100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
Previously searched by you
Samenvatting Vergelijkend En Internationaal Privaatrecht hoorcollege, werkgroep en jurisprudentieRechtsgeleerdheid Universiteit Leiden ()$8.57
Add to cart
Vergelijkend En Internationaal Privaatrecht (22014076)
Summary
Samenvatting Vergelijkend En Internationaal Privaatrecht hoorcollege, werkgroep en jurisprudentieRechtsgeleerdheid Universiteit Leiden ()
27 views 0 purchase
Course
Vergelijkend En Internationaal Privaatrecht (22014076)
Institution
Universiteit Leiden (UL)
Ik heb het vak VIPR in een keer afgerond met een 6. Daarvoor heb ik deze samenvatting gebruikt. Deze samenvatting bevat geen antwoorden op de werkgroepopdrachten.
Vergelijkend En Internationaal Privaatrecht (22014076)
All documents for this subject (18)
Seller
Follow
Julietmaaike
Reviews received
Content preview
Kleine samenvatting VIPR
Week 1
1. Beginselen
Een Spaanse verkoper huurt een graafmachine en verkoopt hem vervolgens door aan een
Nederlander. De Spaanse koper was houder en was hiertoe daarom niet bevoegd. De vraag is of de
Nederlandse rechter bevoegd is om hier uitspraak over te doen. De tweede vraag is welk recht men
toepast, het Spaanse recht of het Nederlandse recht?
Er is sprake van een rechtsfamilie. In Nederland, Spanje en Frankrijk hebben we allemaal de neiging
om naar een wetboek te grijpen (de eerste bron). De inhoud van het wetboek is ook verrassend
gelijk. De verklaring hiervoor is historisch. De voorvader van al deze wetboeken is het
Middeleeuwse Romeinse recht. Er zit echter een belangrijk verschil in de verschillende wetboeken.
In Nederland kan je het goed gedurende drie jaar opeisen bij diefstal, terwijl je volgens Spaans recht
onbeperkt kunt revindiceren zolang het gaat om een misdrijf. Het Spaanse artikel dekt de casus,
volgens Nederlands recht had hier niet gerevindiceerd kunnen worden. Het verschil tussen het
Spaanse recht en het Franse recht in casu is dat de Spanjaarden de eigenaar beter beschermen,
omdat de eigenaar bij elk misdrijf kan revindiceren, terwijl de Fransen dit alleen bij verlies of diefstal
kunnen doen. Dit komt omdat de positie van het gewoonterecht in Frankrijk sterker is, onderdeel
hiervan is dat je als eigenaar niet veel moet klagen als je eenmaal je vertrouwen in iemand hebt
gestopt. Het Spaanse recht staat helemaal in de Romeinse traditie, het Franse recht is daar tot in
detail van afgeweken en het Nederlandse recht heeft het Franse recht gevolgd.
Twee stambommen:
- Common Law;
- Civil Law.
Er bestaan echter ook tussenvormen. De verschillen tussen de verschillende civil law systemen zijn
vele malen groter onderling dan de verschillen tussen common law systemen.
Civil law: codificatie
De systemen van Civil Law hebben met elkaar gemeen dat ze gecodificeerd zijn. Doel:
- Eenheden maken van de landen waarin ze zijn uitgevaardigd;
- Voorlichting van de bevolking in hun landstaal van hun burgerlijke rechten en plichten.
Verlichtingsdenken en nationalisme liggen ten grondslag aan de codificatiebeweging en niet de wens
om het burgerlijk recht te wijzigen. De gemeenschappelijke factor achter al deze codificaties is het
1
,ius commune, de manier waarop het Romeinse recht werd geleerd, geïnterpreteerd en toegepast in
de rechtspraktijk.
Common law: jurisprudentie
De systemen van Common hebben gemeen dat er sprake is van jurisprudentie.
De common is the common custom of the courts, de gewoonte van een beperkt aantal rechtbanken.
