Dit is een samenvatting van het boek gezondheidspsychologie voor het tentamen van dit vak op het Saxion. Hoofdstuk 1 tot en met 6 + H10, H11, H13 en H15 samengevat.
Van hoofdstuk 5 is alleen 5.2, 5.3 en 5.4.1 samengevat.
1.1 Wat is gezondheid? Veranderde perspectieven
Gezondheid heeft lichamelijke en geestelijke aspecten eerder dacht men dat geesten
ziekten veroorzaakten Hippocrates en een Griekse arts schreven ziekte toe aan een
verstoord evenwicht door 4 circulerende lichaamsvloeistoffen die gekoppeld worden aan de
seizoenen: de humores gele gal (zomer), slijm (winter), bloed (voorjaar) en zwarte gal
(herfst) via aderlaten, vasten, speciaal dieet of geneesmiddelen proberen de humores
weer in balans te brengen ze waren ook aan persoonlijkheden gekoppeld: veel gele gal
was verbonden met cholerisch of boosaardig temperament, veel zwarte gal met droefenis,
veel bloed werd geassocieerd met een optimistische of sanguine persoonlijkheid en veel
slijm met kalm of flegmatisch temperament
Galenus dacht dat er een lichamelijke of pathologische basis was voor alle ziekten hij
dacht dat de 4 humores ten grondslag lagen aan de 4 temperamenten er werd niet
gedacht dat de geest zelf een rol speelde in de etiologie (oorzaak van een ziekte)
Theorie = een algemene aanname(n) over een aspect van de wereld waarin we leven of over
de mensen in die wereld die al dan niet door bewijs wordt ondersteund
In de middeleeuwen verloren de theorieën van Galenus terrein en kwamen er meer ideeën
dat gezondheid met geloof en spiritualiteit was verbonden
Dualisme = het idee dat lichaam en geest afzonderlijke eenheden zijn (vergelijk met
Descartes) mechanistische benadering = een benadering die het gedrag reduceert tot het
niveau van het orgaan of de lichamelijke functie wordt geassocieerd met het biomedisch
ziektemodel = opvatting dat ziekten en symptomen een onderliggende fysiologische
verklaring hebben en dat daarmee ook genezing mechanistisch en rechtlijnig werkt
Biopsychosociaal model = het standpunt dat ziekten en symptomen door een combinatie
van lichamelijke, sociale, culturele en psychologische factoren kunnen worden verklaard
Meerdimensionale belastings-belastbaarheidsmodel = biedt de mogelijkheid om te bepalen
of fysiotherapie inderdaad nodig is en welke doelen gesteld kunnen
worden kost veel tijd
Door de introductie van geneesmiddelen, toegenomen beheersing van
besmettelijke ziekten via vaccinatie en verbeterde sanitaire
voorzieningen zijn verklaringen voor het stijgen van de
levensverwachting grote daling in de mortaliteit (overlijden) = meestal
uitgedrukt in de vorm van sterftecijfers, ofwel het aantal sterfgevallen in
een gegeven populatie en/of in een gegeven jaar toegeschreven aan een
bepaalde aandoening
1.2 Individuele, culturele en leeftijdgerelateerde perspectieven op gezondheid
Sociale representatie van gezondheid = datgene wat bepaalde groepen mensen onder
gezondheid verstaan
,Gezondheidsgedrag = gedrag, ongeacht de gezondheidstoestand waarin men zich bevindt,
dat is bedoeld om de gezondheid te beschermen, te bevorderen of in stand te houden,
bijvoorbeeld het eten van gezonde voeding
Gezondheid wordt in het algemeen beschouwd als een toestand van evenwicht tussen
lichamelijke, psychologisch, emotioneel en sociaal welbevinden Bennett gebruikte dit om
een onderscheid te maken tussen gezondheid ‘zijn’ (zo niet ziek, dan gezond), ‘hebben’
(hulpmiddel of reserve) en ‘doen’ (lichamelijke fitheid of functioneren)
Uit een onderzoek van Blaxter kwamen verschillende opvattingen over gezondheid uit:
gezondheid als niet ziek (geen symptomen), gezondheid als bezit (sterke familie), gezondheid
als gedrag (goed zorgen voor zichzelf), gezondheid als lichamelijke fitheid en vitaliteit,
gezondheid als psychosociaal welzijn (mentaal opzicht) en gezondheid als functie (vermogen
om taken te verrichten)
Wat wordt beschouwd als een normale gezondheid verschilt per cultuur holistische
benadering = men kijkt niet alleen naar het zuiver lichamelijke of waarneembare, maar naar
het hele wezen collectivistische benadering = culturele filosofie die de nadruk legt op het
individu als deel van een groter geheel en op de handelingen die meer door collectieve dan
door individuele behoeften en wensen worden gemotiveerd individualistische benadering
= een culturele filosofie
Ziekteattributie = toekenning van de oorzaak van een ziekte. Bij zogeheten externe
ziekteattributies legt men de oorzaak van de ziekte buiten de persoon, door die toe te
