100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting voor het vak Financieel Management in de K7 $7.82
Add to cart

Summary

Samenvatting voor het vak Financieel Management in de K7

 10 views  1 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Een volledige samenvatting voor het vak Financieel Management dat gegeven wordt in de K7. Inclusief uitwerkingen van de voorbeelden en de verplichte vraagstukken.

Preview 4 out of 42  pages

  • Yes
  • March 29, 2022
  • 42
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
Samenvatting financieel management
Hoofdstuk 2, Het huishoudboekje van een student

Eigen vermogen  het verschil tussen de waarde van iemands bezittingen en schulden.

Balans  een overzicht van bezittingen en schulden die op geld zijn gewaardeerd, op een bepaald moment. De linker- en
rechterzijde moeten aan elkaar gelijk zijn.
- Bezittingen (X)  activa.
- Schulden (Y) en het eigen vermogen (X-Y)  passiva.

Balans van [entiteit] per [datum]
Bezittingen X Eigen vermogen X–Y
Schulden Y
X X
Activa Passiva
Balans van Debby per 1 febuari 2022
Scooter € 1000 Eigen vermogen € 13200
MacBook Pro € 1200
Laptop € 400 Schuld €0
iPhone € 800
AirPods € 150
Tassen € 600
Kleding € 300
Schoenen € 300
Bankrekening € 3000 + € 5000
Contant geld € 200
Schoolboeken € 200
Tv € 50




€ 13200 € 13200
Begroting  je bekijkt de inkomsten en uitgaven over een bepaalde periode (bijvoorbeeld een maand, kwartaal of jaar).
Negatieve bedragen kunnen ook tussen haakjes gezet worden (150). Dat valt beter op dan mintekens.

Begroting van Debby’s inkomsten en uitgaven in de maand januari 2022
Inkomsten Bijbaan € 800
Zorgtoeslag € 112,00
Studiefinanciering € 112,00
+
€ 1.024,00
Uitgaven Zorgverzekering € 135
Sport € 30
Studie € 108,40
Kleren € 300
KPN € 50,49
Eten € 80
Verzorging € 40
Verzekering scooter € 15,90
+
€ 759,79




1

,Hoofdstuk 3, Jaarrekening van een eenmanszaak

Een ondernemer/natuurlijk persoon is met zijn gehele eigen vermogen aansprakelijk voor de schulden die het gevolg zijn van
zijn ondernemingsactiviteiten. Art. 3:276 BW zegt het als volgt: ‘Tenzij de wet of een overeenkomst anders bepaalt, kan een
schuldeiser zijn vordering op alle goederen van zijn schuldenaar verhalen.’ Alle crediteuren van de ondernemer/natuurlijk
persoon, met uitzondering van de door de wet erkende redenen van voorrang, gelijk zijn aan elkaar (art. 3:277 lid 1 BW). Met
redenen van voorrang wordt bedoeld het pandrecht, hypotheekrecht en het voorrecht en uit de andere in de wet genoemde
gronden (art. 3:278 lid 1 BW).

Zakelijke schuldeisers hebben dus geen bevoorrechte verhaalsmogelijkheden op het zakelijke vermogen boven zijn
privéschuldeisers. Toch zal een ondernemer voor zijn zaak een gescheiden administratie voeren. Hij maakt een onderscheid
tussen zijn zakelijke vermogen en zijn privévermogen. De reden is dat de ondernemer periodiek – ten minste jaarlijks – de
bedrijfswinst wil bepalen. Als hij die weet, kan hij berekenen hoeveel geld hij aan zijn zaak kan onttrekken zonder het
voortbestaan in gevaar te brengen. Daarvoor is een balans met uitsluitend zakelijke bezittingen en schulden noodzakelijk.
Stel dat een bedrijfsmiddel – bijvoorbeeld een zakelijk gebruikte computer – minder waard is geworden. Deze waardedaling
verlaagt de winst van de onderneming.

