= studie die bezig is met gifstoffen en schadelijk effect door fysieke fenomenen (geluid,
straling…)
= studie van detectie, voorkomen, kenmerken, effecten en
regulatie van toxische stoffen
Gifstof = elke stof dat schadelijk effect heeft na toediening
aan levend organisme
Toxiciteit is nooit een enkel moleculair evenement
-> cascade start bij toediening verder gaat door verspreiding
en metabolisme en eindigt met interactie cellulaire
macromoleculen
Gifstoffen kunnen via secretie en herstel tegengehouden
worden
Vergif is kwantitatief concept:
o schadelijk bij hoge dosis
o geen schadelijk effect bij lage dosis
Tussen deze limieten is een bereik van mogelijke effecten
-> subtiele chronische toxiciteit tot onmiddellijk dodelijkheid
Klinische drugs is hier voorbeeld van
-> therapeutische en gunstig op bepaalde dosis, maar niet zonder bijwerkingen en kunnen
dodelijk zijn bij hoge dosis
Belangrijk bij dosis zijn metalen -> nodig in dieet maar dodelijk bij hoge dosis
-> mogen niet te laag (deficiëntie) en niet te hoog zijn (toxisch)
Vergif is ook kwalitatief concept:
o schadelijk voor 1 soort of genetische streng
o niet schadelijk voor ander
Meting van toxiciteit is complex:
o kan acuut of chronische zijn
o veranderd van orgaan, leeftijd, geslacht, genen, dieet, fysiologische conditie en
gezondheidsstatus
Blootstelling van gifstof aan lichaam:
o Gewild doorslikken
o beroepsmatige blootstelling
o omgevingsblootstelling
o perongeluk of expres vergiftiging
Toxiciteit kan veranderen naarmate opname gebeurd is
Via injectie kan ook variëren:
o Intravenous (IV)
o Intraperitonela (IP)
o Intramuscular (IM)
, o Subcutaneous (SC)
Xenobiotica = vreemde stof opgenomen in lichaam
-> kunnen toxische of nuttige effect hebben
Verschillende namen voor toxinen:
Toxische agent = alles dat een ongunstig biologische effect kan produceren
-> kan chemische of biologische vorm hebben
-> ziektes als resultaat door organismen in lichaam zijn geen agenten (bv. Virussen)
Als binnenvallende organisme stoffen secreert (biologische toxinen)
-> organisme is dan toxisch organisme
Toxische stof = materiaal met toxische kenmerken
-> kunnen organisch of anorganisch zijn
Systemisch toxicant = dat effect heeft op heel lichaam of veel verschillende organen
Orgaan toxicant = dat enkel effect heeft op bepaald type weefsel of 1 orgaan
-> target weefsel of target orgaan
2 grote groepen van cellen die kunnen beïnvloed worden door toxicanten:
o Kiemcellen:
Reproductiesysteem
Vormen nieuw organisme
Toxiciteit effect op ontwikkeling foetus
o Somatische cellen:
Alle cellen buiten kiemcellen
Verscheidenheid aan toxische effecten op individu
A. Integratieve benaderingen:
1. Bio-informatica
2. Systeembiologie
,B. Modi van toxische acties:
-> op level van orgaan, cel en moleculaire functie
-> opname, verspreiding, metabolisme, manier van actie en excretie
1. Biochemische en moleculaire toxicologie:
Bekijken gebeurtenissen op biochemische en moleculair level
Bevatten:
Enzymen die xenobiotica metaboliseren
Generatie reactieve intermediatoren
Interactie xenobiotica of hun metabolieten met macromoleculen
Genexpressie in metabolisme en manieren van actie
Signaalpathway in toxische acties
2. Gedragstoxicologie:
Effecten van gifstoffen op dierlijk en menselijk gedrag
-> expressie zenuwfunctie
Bevat:
PZS en CZS
Effecten gemediëerd door orgaanystemen
-> endocriene klieren
3. Voedingstoxicologie:
Effecten van dieet op expressie van toxiciteit en mechanismen van effecten
4. Carcinogenese:
Chemische, biochemische en moleculaire evenementen dat leiden tot gorte
hoeveelheden effecten op celgroei
-> kanker
5. Teratogenese:
Chemische, biochemische en moleculaire evenementen dat leiden tot
schadelijk effect op ontwikkeling
6. Mutagenese:
Toxische effecten op genetische materiaal en overerving van deze effecten
7. Orgaantoxiciteit:
Effecten op level van orgaanfunctie
C. Meten van gifstoffen en toxiciteit:
