Gedragswetenschappen periode 3 hoorcolleges, jaar 1. HBO verpleegkunde
27 views 1 purchase
Course
Gedragswetenschappen 2.1
Institution
Hogeschool Windesheim (HW)
Book
Sociologie voor gezondheidszorg en verpleegkunde
In dit document zijn alle hoorcolleges uitgewerkt van week 1 tot 7. Ik heb dit zo letterlijk mogelijk mee proberen te typen.
Ik hoop dat je er wat aan hebt, succes met leren !
Week 1
Sociologen bestuderen hoe wij met elkaar samenleven in de maatschappij.
- Welke invloed we op elkaar hebben; hoe de omgeving waarin we wonen ons
beïnvloedt.
- Sociologen maken duidelijk dat de maatschappij waarin je leeft jou beïnvloedt,
vaak zonder dat je het zelf door hebt.
Voorbeelden:
- Invloed sociaal milieu op gedrag (onderwijs, zorg, gemeenschap)
- Cultuur/ multiculturele samenleving
- Maatschappelijke ongelijkheid
- Invloed van ontkerkelijking op samenleving
- Sociale media, internet en individualisering
- De verzorgingsstaat en gevolgen voor de samenleving
Sociologen bestuderen en verklaren het samenleven binnen grotere en kleine verbanden. Ze
beïnvloeden jouw en andersom. overlap psychologie.
Op welke 2 belangrijke vragen zoekt de sociologie een antwoord?
1. Hoe worden mensen in hun gedrag beïnvloed door het feit dat ze onderdeel
uitmaken van samenlevingsverbanden?
- Microniveau: directe contact met mensen. (familie, vrienden)
- Mesoniveau: niveau van een school/wijk.
- Macroniveau: hele maatschappij
2. Hoe zit de samenleving in elkaar? (normen/waarden)
Sociologie is gebaseerd op systematische waarneming van de feitelijke werkelijkheid.
En kan verschillen van hoe we subjectief beleven dat de werkelijkheid in elkaar steekt
Relevantie sociologie en verpleegkunde
- (ziekte- gezondheids-) gedrag begrijpen vanuit sociale context
- Gezondheidsvraagstukken (mantelzorg/ zorgconsumptie/ etikettering)
- Herleiden eigen opvattingen en gedrag (bubbel: iedere sociale bubbel heeft zijn
eigen waarheid)
- Inzicht in rol en positie van VPK
Hedonisme: gevoel van genotzucht
Levensbeëindiging
Psychologisch vraagstuk: wat maakt het dat iemand de gedachte heeft om zijn leven te
willen beëindigen?
Sociologisch vraagstuk: waarom komt levensbeëindiging vaker voor bij vrouwen dan bij
mannen?
2
,Sociologische kernbegrippen:
Referentiekader= sociale bril. Wat vinden we normaal/wat niet? Aan wie ontlenen we
referentiekader?
Bovendien: selectieve waarneming
Referentiekader wordt (door interactie in groepering/media) actief gevormd: op deze wijze
construeren we onze werkelijkheid.
Fundamentele attributiefout: invloed (verantwoordelijkheid) persoon op handelen wordt
overschat.
Subjectieve definitie van de situatie: mensen creëren hun eigen werkelijkheid. Door hun
ervaringen… vluchtelingen, coronabeleid, ouderen, orgaandonatie.
Collectieve definitie van de situatie: aangeleerd= cultuur. Ieder bubbel zijn eigen waarheid.
Etikettering: hokje plaatsen
Stigmatisering: brandmerken met grote gevolgen.
Vooroordeel: vaste, vertekende, manier van voelen, denken en handelen
Stereotypering: idem t.a.v. groep mensen
Selfulfilling en destroying prophecy
Week 2
De sociologie probeert antwoord te geven op 2 samenhangende vragen. Weke van de
vagen hoort er NIET bij?
- Welke invloed heeft (iemands) motivatie en denken op diens gedrag?
- Hoe beïnvloedt het feit dat je deelneemt aan de samenleving je gedrag?
- Hoe zit de samenleving in elkaar?
Role-taking heeft te maken met de volgende vraag;
- Wat verwachten anderen van mij in deze situatie?
- Wie ben ik nou eigenlijk?
- Welk beeld hebben anderen van mij?
Voetbalsupporters zijn vandalen, is een voorbeeld van:
- Stigmatisering
- Etikettering
- Stereotypering
2
, Wat is het verschil tussen psychologie en sociologie?
- Geen verschil ze behoren namelijk beide tot gedragswetenschappen
- Een psycholoog krijgt beter beeld dan een socioloog
- Psychologie richt zich op individueel gedrag, sociologie op groepsgedrag.
Een ander woord voor referentiekader is:
- Samenleving
- Sociale bril
- Attributie
Reproductieleerstijl: helpt dingen te onthouden.
Betekenisgerichte leerstijl: begripsvragen
Toepassingsgerichte leerstijl: toepassen, met welk begrip hangt het samen?
A) Noem bij elke groepering alle kenmerken die spontaan bij je opkomen
- Nederlanders: gierig, uitgesproken, nuchtere mensen.
- Oudere: verminderde mobiliteit, verminderde visus-gehoor, slecht
aanpassingsvermogen
- Gelovige kerkganger: bidden, kledendracht, strenge regels.
- Vluchteling: moeite met de taal, slecht integreren, afstandelijk gedrag
- Moslim: hoofddoeken, strenge regels, ramadan.
B) Hoe denk je dat jullie tot die kenmerken zijn gekomen?
Ervaringen en media
C) Bepaal of de verzamelde gegevens ‘stereotypen’, ‘vooroordelen’ of echte
kenmerken zijn. wanneer wordt een vooroordeel een stigma.
Veel zijn stereotypen, met uitzondering van strenge regels.. dit is wel een
vooroordeel. Voor ons kan dit streng zijn, maar voor hun geloof niet.
D) Hoe beïnvloeden de kenmerken jouw omgang met de zorgvrager?
Niet, ik zal iedereen behandelen zoals ze zijn. Ik zal me aanpassen aan de zorg die ze
van me vragen.
Een vaste vertekende manier denken, voelen en waarnemen. vooroordeel.
Als een vooroordeel overgezet wordt in gedrag spreek je van stigmatisering.
Bij een vooroordeel is het vaak een kwestie van die mensen omgaan om de vooroordelen bij
te stellen. Bij een stigma worden ze niet bijgesteld als je met die mensen omgaat, je bent
niet bereid om ze op te geven. Het beeld blijft hardnekkig bestaan, dit zit vast in onze
volkscultuur. (bepaalde ideeën over mensen)
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Ilsedragt. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.97. You're not tied to anything after your purchase.