Inleiding in de psychologie
Gedrag: waarnemen, interpreteren en beoordelen
Verklaren van gedrag
Motivatie & SD-theorie
Leren en leertheorieën & fasen van gedragsverandering
Motiverende gespreksvoering en GROW model (vraag 33 t/m 40)
Gedrag in groepen en groepsdruk
Sport is een vaardigheidsspel gericht op het bereiken van een bepaald doel, waarbij fysieke
kwaliteiten van mensen worden getest in wedstrijdvorm, gespeeld wordt volgens regels, binnen
institutionele kaders.
Harde kern: physical games (fysieke spelvormen met een wedstrijdkarakter)
1. Sport is een vaardigheidsspel (het vermogen om een bepaalde handeling bekwaam uit te
voeren of een probleem juist op te lossen. Dus geen kansspellen)
- Technische vaardigheden (pijltje gooien naar punt)
- Tactische vaardigheden (schijnaanval)
- Mentale vaardigheden (doorzettingsvermogen)
- Morele vaardigheden (respect)
2. De sporter probeert een bepaald doel te bereiken (intrinsiek)
- Als eerste bereiken van de finish
3. Sport heeft een fysiek karakter (beroep op lichamelijke vermogens van de mens)
Voetballers (lichamelijk actief)
Schakers (hartslag gaat omhoog, bepaalde spieren, waaronder de hersenspier, zijn actief.
Stofwisseling hoger dan in rust)
De bewegingshandelingen bij sport zijn doel opzich (geen boodschappen doen, doel ligt
buiten de bewegingshandeling)
Verplaatsend bewegen: Het lichaam, voorwerpen of ledematen verplaatsen
Niet-verplaatsend bewegen:
4. Bij sport is sprake van testen in wedstrijdvorm
Twee betekenissen van spel
Play: speelse houding. Vrijheid, geen verplichtingen etc. Geen extrinsiek doel (geld
verdienen)
Game: sprake van intrinsieke en extrensieke doelen. Voetbal, roulette etc.
5. Sport heeft regels
Constituerende regels: regels maken een activiteit tot juist dié unieke sport
- Regels over wie de wedstrijd wint
- Regels over de bewegingstechnieken die gehanteerd mogen/moeten worden
- Regels over middelen die gebruikt mogen/moeten worden
- Regels over de ruimte en tijd waarbinnen de sport beoefend mag/moet worden
6. Bij sport is altijd sprake van institutionalisering (bepaalde verspreiding en organisatievorm)
Organisatie: een (vaak min of meer hierarchisch) gestructureerd samenlevingsverband dat
bewust tot stand is gebracht om een bepaald doel of bepaalde doelen te bereiken.
Kenmerken: arbeidsverdeling en coördinatie
, 3 structuren:
Machts- en gezagsstructuur
Taakstructuur
Middelenstructuur
Harde kern van sport (sportfamilie)
- Physical games: fysieke spelvorm met een wedstrijdkarakter
- Non-physical games: spelvormen met als kenmerken vaardigheden, een doel, competitie,
regels en institutionalisering, maar zonder verplaatsend bewegen (schaken, dammen)
- Physical activities: bewegingsactiviteiten zonder competitie-element. (fitness)
Categorisering van sport
1. Resultaatgeoriënteerde en vormgeoriënteerde sporten
Resultaat (voetbal)
Vorm (turnen)
Refereed sports: uitslag door scheidsrechter (tafeltennis)
Judged sports: beoordeling door jury (schoonspringen)
Hybride sports: refereed & judged sports (schansspringen) afstand & houding van belang
2. Actieve en passieve sportbeoefening
Zelf beoefenen: actief
Volgen op tribune, tv etc: passief
3. Topsport en breedtesport
Topsport: heel hoog niveau in competitie met de beste van een land, werelddeel of wereld
Breedtesport: laag niveau, vrijetijdsbesteding, geen geld mee verdienen
4. Amateursport en beroepssport
Beroepssport: werk en inkomensverwerving
5. Professionalisering in de sport
Motieven om te sporten
Externsieke motieven
- Individueel (schoonheid, gezondheid, welzijn, sociale contacten, status, geld)
- Sociaal (gezondheid, pedagogisch, socialisatie, integratie, politiek, economisch)
Sociaal zijn de beweegredenen van maatschappelijke organisaties of de overheid.
Intrinsieke motieven
- Houd verband met de sport zelf. Genieten van het tennissen zelf)
-
Dubbelkarakter van sport
Essentialistische benadering van sport: Het wezen (essentie) van sport
Instrumentele benadering van sport: Sport als middel om andere doelen te realiseren
, Hoofdstuk 2: Geschiedenis van de moderne sport
19e eeuw: opkomst moderne sport
Engeland
- Kostscholen en kazernes (voetbal, tennis, polo, cricket, atletiek)
- Van kazernes doorgegeven aan lagere standen en klassen
- Hogere sociale klasse vooral moderne sport en olympische spelen: tijd en geld hiervoor
- Britse rijk veel economische en politieke macht & veel koloniën > verspreiden sport
Duitsland
- Friedrich Ludwig Jahn (turnbeweging). Turnen geen doel opzich, maar weerbaar maken
van jongeren (sterke soldaten). Is ook een politieke beweging met sterk nationalistisch-
conservatief gedachtegoed.
- 1830: eerste Nederlandse gymnastiekorganisatie
1896: herinvoering olympische spelen in Athene
Opkomst sport in Nederland
3 bronnen: Duitse, Engelse sportcultuur en oud-Hollandse sporten.
Sportificering/versporting: een proces waarbij volkse, sportachtige vermaken en militaire
activiteiten door middel van organisatie, institutionalisering en reglementering worden omgebouwd
tot sport.
1863: invoer LO in Nederlands onderwijs
1886: eerste officiële atletiekwedstrijden
1892: Eerste hockeyclub en eerste grote sportevenement
Nieuw: Korfbal. Men vond dit wel opvoedkundig en verantwoord. Lichamelijk contact werd
vermeden en tegenstander van dezelfde sekte. Individualisme werd tegengegaan en samenwerking
bevorderd.
Pim Mulier
- Aandeel in de introductie van atletiek, rugby, tennis, cricket in Nederland.
- Betrokken bij de eerste Nederlandse voetbalclub HFC.
- 1889 oprichting NVAB (Nederlandse voetbal en atletiek bond) op. Later de NVB.
- Tijdschrift het Sportblad
- NBVLO (Oprichting van de Nederlandse bond voor lichamelijke opvoeding)
- Friesche elfstedentocht en de Nijmeegse wandelvierdaagse
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller carlijnvandijk1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.43. You're not tied to anything after your purchase.