Hoofdstuk 1: introductie in e-business en e-commerce
e- commerce= het zo veel mogelijk uitvoeren van het commerciële proces via internet
e- business= het regelen van het hele primaire proces via internet
e-commerce is minder gecompliceerd dan e-business.
E-business maakt zakendoen sneller, voordeliger en gemakkelijker, doordat processen zo veel
mogelijk zijn geautomatiseerd en de communicatie direct via het internet loopt.
Volgens Pieper is e-business: het geheel aan activiteiten van een onderneming dat gebruik maakt van
het internet en/of op IP-gebaseerd software.
Hiernaast zie je de samenwerking binnen de supply chain van
porter
Bedrijven kiezen voor E-commerce om verschillende redenen:
1. Organisaties nemen de klant als uitgangspunt.
Concurrentiedruk is groot, omdat consumenten
alles kunnen vergelijken. Ze hebben 2 opties:
1.De laagste prijs bieden
2.Concurrentie voordeel realiseren
Ze proberen ipv van push naar pull te gaan.
2. Bedrijfsprocessen worden steeds vaker uitgevoerd door
meerdere organisaties.
Internet maakt communicatie makkelijker. Steeds
meer bedrijven kiezen voor outsourcing; het
uitbesteden van activiteiten.
3. Veranderingen in de markt volgen elkaar in hoog tempo
op en bedrijfsprocessen moeten steeds sneller worden
aangepast.
Door toegenomen concurrentiedruk en snelle
veranderingen in de markt moeten processen flexibeler worden.
Hiernaast zie je de
fases van offline naar
online.
,Statische samenwerking: deze is permanent of langdurig
Semi-dynamische samenwerking: als er periodiek van partner wordt gewisseld, bijv na afloop van
een contract
Dynamische samenwerking: als er een samenwerking is voor de duur van de uitvoering van een
order.
Ultra dynamische samenwerking: als er tijdens de order van partner gewisseld kan worden.
(uitzendkracht)
Multichanneldistributie= wanneer de 2 kanalen onafhankelijk van elkaar functioneren.
Cross channel distributie= wanneer de webshop en de fysieke winkels geïntegreerd zijn, zodat
klanten de goederen kunnen retourneren.
Omi channel distributie= als alle distributiekanalen van een organisatie naadloos op elkaar
aansluiten. De klantenervaring is overal gelijk.
Wat is het internet?
Het wereldwijde openbare netwerk van computernetwerken. Om computers met elkaar te laten
praten zijn er protocollen nodig (taal). Een vrijwel over gebruikt protocol is het Internet Protocol (IP)
Internet bestaat uit
WWW= world wide web
E-Mail
Voice over IP, zoals skype
Intranet: een privaat netwerk binnen een organisatie. Hier vind je vaak procedures en handleidingen.
Zoals Han Insite.
Thuisshoppen gebeurt steeds vaker. Hieronder de groei in percentages.
Home and living (106%)
Food (61%)
Sport en recreatie (50%)
Steeds meer Ideal, ging van 63% naar 70%
E-commerce= het geheel aan activiteiten van een onderneming (of netwerk van ondernemingen) dat
gebruik maakt van het internet en/of op IP-gebaseerde software.
Oftewel: het kopen en verkopen van producten en diensten via internet
E-business heeft betrekking op de hele waardeketen: ook een link met de leveranciers.
Hoofdstuk 2:
Strategieën binnen organisaties kennen 3 niveaus:
Corporate niveau: totale reikwijdte van de organisatie en de manier waarop de bedrijven die
daarvan onderdeel uitmaken waarde toevoegen aan de organisatie
Bedrijfsniveau: de manier waarop individuele organisaties waarde creëren voor hun klanten
en concurrenten in hun markten.
Operationeel niveau: betreft de manier waarvan de onderdelen van een organisatie de
corporate en bedrijfsstrategie uitvoeren door middelen, mensen en processen in te zetten.
Het vaststellen van een strategie gebeurt via een vast patroon:
1. Het vaststellen van de strategische positie
het bedrijf analyseert:
De kansen en bedreigingen in de omgeving
, De strategische capaciteiten, oftewel: de middelen, en de competenties waarover de
organisatie kan beschikken
Het strategische doel: visie, missie en doelstellingen
Er zijn een aantal trends die het gebruik van internet en digitale technieken bevorderen, namelijk:
Cloud computing: gegevens zijn op het internet opgeslagen
Netwerkeconomie: gegevens die verkregen zijn op social media worden gebruikt om te
kijken waar de consument interesse in heeft
Crossborder shopping: internationale bestellingen
Toenemende aandacht voor dataveiligheid: cybercrime groeit. Databeveiliging is prioriteit.
Context- en locatiegebaseerde communicatie: door gps systemen krijg je informatie en
reclames die relevant daaraan zijn.
Internet of things: smartwatch, smart tv, smart koelkast
Beacons: kleine Apparaten in winkels of op luchthavens vangen signalen op van smartphones
en wearables die zich in de buurt bevinden en reageren daarop
Big data: opslag van grote hoeveelheden informatie
Gamification en virtual reality:
o Internet of things
Apparaten die verbonden zijn via internet, Smart koelkast, Smart TV,
Connected car
o Virtual reality
o Augmented reality
Je legt een laag over de werkelijkheid heen via je telefoon. Dus je gaat met
de camera op een winkelstraat staan en je ziet welke winkels het zijn en hoe
ze gerate zijn.
o Locatie gebaseerde informatie
Op maat gemaakte info, over dingen die relevant zijn voor de locatie
o Gamification
Het toepassen van game denken en game technieken in een niet game
omgeving
Stimuleren van gedrag door in te spelen op intrinsieke motivatie.
Nog meer, zie pagina 44 en 45
2. Formuleren van strategische opties:
Na bovenstaande stappen, zal het bedrijf beslissen in welke richting ze willen
bewegen en welke methoden zij hanteren om invulling aan de strategie te geven. Bij
het bepalen van de methoden zullen organisaties afwegen of en in welke mate ze e-
business in kunnen zetten.
3. Vertalen van deze opties naar keuzen voor de bedrijfsvoering.
Nadat de strategische opties zijn vastgesteld, moet de organisatie een keuze maken.
Daarbij komen de volgende vragen aan de orde:
Welke strategieën zijn haalbaar en acceptabel en passen bij de organisatie
Wat zijn de consequenties van de gekozen strategie voor de structuur en de
systemen
Hoe gaat de organisatie de benodigde veranderingen managen
Businessmodel:
Een beschrijving van de manier waarop het bedrijf waarde creëert voor klanten en daarvoor met
inkomsten wordt gecompenseerd
Het businessmodel geeft aan hoe een organisatie haar strategie operationaliseert
Internet en businessmodel innovatie:
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller chantalhekers. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $11.76. You're not tied to anything after your purchase.