100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting blok geel, Oogheelkunde (week 2) $6.95
Add to cart

Summary

Samenvatting blok geel, Oogheelkunde (week 2)

 6 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Deze samenvatting van blok geel (jaar 5) bevat de uitwerkingen van hoorcolleges, werkgroepen, practica en e-modules (versie )!

Preview 4 out of 62  pages

  • March 28, 2022
  • 62
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
Hoorcolleges link geel – Oog (week 2)

Hoorcollege 1. Introductie oog en cataract
Maandag 07-03-2022

Oogheelkunde is multidisciplinair vak: prematuren retinopathie, reumatologische ziekten,
vaatziekten, infectieziekten, oncologie etc.

Anatomie
Van voor naar achteren:
- Hoornvlies = cornea
- Voorste oogkamer
- Iris met pupil
- Lens met m. ciliaris en ophangbandjes
- Wand van het oog:
o Sclera (oogwit): harde oogrok
o Choroïd
o Netvlies
- Oogzenuw: papil = blinde vlek
- Macula = gele vlek
o Fovea: plek van scherpste zicht

Zorgvragen
Redenen voor oogheelkundig consult:
- Visusklachten
- Pijnlijk oog
- Rood oog
- Tranend oog
- Scheelzien
- Screening bij systeemziekten (bijv. hypertensie, diabetes)
- Familiair voorkomen van oogheelkundige aandoeningen (bijv. glaucoom)
- Syndroomscreening (bijv. kinderen met aangeboren afwijking)

Basisprincipes in oogheelkundig onderzoek
Onderzoeken:
- Visusmeting: bepaling gezichtsscherpte
o Op afstand van 6 meter (d) met optotypen met normafstand (D)
 Visus = d/D
o Voorbeeld: waarneming optotype wat een persoon normaliter op 12 meter kan zien
(gemiddelde van bevolking) = d/D = 6/12 = visus van 0,5
o Letters, E-haken (analfabeet), plaatjes (kinderen)
o Indien niet lukt, zijn er alternatieven:
 Vingers tellen: moet kunnen op 60 meter
 Als iemand op 1 meter kan tellen: visus van 1/60
 Zwaaibeweging: moet kunnen op 300 meter
 Als iemand op 1 meter kan zien: visus van 1/300
 Lichtperceptie

, - Spleetlamp onderzoek: microscoop voor het oog
o Lamp schijnt in smalle bundel, waarmee structuren van het oog in kaart kunnen
worden gebracht: oogleden, ooglidranden, sclera en conjunctivae, cornea, voorste
oogkamer, lens
- Fundoscopie: in beeld brengen netvlies
o Twee vormen:
 Direct vorm: geen lenzen gebruiken
 Geen uitvergroting: van dichtbij moeten kijken (bij papiloedeem)
 Indirecte vorm: lensjes worden gebruikt
 Globaal overzicht van netvlies, iets meer detail

Refractieafwijkingen
Refractie = breking van het licht
- Positieve lenzen = convergerend: lichtbundels gaan meer naar elkaar toe
- Negatieve lenzen = divergerend: lichtbundels gaan meer van elkaar af
o Sterkte van een lens wordt uitgedrukt in dioptrie (D) = 1/f (brandpuntsafstand (m))

In het oog bepalen twee factoren het optisch systeem:
- Afbrekingen/refractie:
o Cornea doet 2/3e
o Lens doet 1/3e
- De oogaslengte (24 mm)

Licht van dichtbij komt parallel aan. Licht van dichtbij komt vanuit een divergerende bundel aan.

Refractieafwijkingen:
- Passief versus actief:
o Passief: afwijkingen van het oog in ruststand  myopie, hypermetropie,
astigmatisme
o Actief: afwijkingen actieve werking van het oog  presbyopie
- Sferisch: over alle assen gelijk (waardoor 1 brandpunt)
o Myopie = bijziendheid
 Brandpunt ligt voor retina: oogaslengte te lang of veel refractie
 Behoeft een negatieve correctie: minder breking
 Klachten: dichtbij zien gaat goed, ver zien minder goed
o Hypermetropie = verziendheid
 Brandpunt ligt achter retina: oogaslengte te kort of te weinig refractie
 Behoeft een positieve correct: meer breking
 Klachten: ver zien gaat goed, dicht bij zien minder goed
o Epidemiologie bij volwassenen:
 Lage myopie bij 43% van de volwassenen
 Emmetropie (geen refractieafwijkingen) in minderheid van populatie
- Cilindrisch: breking is niet over alle meridianen gelijk (meer een rugbybal dan voetbalbal (er
is een brandlijn in plaats van een brandpunt  astigmatisme
o Het sterkste brekingsvlak staat meestal loodrecht op het zwakste brekingsvlak
o Beleid:

