Basisboek Facility Management Bloktoets 1.1
Hoofdstuk 1 Wat is facility management?
1.1 Inleiding
Facility management is het management van alle diensten die aan de werkomgeving gerelateerd zijn
en die nodig zijn om mensen te ondersteunen bij hun streven naar toegevoegde waarde aan de
organisatie. Werkomgeving is een breed begrip, het gaat om de kantooromgeving, maar ook om de
(woon)zorg- en recreatieomgeving.
De reikwijdte van het vakgebied is in verscheidene normen vastgelegd. Een norm zorgt voor
(inter)nationale standaardisatie, waarmee begripsverwarring wordt voorkomen. Twee belangrijke
normen voor FM zijn de Europese norm NEN-EN 15221 en de wereldwijde standaard ISO 41001.
1.2 Facility management in de organisatie
Facility management is ondersteunend aan de primaire processen van het bedrijf (intern facilitair
bedrijf) of ondersteunend aan de primaire processen van een opdrachtgever (adviseurs en
commerciele aanbieders van facilitaire diensten).
Organisaties uit diverse branches, met hun eigen specifieke primaire processen, vragen om
verschillende stijlen en benaderingen van facility management.
1.2.1 Facility management in de organisatiestructuur
3 niveaus in de organisatie:
Strategische (richten) van de organisatie (vaststellen van de voorzieningen en het kwaliteitsniveau).
Tactisch (inrichten) van proces (bepalen assortiment, aanbod, personeelsinzet, uitbesteding,inkoop).
Operationele (verrichten) van werkzaamheden (uitvoeren van diensten en levering van middelen).
1.2.2 De klant
In het figuur zie je:
- Midden: hierarchische lagen in de organisatie.
- Linkerkant is de organisatie met haar kernactiviteiten.
- Rechterkant de organisatie- ondersteunende processen
- Helemaal rechts de providers genoemd die ingehuurd
kunnen worden om de facilitaire diensten te leveren.
Bepalende klant= interne klant op strategisch niveau
(client)
Betalende klant= interne klant op tactisch niveau
(customer)
Genietende klant= gebruiker van diensten, ook wel
eindgebruiker genoemd (consumers)
1.2.3 Ontwikkelingsfasen van de facilitaire organisatie
Een facilitaire organisatie kan op verschillende manieren worden vormgegeven: beheerorganisatie,
regie-organisatie of demand- organisatie. Het gaat om het vinden van een passend organisatiemodel
in de context van de organisatie.
, Kenmerken beheerorganisatie Kenmerken regie-organisatie Kenmerken demand-
organisatie
Lage uitbestedingsgraad Compacte sturende facilitair- Minimale facilitair-
managementorganisatie managementorganisatie
Focus op uitvoering Focus op afstemmen vraag en Focus op vraag definieren
aanbod
Diverse leveranciers die o.b.v. Enkele partners die o.b.v. Samenwerking met één of
inspanning worden prestatieafspraken enkele partners in een
gecontracteerd gecontracteerd worden langdurige relatie (partnership)
Integrated facility management (IFM)= alle diensten uitbesteed aan één externe leverancier. Er is
sprake van uitbesteding van processen op (deels) strategisch niveau (richten), tactisch (inrichten) en
operationeel (verrichten) niveau. Er is dan nog maar één contract met één leverancier.
1.3 De taken en verantwoordelijkheden van de facility professional
Facility professionals realiseren een fit-for-use omgeving. Zij doen dit door ruimte, techniek,
services, processen en mensen met elkaar te verbinden. Facility professionals creeren een passende
belevig binnen de gestelde middelen, met als doen om meerwaarde voor de organisatie te creeren.
Om fit-for- use te realiseren moet de facility professional aandacht geven aan:
• De interne klant
• De externe klant
• Diensten (soft services)
• De fysieke omgeving (hard services)
• De derde werkplek en virtuele omgeving
• De afstemming van vraag en aanbod en de organisatie (sourcing) daarvan
• Facilitaire inkoop van middelen.
Wat de rol van facility management is en waar hij voor verantwoordelijk is, verschilt per branche en
per bedrijf. De belangrijkste rollen zijn: facility manager, adviseur, specialist en ondernemer.
Facility mangement kan meerwaarde leveren voor organisaties op het gebied van: vergroten van de
(klant)tevredenheid, beheersen van de kosten, ondersteunen van de productiviteit, vergroten van de
betrouwbaarheid (stabiliteit) van de organisatie, vergroten van het aanpassingsvermogen
(flexibiliteit) en ondersteunen van de cultuur. Facilitaire activititen hebben ook invloed op de
omgeving: impact, sociale impact, ruimtelijke impact en milieueffecten.
1.4 De ontwikkeling van het vakgebied
Facility management is een relatief jong vakgebied dat in ontwikkeling is. Het tempo waarin en de
manier waarop de ontwikkelingen vorm krijgen, verschillen per land en per regio. Het Verenigd
Koninkrijk, Nederland en de Scandinavische landen staan bekend als pioniers. In Nederland heeft het
vakgebied zich ontwikkeld van een volledige focus op het gebouw naar de mens, waarbij ook de
virtuele omgeving aan de orde komt.
