Hoofdstuk 6: de in de PB
belastbare inkomsten
Afdeling 1: de onroerende inkomsten
De inkomsten uit onroerende goederen (OG) naar aard, door incorporatie of door bestemming
1. Bedoelde onroerende goederen
Door aard of door incorporatie
o Gebouwen en terreinen
o Onderscheid tussen
Ongebouwde onroerende goederen
Gronden als zijnde de onroerende goederen uit hun aard
Gebouwde roerende goederen
Bouwwerken
Door bestemming
o Materieel en outillering > zijn belastbaar en moeten aan 3 voorwaarden voldoen
Moet gaan om toestellen, machines en andere installaties > niet voor
beoefenaars van vrije beroepen, scholen, ziekenhuizen,…
Moeten blijvend aan het erf verbonden zijn
Gebruikswaarde moet minimaal 4.000,00 euro bedragen
2. Bedoelde inkomsten en de overeenkomstige
belastingplichtige
Onroerende inkomsten kunnen de vorm aannemen van ontvangen huurgelden
Basis: genot van onroerend goed kan er al voor zorgen dat je belast wordt op onroerende
inkomsten
o Eigenaar, vruchtgebruiker,…
o Als (ver)huurder of louter bezit
o NIET: huurder en blote eigenaar
3. Het kadastraal inkomen
In België gelegen onroerende goederen
Bij heffing van belasting zal men in 1ste instantie zich baseren op een fictief inkomen
o Als het OG van nature is dan gaat men op zoek naar de huurwaarde
Wordt vastgesteld door het kadaster: op basis van de vergelijksprocedure
gaat ze over tot de bepaling van het kadastraal inkomen (vaststelling door
schatting – perequatie)
, Kadastraal inkomen:
o = KI
o Komt overeen met het gemiddeld normaal netto-inkomen van het onroerend goed
voor de periode van 1 jaar
Gemiddeld:
Men vergelijkt niet met 1 bepaald referentieperceel, doch met
meerdere uit de onmiddellijke omgeving
Normaal:
Men vergelijkt enkel met die onroerende goederen die tegen
normale huurprijzen verhuurd worden
Netto:
Na aftrek van kosten
o Forfaitaire kosten > 40% (gebouwd) of 10% (onbebouwd)
1 jaar:
Het annaliteitsprincipe
Soms is de huurwaarde moeilijk te bepalen, dan worden er andere criteria naar voren
geschoven
o De gebruikswaarde
Bij materieel en outillering bedraagt het KI 5,3% van de gebruikswaarde
Enkel waarbij de gebruikswaarde 4.000,00 euro bedraagt
o De verkoopwaarde
Voor kerken, scholen, fabrieken,… bedraagt het KI 5,3%
Indexatie
In AJ2022 dienen de KI’s met 1,8360 geïndexeerd te worden en op de eenheid (in euro)
worden afgerond
o Stel: KI = 1.800,00 euro met indexatie 1,8630 in AJ2022
1.800 X 1,8630 = 3.353,40 > GKI = 3.353,00 euro
Belang van het KI
KI is de basis voor:
o Berekening onroerende voorheffing (OV)
o Berekening GKI (KIi) = geïndexeerde Ki
o Aangifte en vaststelling belastbaar inkomen in de PB
o => bij elke berekening van het GKI (ook als tussenberekening)
Altijd afronden op de eenheid in euro
4. Het bepalen van de onroerende voorheffing (OV)
OV behoort integraal tot de bevoegdheden van de gewesten
o Verschuldigd vanaf jaar volgend op ingebruikname
o Niet verrekenbaar of terugbetaalbaar
o Overgangsregeling voor OV op leningen voor 2005
Bepaling KI = bevoegdheid federale overheid
o Wordt bepaald op 01/01/AJ
o Wordt bepaald wie de belastingplichtige is
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lotteverbeke. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.96. You're not tied to anything after your purchase.