,  Eerst sferische afwijking aanpakken, waardoor zwakste brekingsvlak op
macula komt te liggen
 Daarna prisma voor het oog: niet op elke lijn evenveel breking
- Presbyopie = ouderdomsverziendheid
o Lens groeit gehele leven en wordt stugger
o Vermogen tot accommodatie neemt af met de leeftijd
 De lens zit vast met ophangbandjes aan m. ciliaris, waarmee hij de
lichtafbreking kan reguleren. De lens is in rusttoestand afgesteld op verte-
afstand = zo dunst mogelijk.
 Accommoderen = vermogen om breking van lens te vergroten
 Door contractie van m. ciliaris: diameter van cirkel wordt kleiner,
waardoor bandjes losser zitten en lens op dikste stand zit
 Voor comfortabel lezen is een accommodatievermogen van +3-+4D nodig
o Klachten: krant en mobieltje verder weg houden
o Correctie: positieve lens, waardoor meer breking = leesbril
 Wordt opgeteld bij verte sterkte
 Voor emmetroop oog: + 1D op 45 jaar, + 2D op 55 jaar, + 3D op 65 jaar
 Leesbrilsterkte bij myope patiënt van S -2.00 op 65-jarige leeftijd:
+1D
 Leesbrilsterkte bij een hypermetrope patiënt van +2.00 op 45-jarige
leeftijd: +3D

Refractioneren:
- In Nederland primair gedaan door opticien / optometrist
- Sterkte wordt altijd gemeten op verte afstand van 6 meter (ruststand oog)
o Bij volwassenen daardoor geen accommodatie
o Bij kinderen cycloplegie (pupilverwijding en accommodatie verlamming nodig)
 Kinderen hebben namelijk neiging om te blijven accommoderen
- Methoden:
o Subjectief: met pasbril of phoropter en visuskaart
o Objectief: skiascopie of autorefractor

Brilrecept:
- S … (sferisch) C … (cilinder) as … (aslijn van breking) evt. Add (additie)
o Additie leessterkte (voor OD en OS gelijk, altijd positief)
- Visusmeting notatie:
o VOD/VOS: visus OD/OS
o c.c. / m.e.c. = met correctie / met eigen correctie
o s.c./z.c. = zonder correctie
o stp. = stenopeïsche opening

, Cataract
Cataract = vertroebeling van de lens:
- Pathofysiologie: verstoring van lensmetabolisme  vertroebelingen
o Lens is avasculair orgaan en afhankelijk van diffusie voor aan- en afvoer van
metabolieten
- Leidt tot:
o Progressieve visusdaling
o Lichtverstrooiing
o Uiteindelijk blindheid
- Meest uitgevoerde operatie in Nederland: > 140.000 per jaar

Classificatie cataract op basis van visus:
- Cataracta incipiens: visus > 0,5
- Cataracta immatura: visus tussen 0,3 en 0,5
- Cataracta matura: visus < 0,3 (kan dalen tot 1/300)
- Hypermatuur (Morgagni) cataract: liquificatie van lenscortex (uitgezakt)

Etiologie:
- Cataracta congenita (congenitaal): idiopathisch, TORCHES
o Meestal door Rubella of Toxoplasmose
o Typisch 1 lamel (onderdeel van de lens) aangedaan = zonulair/lamellair cataract
o Uiteindelijk matuur cataract
- Degeneratie
- Posttraumatisch: stomp en scherp
o Na stomp geweld: tegen achterste lenskapsel
o Penetratie lenskapsel: lokaal begin
o Na enkele dagen tot weken
o Indien onbehandeld matuur cataract
- Cataracta complicata (secundair)
o Chronische uveïtis
o Prednisongebruik, zowel topicaal als systemisch
o Intensieve bestraling of blootstelling aan infraroodlicht
o Algemene stofwisselingziektes
 Diabetes: door hyperglykemie
 Galactosemie
- Syndromaal: Down, Marfan

Cataracta sinilis is de meest voorkomende vorm van cataract:
- 25% van 80-jarigen
- Anatomische lokalisaties:
o Nucleair (kern) cataract
 Geelbruinige verkleuring in lens
 Myopisering door verdikking lens
o Corticaal (spaken) cataract
 Veel spaken, waardoor veel lichtverstrooiing
o Subcapularis posterior (achterste lenskapsel) cataract

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller RosanneSluimer. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.95. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.95
  • (0)
Add to cart
Added