Internationaal recht: het recht tussen staten onderling.
Ius gentium: het recht voor iedereen.
Ius civiel: rechtsregels die van toepassing zijn op een bepaald territorium.
Volkenrecht: internationaal publiekrecht/internationaal recht.
Nationaal recht: wetten en regels voor burgers op het eigen grondgebied.
Internationaal (publiek)recht: bijv. verdragen, regelgeving tussen staten.
Soevereiniteit: staten zijn zelfstandig bevoegd om eigen beslissingen te nemen.
Bijvoorbeeld het maken van wetten voor het eigen grondgebied of
verdragen sluiten met andere staten.
Internationaal privaatrecht
Richt zich met name op geschillen tussen natuurlijke personen en/of rechtspersonen
onderling.
Staten kunnen zelf bepalen van welke regels ze internationaal privaatrecht maken.
Formeel internationaal privaatrecht: procesrecht. Zoals de rechtsmacht (welke rechter is
bevoegd), erkenning buitenlandse uitspraken (zoals echtscheidingen), akten,
samenwerkingen tussen staten.
Materieel internationaal privaatrecht: welk (nationaal) recht is van toepassing? Oftewel: het
conflictenrecht.
Europese Unie: het nationaal recht is afgestemd op andere landen, daarnaast heeft de EU
verschillende verordeningen vastgelegd op het terrein van personen- en familierecht. (Over
deze onderwerpen maken de EU-lidstaten dus zelf geen regels meer).
Unificatie van regels: overal dezelfde regels. Bijvoorbeeld de erkenning en tenuitvoerlegging
van (rechterlijke en bestuurlijke) beslissingen.
Publiekrechtelijk: verdragen en EU-regels zijn door internationale besluitvormingsprocedures
tot stand gekomen.
Kenmerken van de internationale rechtsorde
Geen handhavende internationale rechtsorde. Handhaving ligt bij de staten zelf. Soms wordt
dit door een internationale organisatie gedaan; de Verenigde Naties.
Er is geen centraal orgaan wat de wetten of regels maakt.
De staten leven de regels na die uit onderlinge afspraken voortvloeien.
Heeft een decentraal karakter.
Gelijkheid: horizontale rechtsorde, staten zijn soeverein, staten staan aan de top.
Afhankelijkheid: staten dienen met elkaar te onderhandelen en samen te werken (denk aan
economie, politiek, milieu, conflictbestrijding.
Vreedzame co-existentie: het vreedzaam naast elkaar bestaan van staten.
Interdependentie: afhankelijkheid van staten bij grensoverschrijdende kwesties zoals milieu en
terrorisme.
Internationale organisaties
Verenigde Naties.
De EU.
De Raad van Europa.
De NAVO.
1
, Hoofdstuk 2 Internationale rechtssubjecten
Internationale rechtssubjecten: zelfstandige actoren die rechtsbevoegdheid bezitten.
Staat: grondgebied, bevolking, gezag.
Enclaves: stuk grondgebied van een land, dat als een eiland door het
grondgebied van een ander land is ingesloten.
Onderdanen: bewoners die wel de nationaliteit van de staat hebben.
Vreemdelingen: bewoners die niet de nationaliteit van de staat hebben waarin
ze wonen.
Ius soli-beginsel: territorialiteitsbeginsel.
Ius sanguinis-beginsel: afstammingsbeginsel.
De iure: uitdrukkelijk.
De facto: stilzwijgend.
De staat
Regering/gezag (soevereiniteit: bevoegd om zelfstandig beslissingen te nemen).
Grondgebied.
Bevolking.
Erkenning: eenzijdige rechtshandeling naar internationaal recht (gericht op rechtsgevolg)
Declaratoir oftewel verklarend.
* Wanneer een staat aan de eerste drie criteria voldoet en dus feitelijk een staat is, heeft het er niets
aan wanneer andere staten haar niet erkennen en er geen relaties mee aangaan.