Bij de winstberekening zal met de waardedaling rekening gehouden worden; de winst wordt vanwege de waardedaling lager
en daardoor wordt ook het bedrag dat hij aan zijn onderneming kan onttrekken lager. Dit is anders als het om een computer
gaat die alleen voor privédoeleinden gebruikt wordt. Die computer daalt ook in waarde, maar de waardedaling van een
privécomputer zal geen vermindering van de bedrijfswinst tot gevolg hebben.

De zakelijke vermogensbestanddelen komen alleen op de zakelijke balans en de privébestanddelen komen alleen op de
privébalans. Op die manier kan de bedrijfswinst worden bepaald.

Verplichte administratie:
Op grond van art. 3:15i BW en art. 52 AWR moeten ondernemers/natuurlijke personen een administratie voeren. Art. 3:15i lid 1
BW verplicht eenieder die een bedrijf of zelfstandig een beroep uitoefent van zijn vermogenstoestand, en van alles betreffende
zijn bedrijf of beroep, naar de eisen van dat bedrijf of beroep, op zodanige wijze een administratie te voeren en de daartoe
behorende boeken, bescheiden en andere gegevensdragers op zodanige wijze te bewaren, dat te allen tijde zijn rechten en
verplichtingen kunnen worden gekend.

In de wet wordt geen omschrijving gegeven van wat onder een administratie wordt verstaan. Het verschilt per organisatie. Als in
art. 3:15i lid 1 BW wordt gesproken over de vermogenstoestand van de ondernemer, worden de gegevens bedoeld die ook
voor het opmaken van de balans nodig zijn.

Uit jurisprudentie blijkt dat een administratie kan tekortschieten als zij slechts inzicht in de debiteuren- en crediteurenpositie van
een onderneming kan strekken. In art. 3:15i lid 2 BW is een schakelbepaling te vinden; art. 2:10 lid 2 t/m lid 4 BW zijn van
overeenkomstige toepassing. De ondernemer moet jaarlijks binnen zes maanden na afloop van het boekjaar de balans en de
staat van baten en lasten van de rechtspersoon opmaken en op papier stellen.

In het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) is ook nog een belangrijke reden te vinden om een administratie te
voeren. Art. 162 lid 1 Rv zegt dat de rechter in de loop van een geding, op verzoek of ambtshalve, aan partijen of een van hen
de openlegging kan bevelen van de boeken, bescheiden en geschriften die zij ingevolge de wet moet houden, maken of
bewaren.




Liquiditeiten  wat er op de bank staat.
Afnemende liquiditeiten  wat het langste meegaat, staat bovenaan in de balans.




2

, Balans van Sam per 31 januari 2013
Woonhuis € 140.000 Eigen vermogen € 80.000
Auto € 10.000 Schuld aan bank € 110.000
Liquiditeiten € 40.000

€ 190.000 € 190.000

Stel dat Sam in de maand februari het besluit neemt om een fietsenzaak te beginnen. Hij wordt dan ondernemer. Hij besteedt
€ 25.000 van zijn privévermogen om de benodigde middelen aan te schaffen. Zijn privébalans komt er dan als volgt uit te zien:

Privébalans van Sam per 31 januari 2013
Woonhuis € 140.000 Eigen vermogen € 80.000
Auto € 10.000 Schuld aan bank € 110.000
Fietsenzaak € 25.000 *
Liquiditeiten € 15.000

€ 190.000 € 190.000

Er wordt nu gesproken over ‘privébalans’ zodat er een onderscheid kan worden gemaakt met de zakelijke balans.

