Communicatiewetenschappen 1' + aanvulling uit handboek: H9, 10, 11 en 12 $7.60   Add to cart

Summary

Samenvatting lessen 'Communicatiewetenschappen 1' + aanvulling uit handboek: H9, 10, 11 en 12

 5 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting lessen 'Communicatiewetenschappen 1' + aanvulling uit handboek: H9, 10, 11 en 12 (academiejaar )

Preview 4 out of 92  pages

  • March 28, 2022
  • 92
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
HOOFDSTUK 5: HET
ALTERNATIEVE KRITISCHE
PARADIGMA
INLEIDING

 Europese voedingsbodem, maar ook sterke vertegenwoordiging in VS

o In de loop van de jaren dertig en veertig emigreerde er heel wat academici van Duitsland naar de
VS om te ontsnappen aan het nazisme

 Parallelle ontwikkeling met het mainstream paradigma

 Ander mens- en maatschappijbeeld dan mainstreamparadigma

o Liberaal-kapitalistisch model is noch onvermijdelijk, noch zaligmakend

Zo vergeten denkers binnen het mainstream paradigma dat niet iedereen dezelfde mogelijkheden heeft om
bijvoorbeeld uit te groeien tot een ondernemer of de opties heeft om de vluchten te plukken van het
kapitalistische systeem.

o Verwerpen van rationeel, berekenbaar en utilitair model: noch correct, noch wenselijk

o Verwerpen van pluralistische en conservatief functionalistische ideologie

 Pluralisme – het idee dat iedereen aan bod kan komen in de samenleving, want op basis
van consensus krijgen we de beste ideeën om aan beleid te doen wat leidt tot
economische welvaart

Zo werkt het helemaal niet, zeggen de denkers binnen het alternatieve kritische paradigma. Er zijn duidelijke
klassen en machtsverschillen in de samenleving: degene met veel macht, behouden die ook en wie minder
macht heeft, blijft ook aan de marge van de samenleving. Zij bestempelen dat liberaal-pluralistische denken als
een ideologie aangezien de realiteit helemaal anders in elkaar zit en deze manier van denken enkel ten
voordele is van de reeds machtige groepen in de samenleving.

 Alternatief, idealistisch en utopisch paradigma

o Marxistische origine voor verschillende stromingen: uit kritiek of overeenstemming

o Frankfurter Schule met politieke en culturele kritiek

o Massacommunicatie als manipulatief en onderdrukkend proces, met zware gevolgen voor de
samenleving

o Macht en machtsongelijkheid bestuderen

 De macht is handen van enkelen en wordt continu gebruikt om de rest van de
maatschappij te onderdrukken

,MARXISTISCHE BENADERINGEN

Marxisme als sociaalwetenschappelijk perspectief

BASISELEMENTEN

Het gaat niet over het communisme of hét marxisme

 Centraal uitgangspunt: het arbeidsproces

o Het idee dat de manier waarop onze samenleving is georganiseerd, in verschillende klassen, ook
de ontwikkeling van die samenleving zal beïnvloeden

 De sociaaleconomische organisatie van media, de materiële aspecten, heeft ook een
belangrijke invloed op de inhoud van mediaboodschappen

 Relevant voor media, communicatie en cultuur

o Sociale en economische organisatie van media en communicatie bepaalt het denken van mensen

o Zijn bepaalt bewustzijn

 Het zijn of de sociale klasse waarin we ons bevinden
HET ARBEIDSPROCES

1. Productiemiddelen: grondstoffen, kapitaal en arbeidsmiddelen (o.a. machines)

2. Arbeidskrachten: mentale en fysieke menselijke mogelijkheden om gebruikswaarde voort te brengen
(bijvoorbeeld het vervaardigen van een product)

 Productiemiddelen door arbeidskrachten omgezet in productiekrachten die in het productieproces ingezet
worden

o Volgens welbepaalde productieverhoudingen
Een specifieke productiewijze houdt specifieke productieverhoudingen in: sommige groepen van mensen
verhouden zich op een andere manier tot de productiemiddelen dan andere groepen. grootgrondbezitters of
de eigenaar van een fabriek hebben bijvoorbeeld een andere verhouding tot de productiemiddelen dan iemand
die in loondienst werkt.