Politieke erkenning: naast erkenning van een staat is er ook sprake van erkenning van een regering
van een staat. Denk hierbij aan een groepering die een staatsgreep pleegt en andere staten deze
nieuwe regering niet erkennen.
Totstandkoming van staten
1. Samenvoeging: bestaande staten voegen zich samen;
2. Afscheiding: een nieuwe entiteit scheidt zich af van het grondgebied van een al bestaande
staat;
3. Ontbinding: ontstaan van nieuwe staten door ontbinding van bestaande staten.
Internationale organisatie: organisaties die door overheden van staten zijn
opgericht.
Intergouvernementele organisaties: internationale organisaties.
Besluiten op intergouvernementele basis: besluiten worden unaniem genomen.
Supranationaal karakter: organisaties waaraan staten een (klein) deel van hun
soevereiniteit hebben afgestaan. De organisatie is
bevoegd besluiten te nemen, ook tegen hun wil.
Besluiten worden genomen op basis van een
meerderheid.
Implied powers: de internationale organisatie is opgericht met de
bedoeling haar functies te geven met daarbij ook de
rechten en plichten om die uit te kunnen oefenen.
Rechtssubjecten binnen het internationaal recht
Staten, internationale organisaties, natuurlijke personen, rechtspersonen, de-factoregeringen,
bevrijdingsbewegingen.
Je hebt internationale rechten;
Rechten op int. niveau afdwingen;
Internationale verplichtingen;
Aansprakelijkheid voor schendingen van verplichtingen;
Internationale rechtshandelingen verrichten, zoals sluiten van een overeenkomst.
Primair: staten (van oudsher)
Secundair: internationale organisaties, individuen, multinationals, volken.
2
, Volken
Hebben het recht op zelfbeschikking. Dit wil zeggen: volken mogen binnen een staat zelf
bepalen hoe die staat wordt ingericht. (Monarchie, republiek, ontwikkeling etc.)
Internationale ondernemingen
De-factoregeringen: regeringen die te maken krijgen met opstandige groeperingen die zich
verzetten tegen het staatsgezag en er daarmee voor zorgen dat de staat weinig tot geen
controle hebben over hun grondgebied. Deze groeperingen hebben in feite de daadwerkelijke
zeggenschap. Deze regimes worden zelden erkend.
Bevrijdingsbewegingen: groeperingen die strijden tegen kolonialisme, racisme en
bezettingen.
Non-gouvernementele organisaties (ngo): privaatrechtelijke organisaties die op particulier
initiatief een algemeen belang behartigen. Voorbeelden zijn: Amnesty International,
Greenpeace, het Rode Kruis, WNF.
Doorwerking van het internationaal recht in de Nederlandse rechtsorde
§ Monisme: internationaal recht is automatisch deel van de nationale rechtsorde. Een speciale
wet om internationaal recht om te zetten naar nationaal recht is niet nodig.
§ Dualisme: voor het omzetten van internationaal naar nationaal recht is een speciale wet
nodig.
§ Tractatenblad: hierin publiceert de Nederlandse regering verdragen en besluiten van
internationale organisaties.
Eenieder verbindende bepalingen
Regels waaruit duidelijk een recht of plicht, een moeten handelen of nalaten kan worden
afgeleid.
Eenieder verbindende bepalingen hebben voorrang op de nationale regels áls die nationale
regels in strijd zijn met de internationale regel.
Regels moeten als duidelijk objectief recht of plicht (geldende rechtsregels in een
maatschappij) worden geformuleerd. Als een regel niet eenieder verbindend is, keurt de
rechter een beroep hierop af en heeft deze regel evenmin voorrang op de Nederlandse regels
die afwijken van deze regel.
Verdragstekst dient nauwkeurig te zijn om door een individu te kunnen worden ingeroepen.
Toetsingsverbod: de rechter toetst of de Nederlandse (grond)wet in
overeenstemming is met het verdrag. Dus niet andersom!
Hiermee wordt voorkomen dat de rechter op de stoel van het
parlement gaat zitten.
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller super1es. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.05. You're not tied to anything after your purchase.