Objectwetenschap omdat criminaliteit (en alles wat daarmee samenhangt) het object is.
Empirisch wegens onafhankelijke meetmethoden.
Daders, slachtoffers en maatschappelijke reactie.
Becker zegt dat criminaliteit een sociaal construct is. Afhankelijk van welke sociale groep je
leeft, waar en wanneer je leeft.
Outsider = iemand die buiten een bepaalde groep staat, en buiten een bepaalde groep wordt
geplaatst, omdat diegene de regels heeft overtreden. Als je kijkt vanuit de groep dan is het
individu de outsider, maar als je kijkt vanuit het individu dan is de groep de outsider.
Drie definities van devianties:
Statistische kijk: als je gedrag te ver afwijkt van het gemiddelde (outsider, deze mensen
worden gelabeld). K = te simpel en te ver van regels breken
Medische kijk of Medical metaphore = ziek in je hoofd (pathologisch). Heersende mening is
dat wanneer jou niks mankeert en je gezond leeft, je gezond bent. K = Dit hoeft niet zo te zijn
en is een sociaal construct.
Relativistische kijk: faalt in waarborgen van de regels. K = welke regels van welke groep?
Functionele kijk: sociologen kijken naar welke processen de samenleving bevorderen en
welke niet. K = te politiek en te moeilijk
Deviant verandert naar crimineel wanneer het andere mensen schade aanbrengt.
Labelling theory (dit verwijst naar een theorie van sociaal gedrag die stelt dat het gedrag van
mensen in grote mate wordt beïnvloed door de manier waarop andere leden van de
samenleving hen bestempelen)
Taken-for-granted-meaningfulness: Er wordt aangenomen wat een bepaald iets betekent of is.
Wat is criminaliteit?
-Alles wat onder de wet strafbaar is.
-Een sociaal construct
Volgens Hagan zijn er 3 factoren die bepalen of wij iets als crimineel gedrag zien:
1. Evaluation of social harm (sociale perceptie van de schade) – Deze schaal loopt van onschadelijk
naar zeer schadelijk.
2. Severity of societal response (zwaarte van maatschappelijke straf) – Van milde naar zware straffen.
3. Agreement about the norm (mate van overeenstemming over de norm) – Van weinig
overeenstemming tot veel overeenstemming. Hoe we vinden dat de norm geschonden wordt?
1. Wat zijn de trends ten aanzien van de criminaliteit in Nederland?
- Stijging in online criminaliteit en daling in offline criminaliteit.
- Sinds 2007 daling in criminaliteit, wat in 2018/2019 stagneerde. Toename
smartphonegebruik en social media sinds 2007. Dit is zeker een oorzaak geweest voor de
daling. Gewijzigd vrijetijdspatroon Ander soort tijdsbesteding met leeftijdsgenoten
minder op straat gangen De gehele tijdsbesteding wordt anders.
2. Hoe kan de recentelijke daling van jeugdcriminaliteit worden geduid?
De daling van de criminaliteitscijfers zijn niet alleen toe te kennen aan de politie.
Natuurlijk werkt strenger optreden wel, en zorgt meer toezicht voor minder gelegenheid.
Echter zijn er nog andere factoren die nog wel een grotere invloed hebben.
Daling criminaliteit:
1. Aangiftebereidheid neemt af (laag vertrouwen in de overheid bijv.)
2. Social media en smartphones
3. Registratie bij de politie. Andere prioriteiten.
4. Omvang van de dark number wordt groter.
5. Beveiligingshypothese (wordt moeilijker om een misdaad te plegen camera’s
en toezicht) (the crime debut hypthese)
6. Demografische veranderingen (bijv. minder jongeren)
7. Ontwikkeling nieuwe delicten (cybercrime, nog weinig kennis over dark
number)
8. Afname recidivisten (mensen die opnieuw dezelfde misdaad begaan)
9. Investeringen in preventie (zowel politie als mensen zelf)
10. Verandering sociaal-culturele houding. Risicofactoren nemen af en
, beschermende factoren nemen toe. Risicofactoren zijn bijvoorbeeld alcohol of
slechte vrienden, beschermende factoren school of familie. Ouders weten
tegenwoordig meer van wat hun kinderen doen.
11. Er is sprake van een crimedrop.
Wanneer de algemene criminaliteit daalt wordt
ervan uit gegaan dat die van de jeugd ook daalt.
Security hypothese = meer beveiliging.
Prioriteitsstelling vd politie = indammen misdaad en niet openbare orde.
De ‘willen-kunnen-durven’ theorie (optreden politie vermindert kunnen, veelvuldig
oppakken durven)
Recidivist = iemand die een misdrijf pleegt nadat hij reeds eerder voor een dergelijk
misdrijf veroordeeld is; herhalingsdader; herhalingsmisdadiger.
first-offenders: debut crime: criminelen plegen vaker een misdaad, als minder mensen
beginnen met criminaliteit daalt de criminaliteit.
‘meting beïnvloedt gemetene’
theorie van bronfenbrenner (niet erg belangrijk)
Jeugdige Groepsplegers.
de debut crime hypothese = minder zware delicten die vaak de start betekenen van
een criminele carriere worden voorkomen door de security hypothese.
De social media hypothese
De veranderde sociaal culturele houding hypothese = andere opvoedingsstijl dus meer
letten op alcohol bijvoorbeeld.
De digitalisering van de samenleving kan de recente daling in (jeugd)criminaliteit verklaren vanwege
veranderende vrijetijdsbestedingen. Zo beargumenteert Weerman (2017) dat de opkomst van social
media ertoe heeft geleid dat de vrijetijdsbesteding van jongeren is verschoven van de straat naar de
online wereld. Deze veranderende vrijetijdsbesteding kan ertoe hebben bijgedragen dat steeds meer
jongeren ervan worden weerhouden om delicten te plegen.
3. Welke databronnen bieden informatie over criminaliteit en wat zijn de voordelen en
nadelen/beperkingen van deze bronnen?
Het MJC biedt informatie over criminaliteit aan. Dit zijn de ontwikkelingen die de door politie
en justitie geregistreerde jeugdcriminaliteit zijn beschreven. De voordelen hiervan zijn dat
beide databronnen van criminaliteit worden meegenomen, namelijk de zelfrapportages en
de aangiftes en opsporingen van de politie database. Het nadeel hiervan splits ik op in
nadelen van de zelfrapportages en nadelen van de aangiftes en opsporing van de politie:
- Nadeel zelfrapportages: invullers moeten kiezen uit bepaalde delicten waar ze slachtoffer
van zijn geworden. Het kan zijn dat het er niet bij staat of niet precies. Daarnaast zijn
sommige groepen oververtegenwoordigd en sommigen vullen de enquêtes niet naar
waarheid in.
- Nadeel politiedata: Aangiftebereidheid verschilt per doelgroep en bijzondere opsporing
zoals belastingfraude wordt niet meegerekend.
Dark number = niet-geregistreerde criminaliteit.
Clustering = groepsvorming van criminaliteit of ontstaan van hotspots.
Discretecionele bevoegdheid: bestuurlijke bevoegdheid of vrijheid om wel of niet een boete te
geven.
Verschil in geregisteerde, aangehouden verdachten en strafrechtelijke daders.
Welke 4 voorbeelden kun je geven van dalingen in de criminaliteit? Cijfers hoef je niet te weten.
Lijstje met verschillende trends
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller rosalielaar50. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.23. You're not tied to anything after your purchase.