,Probleem 1
1. Hoe verhouden de machten van de trias politica zich ten opzichte van elkaar in het huidige
Nederlandse staatsrecht?
Systeem van checks and balances
Drie belangrijkste organen in de staat (regering, parlement en rechterlijke macht) opereren niet meer
onafhankelijk van elkaar
Wetgevende macht: vaststellen van de wetten -> taak van regering en SG samen.
Uitvoerende macht: het bestuur -> taak van regering, maar staat voortdurend onder controle
van parlement. Wat wetgevende macht oplegt of dat wordt uitgevoerd zoals politie,
ambtenaren, ministerie.
Rechtsprekende/controlerende macht: rechters constateren of uitvoerende macht wet wel
in acht neemt.
Regering heeft uitvoerende macht en wetgevende macht in Nederland.
Twee grondregels van bestuur:
1. Geen bevoegdheid zonder grondslag in wet of Grondwet.
2. Niemand kan een bevoegdheid uitoefenen zonder verantwoording schuldig te zijn of zonder dat
op die uitoefening controle bestaat.
a. Politieke verantwoordingsplicht van bestuurlijke organen tegenover vertegenwoordigende
organen. Bv. ministers die zich verantwoorden tegenover de Staten Generaal of burgemeesters en
wethouders tegenover de gemeenteraad.
b. Ambtenaren zijn verantwoording schuldig hun chefs (ambtelijke ondergeschiktheid).
c. Bestuurlijk toezicht: bestuursorgaan wordt gecontroleerd door ander orgaan.
d. Gezagsdragers kunnen strafrechtelijk verantwoordelijk zijn voor hun daden.
e. De meeste besluiten van bestuursorganen zijn vatbaar voor beroep.
f. Als dat niet kan, kan de burgerlijke rechter de overheid nog aanklagen voor onrechtmatige daad.
g. Controle op de rechter zoals art. 120 Gw toetsingsverbod.
Territoriale splitsing
Men geeft niet centrale overheid alle bestuursbevoegdheid, maar men verleent een deel van die
bevoegdheid aan regionale overheden
- Het stelsel van federatieve staat of bondsstaat: waarin deelstaten eigen bevoegdheden hebben
waar federale organen niet in mogen treden, geeft een evenwicht tussen centrale en regionale
organen -> VS, Zwitserland en Duitsland
- Andere methode: verlenen van vrij vergaande bevoegdheden aan gemeentelijke en provinciale
organen -> Nederland
2. Wat zijn de uitgangspunten/kenmerken van de democratische rechtsstaat?
Rechtstaat: staat waarin burgers beschermd zijn voor machtsmisbruik door de staat zelf.
Verhouding tussen democratie en rechtsstaat is dat zij elkaar nodig hebben.
6 elementen die de rechtsstaat vormen (Kortmann)
1. Legaliteitsbeginsel = elk overheidsoptreden moet op wettelijke grondslag berusten
- Organen met gezag – bestuur en rechter – mogen hun bevoegdheid pas gebruiken als de wet of
GW dit uitdrukkelijk toestaat: voorkomen van willekeur: bevorderen rechtszekerheid
2. Het vereiste van een voorafgaande algemene maatregel ten aanzien van burgers belastend
overheidsoptreden ofwel geen terugwerkende kracht
3. Scheiding der machten = gezag wordt over verschillende organen verdeeld. Systeem van
checks and balances: organen elkaar controleren en nodig hebben, dus in evenwicht zijn
4. Onafhankelijke rechter = eisen van onpartijdigheid en onafhankelijkheid
5. Klassieke grondrechten = bescherming tegen de macht van de overheid
, 6. Democratieprincipe = wetgeving wordt door kiezers zelf of door volksvertegenwoordiging
tot stand gebracht
Vier grondregels rechtsstaat
Legaliteitsbeginsel: geen bevoegdheid zonder grondslag in de wet of in de grondwet
Scheiding der machten: gezag over verschillende organen verdeeld en houden elkaar in evenwicht
Onafhankelijke rechter: onpartijdigheid en onafhankelijkheid
Grondrechten moeten gerespecteerd worden
Vier kenmerken democratie
Vrije en geheime verkiezingen voor volksvertegenwoordiging
Invloed op besluitvorming via volksvertegenwoordigers (medewetgever)
Openbaarheid besluiten en besluitvorming
Rechten en belangen minderheden
Verhouding democratie/rechtstaat: Rechtsstaat controleert de democratie. Het volk heeft indirect
zeggenschap over het beleid door de stemmingen, inbreng in het maken van de wetten via
volksvertegenwoordigers. De rechtsstaat beschermt de burgers tegen de macht van de overheid.