De rechtbanken richten zich vooral op hun eigen rechtspraak als primaire bron. Er zijn wel
deelcodificaties, maar niet veel. Als de wetgever dan al ingrijpt is dat enkel om het recht een klein
handje te helpen om weer bij de tijd te komen. Het is telkens een kleine aanpassing. Het geldende
recht blijkt uit jurisprudentie.
Stein benoemt meer verschillen:
- In Civil Law bestaat een groot onderscheid tussen het publiekrecht en het privaatrecht, deze
worden zelfs in verschillende rechtbanken bedient. In Common Law is dat nooit gebeurd en
een rechter laat zich leiden door civiel recht en publiekrecht zonder die te scheiden.
- In Civil Law worden procesrecht en materieel recht gescheiden van elkaar, in de Common
Law gebeurt dit niet.
- In Civil Law vindt rechtsvinding plaats vanuit abstract geformuleerde regels. In de Common
Law vindt rechtsvinding plaats vanuit een bepaald feitenpatroon.
- In Civil Law is de uitlegger van een abstract geformuleerde regel in beginsel de hoogleraar.
De rechter is een ambtenaar die wordt getoetst door hogere ambtenaren. Er is dus sprake
van een goed en een fout. In de Common Law is dit de rechter. Een lagere rechter moet de
autoriteit van een hogere rechter laten gelden, maar niettemin hoeft hij een uitspraak van
een rechter die gelijk aan hem is niet te laten gelden.
- In Civil Law staat het subjectieve recht voorop (rights precede remedies) en in de Common
law het rechtsmiddel (remedies precede rights).
- De Civil Law is ingericht via het feit dat de rechter een waarheidsvinder is, de Romano-
canonieke procedure. De rechter wordt hierbij geholpen doordat aan bepaalde stukken een
bewijskracht toekomt. De Common Law is ingericht door adversarial trial. De rechter is een
scheidsrechter tussen partijen. De taak van de rechter is om de aanspraken te wegen en neer
te leggen in een vorm waarin een feitelijke vraag beantwoord moet worden. Deze feitelijke
vraag wordt van oudsher voorgelegd aan een jury (12 leken). De procedure kan dus niet
schriftelijk zijn en kan niet te lang duren. Het is gericht op een mondelinge presentatie. Het is
2
, dus aan partijen om de getuigen de controleren. Er is ook geen sprake van een vaste
bewijskracht.
- While the Common law is characterized by its having been centered in one set of the courts
and its organized bar, the Civil law has been centered around a book and a set of universities.
- In Common Law doctrine precedent is binding, in Civil Law theory the judge is not so bound
and is assumed to decide every case upon the basis of its own, independently arrived
interpretation of the statute. The role of precedent is quite similar in both systems. The
degree to which precedent is actually followed is not the same in the Civil Law countries.
- Another difference is found in the different roles of statute law. A Common Law lawyer still
regards the law as basically unwritten and the statutes as constituting but a patch upon the
body of the unwritten common law which would be able to yield a solution for every
conceivable controversy even though there were no statute law at all. That attitude, which
also implies that statutes in derogation of the common law be interpreted narrowly, is still
the one usually professed by common law lawyers. For the civilian, statute law plays a
different role. He holds that the citizen cannot be bound by any rules other than those
formally enacted by the duly elected representatives of the people and there cannot exist
any law outside the formally enacted statute.
- Thus, the Common Law developed as a case law, casuistic, often coherent, moving, with a
strong sense of reality. The Civil Law is markedly professional. However, that difference is no
longer so profound as it once was in the past.
- A very active role has been played in the development by governments and their
bureaucratic civil servants in Civil law. The very active role of legislation has also resulted in a
considerable degree of modernity of present-day Civil Law. This is not the case with common
law.
Rights and remedies
Do the common law and civilian traditions differ in their approach to the relationship between rights
and remedies, and if so, how?
Law mediates between the ideal and the real. It is the remedy that bridges the gap between the ideal
and the real or rather between norms and facts. Remedies realize rights. They are supposed to
provide a cure, to heal what the law conceptualizes as an injury.