Stel dat Sam voor zijn zaak een bedrijfsruimte met gereedschappen huurt, fietsen voor € 30.000 heeft gekocht en geleverd
gekregen en verder nog € 5.000 op een aparte zakelijke bankrekening heeft gestort. Ook heeft hij een vijfjarige zakelijke
lening bij de bank afgesloten ter grootte van € 10.000. De zakelijke balans komt er dan zo uit te zien:

Zakelijke balans van Sams fietsenzaak per 1 maart 2013
Voorraad fietsen € 30.000 Sams vermogen in de zaak € 25.000 *
Liquiditeiten € 5.000 Banklening € 10.000
€ 35.000 € 35.000

De bedrijfsruimte die Sam huurt komt niet op de balans, want die bezit hij niet. Bezit betekent namelijk het houden van een
goed voor zichzelf (art. 3:107 lid 1 jo. 3:108 BW). Hij is houder van de bedrijfsruimte, want hij houdt het goed krachtens een
rechtsverhouding (huurovereenkomst) tot een ander (in dit geval de verhuurder) en hij erkent het eigendomsrecht van de
verhuurder op de bedrijfsruimte.

De waarde op de privébalans links op zijn privévermogen (€ 25.000) (‘fietsenzaak’) is gelijk aan zijn vermogen op de zakelijke




3

, Yasmina wil een eigen broodjeszaak openen. Als rechtsvorm kiest ze de eenmanszaak. Ze heeft zelf € 2.000 gespaard en kan van haar familie €
8.000 lenen. Ze gaat de broodjes leveren aan bedrijven (voor de lunch). Yasmina stort de € 2.000 en € 8.000 op haar zakelijke bankrekening.

Zakelijke balans van broodjeszaak Yasmina
Activa Passiva
Liquiditeiten (bank) € 10.000 Eigen vermogen € 2000
Vreemd vermogen / lening familie € 8000 +


€ 10.000 € 10.000


Stel dat Yasmina de volgende ‘spullen’ koopt:
- Een voorraad broodjes en beleg voor € 500.
- Een keuken met toebehoren voor € 1.500.
- Een bedrijfsgebouw voor € 6.000.

Zakelijke balans van broodjeszaak Yasmina
Activa Passiva
Gebouw € 6000 Eigen vermogen € 2000
Keuken € 1500 Vreemd vermogen / lening familie € 8000 +
Voorraad € 500
Liquiditeiten € 2000


€ 10.000 € 10.000

Er verandert niks aan de passiva kant. Ze heeft alleen maar aankopen gedaan.


De volgende financiële gebeurtenissen vinden plaats in het bedrijf:
- 10 februari: Yasmina koopt voorraad voor € 250 op rekening bij het bedrijf Bakker
- 11 februari: Yasmina koopt voorraad voor € 50 bij een supermarkt en betaalt met haar zakelijke pinpas

Zakelijke balans van broodjeszaak Yasmina
Activa Passiva
Vaste activa Eigen vermogen
Gebouw € 6000 Eigen vermogen € 2000
Keuken € 1500
Vreemd vermogen
Vlottende activa Vreemd vermogen / lening familie € 8000
Voorraad € 800 (500 + 250 + 50) Bakker (op rekening) € 250
Liquiditeiten € 1950


€ 10.250 € 10.250


Yasmina sluit op 12 februari een overeenkomst om broodjes te verkopen voor € 150. De broodjes worden geleverd aan de klant en zijn contant
betaald.
- Wat is de winst uit deze transactie als je weet dat de inkoopprijs van deze broodjes € 100 bedroeg?  De winst is € 50

Zakelijke balans van broodjeszaak Yasmina in 2016
Activa Passiva
Vaste activa Eigen vermogen
Gebouw € 6000 Eigen vermogen begin bkjr € 2000
Keuken € 1500 Ingehouden winst in 2016 € 50


Vlottende activa Vreemd vermogen
Voorraad € 700 (500 + 250 + 50 - 100) Vreemd vermogen / lening familie € 8000
Liquiditeiten € 2100 Bakker (op rekening) € 250


€ 10.300 € 10.300



Stel dat Yasmina de rest van het jaar niks meer verkoopt en dat er geen andere kosten dan de inkoopkosten zijn. Ook zien we af van
belastingen.

Maak de winst- en verliesrekening over 2016 op.

Winst- en verliesrekening over 2016 (in euro’s)
Omzet € 150
Kostprijs van de omzet - € 100
Bruto marge € 50



4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller dvm26. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.82. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.82  1x  sold
  • (0)
Add to cart
Added