schrijven aan het lot, verkeerde informatie of aan losliggende traploper. Bij interne
ziekteattributies zoekt men de oorzaak bij zichzelf lijkt op fundamentele attributiefout
maar dan met een ziekte
Gebreken/beperkingen van het cognitief functioneren zijn van invloed op de mate waarin
mensen medische instructies begrijpen, mate waarin zij kunnen praten over hun emoties of
in hoeverre zij de arts en verzorgers kunnen mededelen welke behoefte aan medische zorg
zij hebben
Bij kinderen is er in de sensomotorische fase weinig sprake van kennis over gezondheid en
ziekte taalbeheersing is gering
In de preoperationele fase ontwikkelen kinderen zich taalkundig
Kwalitatieve methoden = maken gebruik van beschrijvingen (kwalificaties) van de
ervaringen, aannamen en gedragingen van een bepaalde groep mensen
Kwantitatieve methoden = gaan uit van berekeningen (kwantificaties) van de frequentie of
de hoeveelheid ervaringen, aannamen en gedragingen van een grote, representatieve groep
mensen
Kinderen jonger dan 7 jaar verklaren ziektes op magisch niveau: onbegrip, fenomenalisme
(teken of geluid dat het kind met een ziekte verbind) en aangestoken worden
Rond het achtste tot elfde jaar wordt het wat concreter beschreven: besmetting en
internalisatie (ziekte in lichaam, maar proces waardoor symptomen zich voordoen begrijpen
ze gedeeltelijk)
Voor een puber zijn de verklaringen gebaseerd op interactie tussen personen en zijn
omgeving: fysiologisch (ziektes definiëren) en psychofysiologisch (snappen interactie lichaam
en geest)
, Epidemiologie = het bestuderen van ziektepatronen in verschillende populaties en de relatie
met andere factoren zoals leefwijze. Belangrijke begrippen zijn onder meer mortaliteit,
morbiditeit, prevalentie, incidentie, absoluut risico en relatief risico
Incidentie = het aantal nieuwe gevallen van een ziekte gedurende een specifieke tijdsinterval
Prevalentie = het aantal vastgestelde gevallen van een ziekte in een populatie op een
bepaald moment
Zelfconcept = de bewuste gedachten en aannamen over jezelf die je het gevoel geven dat je
anders bent dan anderen en dat je als afzonderlijk persoon bestaat
1.3 Wat is gezondheidspsychologie?
Empirisme = het elementaire principe dat we de wereld via zintuiglijke waarneming kunnen
leren kennen
Inferentie = redenering waarbij een conclusie wordt afgeleid uit 1 of meer premissen
Gezondheidspsychologie (Matarazzo) = het aggregaat van e specifieke onderwijskundige,
wetenschappelijke en professionele bijdragen van het vakgebied psychologie aan de
bevordering en het behoud van de gezondheid, de voorlichting over en de behandeling van
ziekten en de daaraan gerelateerde disfunctie
Belangrijkste doelstellingen van de gezondheidspsychologie: begrip ontwikkelen en
vergroten van de biopsychologische factoren bij
de bevordering en het in stand houden van de gezondheid
de verbetering van de gezondheidszorg en het gezondheidsbeleid
de preventie en behandeling van ziekte
de oorzaken van ziekte: bijvoorbeeld risicofactoren en kwetsbaarheid
Operante conditionering = deze theorie, die aan Skinner wordt toegeschreven, is gebaseerd
op de aanname dat gedrag direct wordt beïnvloed door de gevolgen ervan (bijvoorbeeld
straf en beloning)
H2: Sociale verschillen in ziekte en gezondheid
2.1 Gezondheidsverschillen
Gezondheidsverschillen = een term die de verschillen en levensverwachting tussen
verschillende groepen aanduidt
Hiv (human immunodeficiency virus) = het virus dat aids (acquired immunodeficiency
syndrome) veroorzaakt
Verklaringen voor de ongelijkheid tussen sociaaleconomische klassen in geïndustrialiseerde
landen verantwoordelijkheid aan het individu (gedrag)
Sommigen denken dat behoren tot een bepaalde sociale klasse op zichzelf al van invloed kan
zijn op de gezondheid
Verklaringen ongelijkheid in gezondheid tussen sociaal economische groepen: verschillen in
gezondheidszorg, toegang tot de gezondheidszorg, omgevingsfactoren, stress, werk en
stress
Het sociale causaliteitsmodel stelt dat een lage sociaal economische status
gezondheidsproblemen veroorzaakt social drift (overgaan naar een andere groep) is het
tegenover gestelde = mensen die gezondheidsklachten krijgen kunnen hun baan niet
behouden of niet genoeg werken om hun levensstandaard te handhaven, ze dalen op de
sociaaleconomische lader
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller anoukvanderwal. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.02. You're not tied to anything after your purchase.