-> behandelen van analytische chemie, bioassays en toegepaste wiskunde
1. Analytische toxicologie:
Identificatie en assay van gifstoffen en hun metabolieten en biologische en
omgevingsmateriaal
2. Genomica:
Hele genoom
3. Proteomie:
Proteïne complement van organismen
-> hele complement = proteome
4. Metabolomie:
Profiel van kleien moleculen geproduceerd door metabolische processen
5. Toxiciteit testen:
Gebruikmaken van levende systemen om toxiciteit te testen
, 6. Toxicologie pathologie:
Effecten van gifstoffen door veranderingen in subcellulair, cellulair, weefsel
en orgaanmorfologie
7. Structuuractiviteit:
Relatie tussen chemische en fysieke kenmerken van chemicaliën en toxiciteit
8. Biowiskunde en statistiek
9. Epidemiologie:
Relatie tussen chemische blootstelling en menselijke ziekte in populatie
D. Toegepaste toxicologie:
-> verschillende aspecten van toxicologie
1. Klinische toxicologie:
Diagnose en behandeling van menselijk vergif
2. Dieren toxicologie:
Diagnose en behandeling van vergif in dieren
3. Forensische toxicologie:
Detectie van vergif in klinische en andere samples
4. Omgevingstoxicologie:
Beweging van gifstoffen en metabolieten en degradatie producten in
omgeving en in voedselketens
5. Industrie toxicologie
E. Chemische gebruikklassen:
-> ontwikkeling van nieuwe chemische voor commercieel gebruik en schadelijk voor
organismen
1. Agricultural chemicaliën:
2. Klinische drugs
3. Drugs voor misbruik
4. Voedseladditieven
5. Industriechemicaliën
6. Natuurlijk voorkomende stoffe,
7. Verbrandingsproduceten
F. Regulator toxicologie:
-> formulatie van de wet
1. Legale aspecten
2. Risicobeoordeling
Dosisrespons relatie
Threshold dose = Voor vele chemicaliën is er een dosis
waaronder er geen effect of reactie is
-> no observed effect level (NOEL)
-> veilige waarde van opname bepalen
Dosis
= hoeveelheid van een stof in 1 keer wordt toegediend
Andere parameters ook nodig om xenobiotica te karakteriseren
-> aantal dosissen, frequentie en totale periode ven behandeling
Verschillende typen dosissen:
, Fractioneren zorgt dat totale dosis minder toxisch is
-> lichaam kan effecten van elke subtoxische dosis herstellen bij genoeg tijd
Dosisrespons
Kennis van dosisrespons relatie:
o Bevestigt causaliteit dat chemische stof de geobserveerde effecten heeft
geïnduceerd
o Bevestigt laagste dosis waar een geïnduceerd effect gebeurt -> threshold effect
o Bepaald snelheid waarbij schade opbouwt -> helling van dosisrespons
In populatie: grotendeels van respons is bij iedereen hetzelfde
-> verscheidenheid aan reacties kunnen herkent worden
-> sommige individuele meer resistent of meer vatbaar voor bepaalde stoffen
Dosisrespons gemiddeld als +-1 S.D. (standard deeviation)
-> bevat 68% van individuele reacties
+-2 S.D.
-> bevat 95%
Meeste dosisrespons als sigmoïdale curve
-> kleine dosis geen effect tot threshold
Threshold = punt waar lichaam mogelijkheid om te ontgiftigen van xenobiotica of herstel van
toxische schade overschreden is
, Kennis van vorm en helling van curve is belangrijk
-> verschillende kenmerken bij verschillende toxicanten
-> verschillene threshold en helling
Dosisschattingen van toxische effecten
LD50 = dodelijke dosis, dosis nodig om 50% van populatie te doden
LD0 = dosis waar niemand van zou sterven
-> juist onder threshold
LD10 = dodelijke dosis, dosis nodig om 10% van populatie te doden
LC50 = dodelijke concentratie, concentratie van gas waarbij 50% zou sterven
-> voor inademen
-> LC0 en LC10 ook gebruikt
Effectieve dosis (ED) = gebruikt om effectiviteit van stof aan te geven
-> normaal voor gunstig effect (verlossen van pijn)
-> ook gebruikt voor schadelijk effect (verdoving)
Toxische dosissen (TDs) = aangeven dosissen dat toxische effecten hebben
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller gschr. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $11.77. You're not tied to anything after your purchase.