Hoofdstuk 3 – Het ontstaan van een groep: de inclusiefase..........................................................................12
3.2 – Basisbehoeften binnen de inclusiefase......................................................................................................12
3.3 – Kennismaken en cohesie...........................................................................................................................12
3.4 – Normen en waarden..................................................................................................................................13
3.5 – Beïnvloeding en conformiteit....................................................................................................................13
3.6 – Beïnvloeding door de eerste indruk van de groep.....................................................................................13
3.7 – Vergelijken binnen de inclusiefase............................................................................................................14
3.8 – Bedreigingen voor de groep in de inclusiefase..........................................................................................14
Hoofdstuk 4 – De groep in beweging: de controlefase..................................................................................14
4.3 – Roos van Leary..........................................................................................................................................14
4.5 – Theorieën over leiderschap.......................................................................................................................16
4.5.1 – Theorieën gericht op karaktereigenschappen...................................................................................16
4.5.2 – Theorieën gericht op gedrag.............................................................................................................16
4.5.3 – Situationele theorieën.......................................................................................................................17
4.5.4 – Contingentietheorieën.......................................................................................................................17
Fiedler............................................................................................................................................................17
Hersey & Blanchard.......................................................................................................................................19
4.5.5 – Uitwisselingstheorieën......................................................................................................................22
Hoofdstuk 5 – De verbinding tussen de groepsleden: de affectiefase............................................................22
5.7 – Besluitvorming, groepspolarisatie en groepsdenken................................................................................22
5.7.1 – Heterogeniteit en affectiefase...........................................................................................................22
5.7.2 – Besluitvorming...................................................................................................................................22
5.7.3 – Groepspolarisatie...............................................................................................................................23
5.7.4 – Groepsdenken....................................................................................................................................23
Fieke Bruin, fiekebruin@gmail.com
,Hoofdstuk 6 – Een succesvolle groep blijven................................................................................................. 23
6.2 – Groepsdynamiek als doorlopend proces...................................................................................................23
6.2.1 – Inclusiefase........................................................................................................................................23
6.2.2 – Controlefase.......................................................................................................................................23
6.2.3 – Affectiefase........................................................................................................................................23
Model van Levine......................................................................................................................................... 26
Zimbardo
Hoofdstuk 11 – Sociale psychologie
Sociale psychologie: Tak van de psychologie die zich verdiept in de invloed van sociale
variabelen en cognities op individueel gedrag en sociale interacties.
Sociale context: De combinatie van (a) mensen, (b) de activiteiten van en interacties tussen
mensen, (c) de omstandigheden waarin bepaald gedrag plaatsvindt, en (d) de verwachtingen
en sociale normen die bepalen hoe het gedrag er in een gegeven situatie uit moet zien.
Fieke Bruin, fiekebruin@gmail.com
, 11.1
Hoe beïnvloedt de sociale situatie ons gedrag?
Sociale psychologie: Tak van de psychologie die zich verdiept in de invloed van sociale
variabelen en cognities op individueel gedrag en sociale interacties.
Sociale context: De combinatie van (a) mensen, (b) de activiteiten en interacties tussen
mensen, (c) de omstandigheden waarin bepaald gedrag plaatsvindt, en (d) de verwachtingen
en sociale normen die bepalen hoe het gedrag er in een gegeven situatie uit moet zien.
Situationisme: Idee dat ons gedrag evenveel of zelfs meer bepaald wordt door
omgevingsfactoren dan door persoonlijkheidskenmerken. Tegenovergestelde van
dispositionalisme.
Dispositionalisme: Een psychologische oriëntatie die zich bij de verklaring van gedrag primair
richt op de innerlijke eigenschappen van individuen, zoals persoonlijkheidskenmerken,
waarden, karakter en genetische aanleg. Tegenovergestelde van situationisme.
Responsen worden door twee factoren bepaald: de sociale rollen die ze spelen en de sociale
normen van de groep.
Sociale rol: Sociaal gedefinieerd gedragspatroon dat mensen in een bepaalde situatie of
groep dienen te vertonen.
Sociale norm: De attitudes en gedragingen die een groep passend vindt voor zijn eigen
leden.
- Ongeschreven regels die leden van een groep zouden moeten volgen. Bijvoorbeeld
stil zijn in de bibliotheek.
- Aanpassen aan een nieuwe groep Uitzoeken wat de sociale normen zijn:
1. Uniformiteit (eenheid of gelijksoortigheid) en frequentie van gedragingen.
2. Negatieve consequenties van een overtreding van een sociale norm.
Schema is een groep verwante concepten die een algemeen conceptueel raamwerk bieden.
En een script is de iemands kennis over de volgorde van gebeurtenissen en handelingen.
Kameleoneffect: De neiging anderen na te bootsen, genoemd naar het dier dat van kleur
verandert, zodat het niet opvalt in uiteenlopende omgevingen.
Asch-effect: Vorm van conformisme waarbij een groepsmeerderheid het oordeel van een
individu beïnvloedt.
Conformisme: De neiging van mensen om de gedragingen, attitudes en meningen van de
andere groepsleden over te nemen.
Bevorderlijke factoren voor conformisme:
- Unanimiteit van de meerderheid.
- Omvang van de groep.
- Openbaarheid.
Fieke Bruin, fiekebruin@gmail.com
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller FiekeB. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.91. You're not tied to anything after your purchase.