100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Overzicht artikelen Materieel Strafrecht Rechtsgeleerdheid jaar 2 Universiteit Leiden () $5.88
Add to cart

Summary

Samenvatting Overzicht artikelen Materieel Strafrecht Rechtsgeleerdheid jaar 2 Universiteit Leiden ()

 3 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Ik heb het vak materieel strafrecht in een keer afgerond met een 8. Daarvoor heb ik dit overzicht van de voorgeschreven artikelen gebruikt in combinatie met de kleine samenvatting van de overige stof, de samenvatting van de voorgeschreven jurisprudentie en het overzicht van de arresten.

Preview 2 out of 14  pages

  • March 31, 2022
  • 14
  • 2019/2020
  • Summary
avatar-seller
Onderwerp per artikel materieel strafrecht

Week 3 Wederrechtelijkheid en causaliteit
- E. Witjens, ‘Het bewijs van causaal verband in de Groninger HIV-zaak’, Delikt &
Delinkwent 2012/35
o https://www.navigator.nl/document/idb18911aeaba74f62953faa5b4ab7c799/delikt-
en-delinkwent-het-bewijs-van-causaal-verband-in-de-groninger-hiv-zaak?
ctx=WKNL_CSL_32
o De vraag is telkens of de betrokkenen in de rechtszaak besmet zijn geraakt met HIV
door de handelingen van de verdachten, of op andere wijze besmet zijn geraakt. Het
is de vraag of deze onduidelijkheid aan redelijke toerekening in de weg moet staan.
o Volgens het Hof is toerekening aan de verdachten redelijk: ‘(…) indien de aan hen
verweten gedraging naar haar aard geschikt was om het ingetreden gevolg (hiv-
besmetting) teweeg te brengen of het gevaar daarvoor (in relevante mate) te
vergroten. In zo’n geval doorbreken (eventuele) tussenkomende factoren de
causaliteitsketen in beginsel niet. Aan bewezenverklaring van dat causale verband
staat voorts niet in de weg dat niet geheel kan worden uitgesloten dat (latere)
handelingen van derden (mede) hebben geleid tot het ingetreden gevolg.’
o Witjens zet vraagtekens bij de c.s.q.n.-leer als uitgangspunt van het oordeel of een
gevolg redelijkerwijs is toe te rekenen. Deze leer is volgens hem namelijk helemaal
niet geschikt om wetenschappelijke bevindingen over causaliteit in het recht te
verwerken.
o In de heersende leer stelt de rechter eerst een c.s.q.n.-verband vast, waarna de
redelijke toerekening een juridische correctie aanbrengt.
o Witjens is van mening dat causaliteit vanuit de redelijke toerekening moet worden
benaderd. Waarbij vastgesteld moet worden dat in het specifieke geval het gedrag
van de verdachte inderdaad hoogstwaarschijnlijk heeft bijgedragen aan het
ingetreden gevolg.
o Expirimenten van wetenschappers kunnen geen zekerheid verschaffen over een
specifiek geval, dit wordt wel beoogd met de c.s.q.n.-leer. De test suggereert immers
dat in een concreet geval door middel van een toets aan de hypothetische situatie
zekerheid geboden zou kunnen worden over empirische causaliteit. De leer kan
daarom volgens Witjens alleen fungeren om een al gekend causaal verband te
verifiëren.
o Witjens en Kwakman zijn het eens over het feit dat de benadering van de empirische
causaliteit in het arrest beter had gemoeten. De wijze waarop het Hof het oordeel
over de empirische causaliteit heeft onderbouwd, laat te veel onzekerheid resteren.
o Volgens Witjens is de toerekening van het gevolg niet redelijk, als geen bewijs
geleverd kan worden waarom het hoogstwaarschijnlijk is dat de besmetting door de
verdachten is veroorzaakt en niet door een andere oorzaak.
o Bezwaren:
 De schattingen van de kansen van de internist;
 De wijze waarop het Hof de beide kansen vergelijkt.
o De HR stelt voorop dat de vraag naar causaliteit beantwoord moet worden aan de
hand van de maatstaf van de redelijke toerekening. Hij merkt daarbij op dat
doorgaans duidelijk is of de gedraging van de verdachte een noodzakelijke
voorwaarde was voor het ingetreden gevolg en dat zodoende dat gevolg in een
c.s.q.n.-verband tot de gedraging staat. In die gevallen kan het c.s.q.n.-verband als
ondergrens fungeren. In meer uitzonderlijke gevallen, zoals dit geval, kan echter niet
worden vastgesteld of de gedraging van de verdachte een noodzakelijke voorwaarde
is geweest voor het intreden van het gevolg. Dit hoeft er echter niet per se toe te

