Samenvatting Hoofdstuk 12 van Biology a Global Approach 11th edition
Samenvatting Hoofdstuk 8 van Biology a Global Approach 11th edition
Samenvatting Hoofdstuk 7 van Biology a Global Apprach 11th edition
All for this textbook (58)
Written for
Hogeschool van Amsterdam (HvA)
Bachelor Tweedegraads Docent Biologie
Aquatische Ecologie
All documents for this subject (1)
Seller
Follow
romebalm
Reviews received
Content preview
Samenvatting en begrippen
Aquatische Ecologie
Hoofdstuk 51.1&2 Klimaat, seizoenen, plankton
Ecologie: de relatie tussen het klimaat de bodem/het water en de organismen. De studie van de
interactie tussen het organisme en hun milieu.
Van groot naar klein: Biosfeer – Ecosysteem – Levensgemeenschap – Populatie – Individu.
Biosfeer: Overal waar leven mogelijk is op aarde. De som van alle ecosystemen.
Ecosysteem: Het functioneel geheel van soorten en de abiotische factoren en hun
wisselwerkingen.
Bioom: Een door klimaat en geografie gedefinieerd gebied met levensgemeenschappen van
planten, dieren en andere organismen (bijvoorbeeld vegetatiegordels).
Levensgemeenschap: Alle organismen in een bepaald gebied, waarvan de populaties bij elkaar
leven en in staat zijn tot onderlinge interacties.
Het voorkomen van organismen en de spreiding van soorten wordt bepaald door:
- Behoeften (bijv. soorten grond)
- Toleranties (temperatuur, zoutgraad)
- Biogeografie (geografische verspreiding)
Bottleneck: Eén reden waardoor een soort niet of minder vaak voorkomt.
Klimaat: Gemiddelde maandwaarde over de laatste 30 jaar. Op lange termijn overheersende
weeromstandigheden van een gebied.
- Abiotische componenten: Temperatuur, water, zonlicht en wind.
- Macroklimaat: Patronen op de wereld, regionaal en lokaal niveau.
- Microklimaat: Fijne, lokale patronen. Bijvoorbeeld onder een stronk hout.
Weer: Dagelijkse klimatologische omstandigheden.
De hoek van de zon tegenover de aarde is
belangrijk voor de hoeveelheid energie die de
aarde bereikt per m2. Hierdoor ontstaat de winter
en de zomer.
20° rond de evenaar zorgt dit voor droge en natte
seizoenen. Dit komt doordat het de droge en
natte lucht rond de evenaar iets verplaatst.
De aarde draait tegen de klok in.
Het klimaat wordt beïnvloed door:
- Seizoenen (stand van de zon)
- Grote wateroppervlakken.
o Oceanen en meren matigen het nabije land.
o Golfstroom transporteert warm water van de evenaar naar de noordelijke Atlantische
Oceaan.
, o Hoeveelheid zonlicht (baan van de aarde om de zon is variabel).
o Biotische factoren (mens, vegetatie).
De draaiing van de aarde om de zon is
niet precies. Dit bepaalt de intensiteit
zonne-energie die op de aarde
terechtkomt en dus variaties in het
klimaat.
(= Milankovic cyclus).
Excentriciteit: 100.000 jaar
Obliquiteit: 40.000 jaar
Precessie: 26.000 jaar
Dit is ook de oorzaak van het ontstaan
van ijstijden.
Coriolis-effect: Aarde draait en de lucht die er net boven hangt draait mee. Hierdoor ontstaan er
kolken en orkanen. De luchtstroom boven de evenaar draait naar rechts, onder de evenaar links.
Globale luchtcirculatie en neerslagpatronen:
De warme, vochtige lucht rond de evenaar stijgt
op en veroorzaakt neerslag rond de evenaar en
gaan richting de polen. De droge lucht (nu boven
de woestijnen) neemt water op en gaat richting de
evenaar of verder het noorden of zuiden in. Hier
wordt dezelfde circulatie opnieuw gedaan (minder
neerslag).
Intertropische competentiezone: Water verwarmt de lucht Lucht stijgt op Lucht draait mee
met de aarde Ontstaan van orkanen en tropische stormen in Noord Amerika en Australië.
Druk wordt weergegeven in Pascal (Pa) = 1 N/m2.
Wolken ontstaan doordat water opstijgt. Bij een lagere temperatuur is de luchtdruk op de
waterdeeltjes lager (lucht zet uit). Hierdoor condenseert het water en vormt het waterdruppels
regen. Iedere 1000 m omhoog daalt de temperatuur van de lucht met 6 °C.
Regen op een berg ontstaat omdat de vochtige lucht voor de berg moet opstijgen neerslag aan
de loefzijde van de berg. Na de berg daalt de lucht weer geen neerslag aan de lijzijde van de
berg.
Golfstromen: Zorgen voor de verdeling van energie over de wereld. Als dit tot stilstand komt,
bevriest een groot deel van de wereld. Antarctica heeft zijn ‘eigen’ stroom.
Getijden: Ontstaan door de massa van de maan, het water wordt als het ware rond de aarde
geslingerd. De sterkte van de getijden is afhankelijk van:
- de stand van de zon, de aarde en de maan. De getijden zijn sterker als de zon, aarde en
maan in een rechte lijn staan.
- De aanwezigheid van landmassa’s en de waterdiepte
- Weersomstandigheden (wind).
Dieren moeten zich aanpassen aan de getijden.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller romebalm. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.87. You're not tied to anything after your purchase.