Internationalisering van het vakgebied facility management:
• Groei van multinationale aanbieders
• Toemend aantal multionationale klanten
, • Facility management en vastgoedmanagement groeien steeds meer naar elkaar toe
• Door vastgoedadviseurs die multinationaal werken, ontstaan gestandaardiseerde concepten
• Gestandaardiseerde concepten worden lokaal ingehuurd
Naast de ISO 41001 zij er andere normen bepalend voor facility management.
1.5 De positionering van facility management
Meerwaarde= toegevoegde waarde. Het gaat hierbij om de impact van de dienstverlening van de
facility professional op het functioneren van de organisatie, bijvoorbeeld door een werkomgeving die
de productiviteit van de medewerkers ondersteunt of een gastvrijheidsconcept dat het imago van de
organisatie versterkt.
De plek van de facilitaire organisatie in het bedrijf bepaalt de invloed van de facility manager. Door
strategisch te denken en te handelen – afgestemd op de strategische koers van de organisatie – kan
de facility manager waarde toevoegen aan de organisatie.
De waardestrategie van de organisatie (opdrachtgever) is bepalend voor de toegevoegde waarde(n)
waarop facility management zich zal richten. Treacy en Wiersema onderscheiden 3
waardestrategieen:
1. Kostenleiderschap (operational excellence)= gericht op het realiseren van een zo laag
mogelijke kostprijs
2. Productleiderschap (product leaderschip)= gericht op het onderscheiden door
productinnovatie
3. Klantenpartnerschap (customer intimacy)= gericht op duurzame relaties met klanten.
Sommige organisaties combineren customer intimacy met operational excellence tot customer
excellence.
, Hoofdstuk 2 Invloed van maatschappelijke dynamiek op werk en
werkomgeving
2.1 Inleiding
Een bekende uitdrukking die de dynamiek van deze tijd goed weergeeft is: verandering is de enige
contstante. Naast de fysieke werkomgeving wordt de virtuele werkomgeving steeds belangrijker
voor de facility manager. Mixed-reality wordt dit genoemd.
2.2 Het belang van scenario’ s
In een tijd waarin zich zoveel maatschappelijke veranderingen voordoen, moet de facility manager
zich vooral ook bezighouden met toekomstige ontwikkelingen.
2.2.1 De toekomst voorspellen
Scenario= mogelijk, niet onwaarschijnlijk toekomstbeeld dat op basis van huidige waargenomen
ontwikkelingen kan worden onderscheiden. Scenario’ s worden door organisaties gebruikt om
beleidskeuzes te maken.
Veel besluiten die de facility manager neemt, hebben een langdurig effect. Met exponentiele tijden
bedoelen we dat we niet alleen te maken hebben met steeds grotere veranderingen, maar dat die
veranderingen elkaar ook steeds sneller opvolgen.
2.2.2 Maatschappelijke dynamiek
Het steeds sneller stijgen en tegelijkertijd groeien geeft een dynamiek aan die ook op het werk van
de facility manager van invloed is. De belangrijkste algemeen waarneembare trends zijn:
toenemende complexiteit van maatschappelijke systemen en relaties; een toenemnde snelheid en
beschikbaarheid van informatie; en een maatschappij die zich ontwikkelt als netwerkmaatschappij.
Scenario’s kunnen worden gebruikt om in te schatten of beleid of een strategie het gewenste effect
zal hebben. Hiermee kan de facility professional o.b.v. trends vooruitkijken en in de facilitaire
bedrijfsvoering anticiperen op wat mogelijk gaat gebeuren. Al blijft de toekomst onzeker.
Scenarioplanning
Er zijn 4 stappen nodig om tot goede scenario’s te komen:
1. In kaart brengen van de trends en ontwikkelingen. DESTEP- methode: hierbij worden trends
op demografische, economische, sociaal- maatschappelijke, technische, ecologische en
politiek- juridische vlak beschreven.
2. Vaststellen van belangrijkste drijvende krachten (mega trends).
3. Opstellen van scenariomatrix en het bepalen van 4 maatschappijbeelden. De matrix wordt
opgebouwd door 2 assen die de meest bepalende drijvende krachten weergeven.
4. Vertalen van de scenario’s naar FM om te bepalen wat je kunt doen om voobereid te zijn op
een van deze mogelijke scenario’s. Hierbij wordt een impactanalyse gemaakt.
Het is belangrijk om alert te zijn op maatschappelijke ontwikkelingen die het werk van de facility
manager beinvloeden en die te herkennen.
2.3 Demografische factoren
Vergrijzing is een van de belangrijkste demografsiche ontwikkelingen in de toekomst.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller szadeh. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.23. You're not tied to anything after your purchase.