1

, leiden dat het gevolg reeds daarom niet meer redelijkerwijs aan de verdachte kan
worden toegerekend. Kernpunten wanneer dit c.s.q.n.-verband dus ontbreekt:
 Vastgesteld moet kunnen worden of het gedrag een onmisbare schakel kan
hebben gevormd in de gebeurtenissen die tot het gevolg hebben geleid;
 Het moet aannemelijk zijn dat het gevolg met een aanzienlijke mate van
waarschijnlijkheid door de gedraging van de verdachte is veroorzaakt.
o Witjens juicht deze gedachtegang van de HR aan.
o HR heeft het arrest gecasseerd wegens een motiveringsgebrek. Het hof had volgens
de Hoge Raad moeten aantonen dat het hoogst onwaarschijnlijk was dat de HIV-
besmetting door iets anders (onveilige seks met anderen) was veroorzaakt dan door
het injecteren met het besmette bloed.
- N. Kwakman, ‘Causaal verband in de Groninger HIV-zaak: een reactie’, Delikt & Delinkwent
2012/45
o https://www.navigator.nl/document/id91e9f13a48974a55acb05d208f182503/
delikt-en-delinkwent-causaal-verband-in-de-groninger-hiv-zaak-een-reactie?
ctx=WKNL_CSL_32
o Kwakman heeft het over een aanvaardbare onzekerheidsmarge. Dit is het verschil
tussen de bewezenverklaring en hetgeen wat zich feitelijk heeft afgespeeld. Dit geldt
volgens hem ook voor de feitelijke ondergrens van de strafrechtelijk relevante
causaliteit (c.s.q.n.-vereiste). Ook bij het bewijs van die feitelijke ondergrens moet
een bepaalde onzekerheidsmarge worden aanvaard.
o Aan deze onzekerheidsmarge ontleent Witjens de argumenten om aan te tonen dat
het c.s.q.n.-vereiste ondergeschikt en onwerkbaar is als ondergrens van de
strafrechtelijke relevante causaliteit.
o Kwakman ziet de uitspraak van de HR als aanwijzingen over de wijze waarop de
onzekerheidsmarge met betrekking tot het bewijs van de feitelijke ondergrens van
de strafrechtelijke relevante causaliteit zo klein mogelijk moet worden gehouden.
Om alternatieve scenario’s te kunnen uitsluiten dient de feitenrechter aan te tonen
dat het, in dit geval, hoogst onwaarschijnlijk is dat de besmetting ook door iets
anders kan zijn veroorzaakt.
o De HR biedt dus geen openingen om de strafrechtelijk relevante causaliteit normatief
toe te rekenen in plaats van feitelijk vast te stellen. De HR geeft aan dat als het
handelen niet geschikt is om het gevolg teweeg te brengen, dat we dan niet eens
verder hoeven te praten. Als het handelen daartoe wel geschikt is, moeten we
vervolgens nog bezien of andere scenario’s met een aan zekerheid grenzende
waarschijnlijkheid kunnen worden uitgesloten.
o Stappen volgens Kwakman:
 Kijken of aan het c.s.q.n.-verband is voldaan;
 Kijken of het vastgestelde causale verband ook strafrechtelijk relevant is;
 Vaststellen welke oorzaken doorslaggevend zijn in die zin, dat ze de
betrokkene ook daadwerkelijk kunnen worden aangerekend.
o Het normatieve uitgangspunt ‘toerekening naar redelijkheid’ toepassen op het
c.s.q.n.-verband zou volgens Kwakman een uitbreidende werking met zich
meebrengen van (de ondergrens van) de – voor een gevolgsdelict – vereiste
strafrechtelijk relevante causaliteit met ontoelaatbare consequenties als gevolg.
o Ook de beperkende functie van de toerekening naar redelijkheid kan aan de
bovengrens van het strafrechtelijk relevante causale verband tot
afbakeningsproblemen leiden.
o Samenvatting: ‘De ondergrens van het vereiste causale verband (het c.s.q.n.-vereiste)
zal ‘feitelijk’ moeten worden bewezen. Daarbij moet een bepaalde ‘bewijsrechtelijke’
onzekerheidsmarge, die niet afhankelijk mag zijn van de aard van de gevolgen,

2

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Julietmaaike. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.88. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53068 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.88
  • (0)
Add to cart
Added