Democratie en rechtsstaat met elkaar verweven.
OER
Feiten = Student heeft de rechtszaak aangespannen tegen het College van Beroep voor de Examens
van de Erasmus Universiteit Rotterdam. Hij kreeg geen 0,5 voor zijn aanwezigheid. Het CBE acht de
regeling voor de aanwezigheidsplicht niet onredelijk. De appellant voert aan dat de OER geen
grondslag biedt voor het aanmerken van aanwezigheid als onderdeel van een tentamen.
Procesverloop =
- 2015 examinator heeft appellant medegedeeld dat hij geen 0,5 punt krijg voor aanwezigheid
- 2016 heeft CBE door appellant ingestelde administratief beroep ongegrond verklaard
- Appellant heeft tegen deze beslissing beroep ingesteld
- CBE verweerschrift ingediend
- College heeft zaak verwezen van meervoudige naar enkelvoudige kamer
Actoren = appellant tegenover het College van Beroep voor de Examens van EUR
Rechtsvraag = heeft het CE gehandeld in strijd met het legaliteitsbeginsel?
Overwegingen
- In de OER is niet aangegeven dat je punten mag toekennen aan de aanwezigheid, de punten mogen
toegekend worden aan de aanwezigheid, maar dit moet in lagere regelgeving geregeld worden
- Appellant voer aan dat Wet op hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, de OER geen
grondslag bieden voor het aanmerken van aanwezigheid als onderdeel van tentamen
Beslissing = het beroep is gegrond verklaard, het CBE moet het cijfer aanpassen
3. Wat zijn de Staten-Generaal (Eerst en Tweede Kamer) en hoe worden deze gekozen?
Staten-Generaal (parlement) = Eerste en Tweede Kamer vormen volksvertegenwoordiging van NL
- Tweede kamer wordt rechtstreeks door het volk gekozen (150 zetels): per 4 jaar gekozen en
Tweede Kamer is onschendbaar (Art. 71 GW)
- Eerste kamer wordt gekozen door leden van Provinciale Staten (75 zetels): 4 jaar gekozen
- Er is sprake van evenredige vertegenwoordiging in beide kamer, wat betekent dat alle
uitgebrachte stemmen meetellen en gedeeld worden door het aantal zetels voor de
verdeling
, Argumenten voor het bestaan van de Eerste Kamer
1. Het is nuttig dat een ander college nog eens overweegt wat Tweede Kamer heeft besloten: de
taak wordt gezien als ‘Kamer van revisie’
2. Eerste kamer probeert minder in details te treden dan Tweede Kamer door het ontbreken van
het amendementsrecht en initiatiefrecht
3. Het is mogelijk om naast hun maatschappelijke werkkring het lidmaatschap te aanvaarden,
terwijl de hoeveelheid arbeid in Tweede Kamer slechts door beroepspolitici wordt gedaan
Werkzaamheden van beide kamers zijn vastgelegd in het regelement van Orde
Er is instemming nodig van beide kamer om wetsvoorstellen te laten doorgaan
Taken Eerste Kamer (75p)
o Het goedkeuren of verwerpen van wetsvoorstellen
o Regering controleren
Taken Tweede Kamer (150p)
o Wetten maken
o Regering controleren
Kiesstelsels
Men kan de kiesstelsels in
twee grote groepen
indelen
1. Meerderheidsstelsel =
waarbij een kandidaat bij
meerderheid gekozen
wordt
2. Stelsel van evenredige
vertegenwoordiging =
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller rosalielaar50. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.68. You're not tied to anything after your purchase.