 Volgens de kapitalistische productiewijze en productieverhoudingen

o Kleine groep bezit de productiemiddelen, namelijk de kapitalisten (de kleinste groep)

 Controle over productiemiddelen, kapitaal in handen, eigenaars van machines en
fabrieken

o Grote groep bezit de arbeidskracht, namelijk het proletariaat (de massa, arbeiders en
werknemers)

 Die zij verkoopt aan de kapitalisten in ruil voor een loon

 Het gevolg is de vervreemding van werk en eigen menselijkheid

,Voordien bewerkte zij hun eigen stuk land voor een eigen consumptie, namelijk: voedsel. Hoewel ze vaak een
klein deel moesten afstaan aan een grootgrondbezitter, mochten ze de finale producten wel houden. Dit
verandert helemaal binnen de kapitalistische productieverhoudingen.

Mede door de Industriële Revolutie zien we een plattelandsvlucht: mensen verhuizen naar de steden om werk
te vinden in de fabrieken. In deze kapitalistische werkwijze verkopen ze hun arbeidskracht in ruil voor een loon
en niet zozeer in ruil voor de producten die ze zelf gaan gebruiken.

 Arbeiders worden ingezet en leveren ook een bepaalde waarde op: een gebruikswaarde waar heel de
grote groep fundamenteel aan bijdraagt, want zonder hen lukt het niet

o Belangrijke nuance nodig want die gebruikswaarde vloeit niet volledig terug naar zij die deze
creëren

 Er wordt immers meer waarde gecreëerd dan het loon dat daar tegenover staat

 Arbeiders werken ‘gratis’

• Hiermee bedoelen we dat de arbeider net genoeg werkt om het eigen loon
terug te krijgen, en niets extra

 Creatie van surplus of meerwaarde

 Surplus wordt in winst omgezet voor de kapitalisten

o Persoonlijke consumptie van de kapitalist

o Herinvestering in het productieproces (machines, nieuwe fabrieken, etc.) want anders snel out of
business

o Zo kan de cyclus zich herhalen en opnieuw meer winst opleveren

 Deze welbepaalde productieverhouding is gebaseerd op privaat eigendom en geeft aanleiding tot de
vorming van twee tegengestelde klassen: kapitalisten versus proletariaat

 De kapitalistische productiewijze is structureel en inherent antagonistisch, het gaat om een exploitatieve
verhouding

o Op deze antagonistische en exploitatieve verhouding baseert het hele kapitalistische systeem zich

 Kapitalistische organisatievorm is niet statisch

o Bijzonder dynamisch, hoog contradictorisch en afhankelijk van de temporele en geografische
context

 België versus VS versus Korea

o Maar het blijft wel altijd confrontioneel en conflictueus: de twee antagonistische klassen zijn de
drijvende kracht achter de rest van de samenleving

 De zoektocht naar surplus levert een bijzonder expansieve dynamiek op, gericht op
productiviteitsverhoging om kapitaalsaccumulatie aan te houden

 Tegelijkertijd is de distributie van het surplus geen eenduidig proces, maar variabel en niet gespeend van
contradictie en ambivalentie

, o Inherente conflicten zijn er bijvoorbeeld tussen kapitaal en arbeid

 Dynamisch, ambivalent en doorgaans conflictueel systeem dat we kunnen gebruiken om andere
fenomenen in onze samenleving te verklaren

ONDERBOUW EN BOVENBOUW

Ambivalenties zijn duidelijk aanwezig in het zogenaamde onderbouw-bovenbouwmodel van Marx.

ONDERBOUW

 Substructuur en (economische) basis

 Materieel-economische productieverhoudingen

o Distributie van surplus: hoe gaat de verdeling in zijn werk

 Het grootste deel van de opbrengsten van de productie komt bij de kapitalisten terecht,
maar kan in verschillende gradaties gebeuren

o Hoe staan de twee klassen tegenover elkaar

 “it’s the economy stupid”

o De onderbouw staat gelijk aan de organisatie van de economie en is het fundamentele niveau

BOVENBOUW

 De superstructuur dat ‘de rest’ bevat

o Processen en instellingen die niet op directe wijze met de economische basis en het
productieproces te maken hebben
Volgens Marx zal in grote mate de bovenbouw een reflectie zijn die wordt gedreven door de onderbouw.

o Politiek-juridisch niveau: organisatie van gerecht en staat

o Het ideologische niveau: maatschappelijk bewustzijn en legitimeren van de onderbouw

 Religie, onderwijs, media, cultuur etc.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sienvandewouwer. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.60. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

64438 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.60
  • (0)
  Add to cart