Toepassing Van Onderzoeksmethoden En Statistiek (201800055)
Summary
Samenvatting Toepassing Van Onderzoeksmethoden En Statistiek ()
42 views 3 purchases
Course
Toepassing Van Onderzoeksmethoden En Statistiek (201800055)
Institution
Universiteit Utrecht (UU)
Samenvatting van correlationeel en experimenteel onderzoek (uit het custom boek van UU: research methods - 2e druk) + extra informatie over SPSS en JASP. 1e jaar Universiteit Utrecht, Toepassing van onderzoeksmethoden en statistiek 2021/2022.
Toepassing Van Onderzoeksmethoden En Statistiek (201800055)
All documents for this subject (36)
Seller
Follow
MUU
Content preview
Samenvatting toepassing van onderzoeksmethoden en statistiek
Hoofdstuk 6: Surveys and observations – describing what
people do (153-164)
Choosing question formats
Semantic differential format = in plaats van een mate van instemming
moet een respondent antwoorden op een numerieke schaal bijv.
beoordeling van 1 tot 5, waarbij 1 helemaal mee oneens is en 5 helemaal
mee eens
Negatively worded questions = hierdoor kan een survey vraag onnodig
gecompliceerd worden bijv. ‘vuurwapens moeten nooit verboden
worden’ (kan verwarrend zijn doordat hier dubbele negatieve woorden
staan: nooit en veboden)
Encouraging eccurate responses
Shortcuts gebruikt voor surveys:
acquiescence (yes saying) = mensen antwoord ja of helemaal mee
eens zonder over de vraag na te denken
Fence sitting = wanneer een respondent alleen maar het veilige
antwoord in het midden van een schaal kiest
Trying to look good:
Socially desirable responding / faking good = een antwoord kiezen
die het meest sociaal geaccepteerd wordt (hoeft niet overeen te
komen met de werkelijke attitude van een respondent)
Faking bad = tegenovergestelde van socially desirable responding
Mensen geven soms verklaringen voor antwoorden die ze geven zonder
dat ze de echte verklaring kunnen weten (soms is een bepaald antwoord
kiezen een proces in het hoofd wat niet bewust is)
Mensen geven soms inaccurate beschrijvingen van herinneringen (in de
loop van tijd wordt een herinnering minder sterk en kan een persoon
onbewust iets verzinnen of weglaten)
,Hoofdstuk 8: Bivariate correlational research (203-230)
Introducing bivariate correlations
Bivariate correlation = wanneer er een correlatie wordt gevonden van
precies 2 variabelen
Describing associations between 2 quantitative variables
Scatterplot variabele op de x en de y-as + alle metingen invullen als
punten in het plot om zo te kijken of er een correlatie is
Correlatie coëfficiënt = r waarde van een correlatie positieve r betekent
een positief verband (hoge score op 1 variabele = hoge score op de
ander), negatieve r is negatief verband (hoge score op 1 variabele = lage
score op de ander) + hoe dichter bij de 1 of -1 hoe sterker het verband
Describing associations with categorical data
Bar graph categorische variabele op de x-as en kwantitatieve variabele
op de y-as, geeft het gemiddelde van alle gevonden data op die categorie
aan als top van de staaf (bar)
t-test meet of er een significant verschil tussen 2 groepen is (wordt
vaak gebruikt in het geval van categorische data)
Interrogating association claims
Soorten validiteit bij een verband
Construct validiteit = Meet het meetinstrument wat het
daadwerkelijk moet meten? is het betrouwbaar / hoe goed zijn
beide variabelen gemeten
^
Face validiteit = lijkt de manier van meten op het eerste gezicht te
kloppen / betrouwbaar
Concurrent validiteit = hoe goed komt de data overeen als de
variabelen met een ander betrouwbaar meetinstrument worden
gemeten
Convergente validiteit = in welke mate komen de scores gemeten
op soortgelijke constructen overeen met de data
, Divergente validiteit = in welke mate steken de scores van een
tegenovergesteld construct af tegen de data
Statistische validiteit = hoe goed ondersteunt de data de conclusie
^
Effect size = omschrijft de sterkte van een relatie tussen 2 of meer
variabelen groot effect size: accuratere voorspellingen en
belangrijker dan kleine
Statistische significantie = de kans dat een verband van een
bepaalde grootte een toevallige meeting kan zijn (terwijl het
verband eigenlijk niet bestaat) gemeten door p waarde
Outliers / uitschieters = extreme scores die ver van het gemiddelde
af liggen kunnen vertekend beeld geven over sterkte en de
richting van de correlatie
Restriction of range = wanneer je niet een complete range aan
scores hebt op 1 van de variabelen van een verband
Curvilinear association = wanneer het verband tussen 2 variabelen
niet in een rechte lijn loopt verband is bijvoorbeeld tot op een
zeker punt negatief en verder negatief (kan ervoor zorgen dat er
geen verband wordt gegeven terwijl dit wel zo is)
Internal validity = de mate waarin je met zekerheid kan zeggen dat
een vastgesteld verband niet door andere factoren is veroorzaakt
^
Covarientie van oorzaak en gevolg = de resultaten moeten een
correlatie of verband laten zien tussen de oorzaak variabele en de
effect variabele
Temporal precedence / directionality problem = de oorzaak
variabele moet voorafgaand aan de effect variabele plaatsvinden
Interne validiteit / third-variable problem = er mogen geen andere
verklaringen zijn voor de relatie tussen 2 variabelen
Spurious association = wanneer 2 variabelen met elkaar in verband
worden gebracht, maar niet correleren gebeurt door toeval of de
aanwezigheid van een onzichtbare 3e variabele die betrekking heeft
op beide variabelen in de relatie (3e variabele kan moderator
genoemd worden)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller MUU. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.34. You're not tied to anything after your purchase.