Thema 1 & 2: Measures of disease frequency
Er zijn twee types om het aantal ziekte gevallen te meten:
Prevalentie (P)
Incidentie (I) – Cumulatieve incidentie (CI) en incidentie dichtheid (ID)
Population at risk
n(number of diseased cases)
N (number of patients∈t h e population)
Point prevalence
number of diseased cases at certain point of time
total number of persons∈ population
Period prevalence
number of diseased cases∈certain period
total numbers of persons∈ population∈a certain period (mid−term)
Closed-population (cohort)
Een specifiek event bepaalt lidmaatschap, zoals geboorte
Het einde van de follow-up is bijvoorbeeld ziekte, dood of einde van onderzoek
Als je eenmaal in de cohort zit, dan kom je er ook niet uit
Cumulatieve incidentie Gesloten populatie, specifieke periode nodig
number of new cases∈a certain period of time(follow up)
total number of persons∈the population( start follow−up)
Dynamische populatie
Een bepaalde staat zoals studie of woonplaats bepaalt lidmaatschap, het einde is ook het einde van
deze bepaalde staat
Het einde van de follow-up is ziekte, dood of einde van onderzoek, of einde van de staat
Incidentie dichtheid Je kunt het totaal aantal personen niet bereken bij een dynamische populatie,
dus vandaar person-time
number of new cases∈certain period of time¿ ¿
Person-Time = Totale tijd waarin alle individuen zijn geobserveerd voor het ontwikkelen van een
stoornis of het ontwikkelen van de ‘outcome’, gedurende de onderzoeksperiode.
Mortality rate (MR)
Hiermee wordt de incidentie van doden gemeten, gedurende een bepaalde periode
aantal doden
totale aantal ∈populatie
Proportional Mortality Ratio (PMR)
Incidentie van doden, veroorzaakt door een specifieke aandoening, gedurende een bepaalde
periode
, number of deaths caused by a specific disease
total numbers of deaths∈the population
X 100%
Het plannen van een studie:
1. Identificeren en beschrijven van het probleem
2. Literatuuronderzoek
3. Formuleren van een definitieve onderzoeksvraag
4. Kiezen van een passende onderzoeksbenadering
5. Omschrijven van het onderzoeksdesign
6. Definiëren van karakteristieken van de studie
7. Variabelen omzetten naar meetinstrumenten
8. Het scenario schrijven
9. Dataverzameling
10. Data analyse
11. Interpreteren van de studie resultaten
12. Omschrijven en publiceren
Hoofdstuk 1
Epidemiologie bestudeert epidemieën op het brede terrein van menselijke gezondheid en ziekte;
Het object van onderzoek is ziekte bij mensen, de methode van onderzoek is het tellen van
frequenties. Object en methode worden uitgedrukt in de epidemiologische functie;
De vraagstelling specificeert de epidemiologische functie en de empirische cyclus kadert de
vraagstelling in;
Wanneer men wil weten wat er met gezondheid en ziekte aan de hand is, praktiseert men de
beschrijvende epidemiologie. De verklarende epidemiologie leert waarom bepaalde
gezondheidsproblemen optreden, en biedt daarmee de basis om te kunnen interveniëren;
De toepassingen van epidemiologisch onderzoek zijn: adequate preventie, goede diagnostiek en
prognostiek, en effectieve interventies;
De oorsprong van de epidemiologie ligt bij Hippocrates. De introductie van de
doodsoorzakenregistratie en de opkomst van de kennis van infectieziekten zijn andere
markeringspunten in de geschiedenis van het vakgebied. Maar vooral het onderzoek naar roken en
longkanker is bepalend geweest voor de ontwikkeling van de epidemiologie tot wat het nu als
vakgebied voorstelt;
Epidemiologie wordt thans gekenmerkt door methodologieontwikkeling en toenemende kennis van
ziekten;
Nieuwe uitdagingen voor de epidemiologie komen van de moleculaire biologie, de demografische
verschuivingen en de diversificatie in het eigen vakgebied.
Hoofdstuk 2
Om een ziektefrequentie te kunnen vaststellen moet je eerst ziekte definiëren;
Bepaal eerst of je bestaande of nieuwe ziektegevallen wilt tellen;
Bepaal het type populatie: een cohort of een dynamische populatie;
Neem de tijd om de rol van tijd te overdenken;
Er zijn vele maten voor ziektefrequentie, de belangrijkste zijn prevalentie en incidentie;
Prevalentiecijfers voor de bestaande gevallen;
Incidentiecijfers voor de nieuwe gevallen;
Cumulatieve incidentie voor cohorten levert direct het ziekterisico;
Incidentiedichtheid voor dynamische populaties en bij onvolledige follow-up van het cohort;
Sterftecijfers zijn incidentiecijfers;
Bruto-sterftecijfers geven een eerste indruk;
, Leeftijdspecifieke sterftecijfers zijn nodig omdat sterfte zo sterk met leeftijd samenhangt;
Gestandaardiseerde sterfte om groepen met verschillende leeftijdsverdeling te kunnen vergelijken;
Oorzaakspecifieke sterfte als het om inhoud gaat;
Letaliteitspercentage als maat voor ernst;
Proportioneel sterftecijfer als je niets beters hebt;
Levensverwachting: Hoe lang zal het leven gemiddeld nog duren?
Overlevingskansen en overlevingscurven: positief en informatief;
‘Quality’ en ‘disability-adjusted life-years’ als kwaliteit en kwantiteit allebei tellen;
Voor continue kenmerken van gezondheid en ziekte gebruik je het gemiddelde;
Frequentiecijfers vinden hun toepassing in de beschrijvende epidemiologie en in de
gezondheidsstatistiek.
Thema 3: Evaluation of a measurement tool
Onafhankelijke variabele = oorzaak, risicofactor, determinant
Afhankelijke variabele = effect, eindpunt
De doelen van gezondheidsonderzoek:
Diagnose
Etiologie
Prognose
Interventie
Randomised clinical trial (RCT):
Een manier om behandeling te evalueren
Interventie versus controlegroep
De uitkomst op 1 punt of op meerdere punten
Verschillende meetinstrumenten:
Oraal interview
Questionnaire
Biologische kenmerken
Observaties of fysieke metingen
Dagboek
Betrouwbaarheid: ‘’Zorgt herhaalde
meting voor hetzelfde resultaat?’’
Validiteit: ‘’Meet ik wat ik wil meten en is
dit een representatie van de
werkelijkheid?’’
Hoe meet je de validiteit van een
meetinstrument?
Gezichtsvaliditeit: Op het eerste gezicht, dus bijvoorbeeld welke vragen geschikt zijn en welke
bewoording
Inhoudsvaliditeit: Systematisch evalueren van de inhoud van de questionnaire door een
onderzoeker, dekt het alle belangrijke onderdelen?
Constructie validiteit: Gezondheid wordt bijvoorbeeld indirect beoordeeld, door stemming,
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller verabogaards. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.89. You're not tied to anything after your purchase.