Common lawyers tend to portray themselves as gravitating towards a pragmatist approach. Unlike
the civilian, who is more academically inclined and weighed down by docitronal theorization, the
common lawyer has traditionally cared about what actually matters. What matters is the remedy.
The common law is familiar with a private law discourse of rights. The fact that we encounter the
distinction between primary rights and sanctioning rights underlines that English jurisprudence has a
tradition of focusing on the role of rights in private law and their relationship to remedies.
The remedy defines the right. The right has no ontological existence as a valid command. A right is
simply the word used to describe a factual position that is protected by institutional safeguards. In a
remedial monism is right mostly eclipsed and consumed by remedy. The remedy is what matters.
Saying that there is a right is just another way of saying that a remedy has actually been granted. At
the other end of the continuum, the concept of right reign supreme. There is simply no need for a
sharp definition of remedy.
• Remedies-based monism;
• Rights-based dualism.
Civilian private law discourse is centred upon the notion of the subjective right. The implications
could be described as follows: all allocative decisions that private law is supposed to make can be
3
, expressed through a discourse of rights. These decisions are perceived as decisions of substantive
law.
The theoretical precedence of rights over actions ties in with the civilian paradigm of the judge
finding law rather than making it. In order to find the law, norms which are mostly derived from
codal provisions are applied to the facts at hand.
The most prominent example of how remedial imaginations diverse is the conceptualization of the
specific performance of a contract. Specific performance is an instance of diverging reactions to the
breach or non-performance of a contract. In the common law, a decree for specific performance is
thought of as an equitable remedy. In the civil law, however, specific performance is said to be
primary, the most readily available remedy. The civil law seeks to enforce the contractual promise,
whereas the common law seeks a contract as a marked transaction that the parties enter into for
their financial benefit, and perceives monetary damages to be the most adequate way to
compensate for breach.
2. Ontwikkeling van het ius commune
Ius commune (gemeenschappelijk recht): het Romeinse recht zoals dat in de Middeleeuwen in het
grootste gedeelte van West-Europa werd opgenomen, geleerd, geïnterpreteerd, bestudeerd en in de
rechtspraktijk werd toegepast.
Het is dus niet puur Romeins recht, want het Romeinse rijk is gevallen. Het West-Romeinse rijk viel
als eerste. In het Oost-Romeinse recht is er sprake geweest van een grote codificatie van het
Romeinse recht in drie wetboeken (Corpus iuris civilis).
Als het West-Romeinse rijk valt dan verbrokkelt alles en beginnen de Middeleeuwen, in plaats van
dat er weer een ander groot rijk ontstaat. Het valt in kleine gebieden met eigen recht uiteen. Er is
sprake van juridische pluriformiteit. Het recht bestaat voornamelijk uit:
- Gewoonterecht;
- Leenrecht;
- Canoniek recht (besturen van de kerk en de delen van het privaatrecht die raken aan het
zielenheil);
- Renovatio imperii (verlangen naar de eenheid nu het rijk bestaat uit gefragmenteerde delen).
Alleen de katholieke kerk kan nog eenheid brengen tussen de verschillende delen, door zich bezig te
houden met het bestuderen van de katholieke kerk zelf en de delen van het privaatrecht die raken
aan het zielenheil.
Karel de Grote probeerde door de renovatio imperii het Romeinse Rijk te herstellen, het herstel van
het imperium. Dat rijk viel weer uiteen en werd verdeeld door leenrecht en erfopvolging. Aan de ene
kant is Europa dus uiteen getrokken door een sterke autonomie van lokale rechtssystemen en aan de
andere kant probeerde men uit het gezag wat nog bestond een grotere imperiale eenheid te
smeden. In alle gebieden zie je dan uiteindelijk een politiek ontstaan van eenwording. Dit is het
krachtenveld waarin het Romeinse recht dan aankomt. Er was geen sprake van een juridisch vacuüm.
Er bestonden gewoonterechtelijke families die allemaal min of meer dezelfde ideeën tot uitdrukking
brachten.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Julietmaaike. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.57. You're not tied to anything after your purchase.